Verkeersexamen oefenen met je kind – alles wat je moet weten

Wanneer je kind in groep 7 of 8 zit, staat er een verkeersexamen voor de deur. Om kinderen weerbaarder te maken in het verkeer, leren ze grondig bij over wat nu wel en niet kan. Dit wordt op de proef gesteld, om zowel het vertrouwen van de ouders als van het kind in kwestie te versterken. Hoe verloopt dit verkeersexamen nu juist? En welke zaken kan je als ouder ondernemen je kind zo efficiënt mogelijk op weg te helpen? Wij zochten werkelijk alles wat je moet weten voor je uit.

Het begint op school

Verkeerslessen worden binnen de schoolmuren onderwezen. Dit biedt veel voordelen. Wanneer kinderen vaak met de auto naar school gebracht worden, leren ze op deze manier alsnog bij over verantwoord fietsgedrag. De cijfers liegen er niet om; maar liefst één op de drie leerlingen wordt op dagelijkse basis door ouders gebracht, zelfs wanneer de school op wandel- of fietsafstand is.

Verkeerssituaties worden nog niet volledig nauwkeurig ingeschat – dit is een leerproces dat onderhouden dient te worden. Kleuters leren relatief snel hoe ze een zebrapad moeten oversteken, maar ze hebben allesbehalve notie van regels die dit overschrijden, maar erg belangrijk zijn. Rond groep 7 à 8 worden kinderen verwacht zowel de theorie als praktijk hiervan onder de knie te hebben. In welke mate dit effectief het geval is, wordt getest door middel van een verkeersexamen.

Verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland

Het verkeersexamen vindt op nationaal niveau plaats. Het wordt georganiseerd en gereguleerd door Veilig Verkeer Nederland (VVN). Het is niet verplicht, maar het spreekt voor zich dat het sterk aangeraden wordt. Circa 90% van Nederlandse scholen zet zich er jaar na jaar voor in. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een theoretische en praktische kant van het examen. Hoe deze juist in zijn werk gaan, geven we je hieronder uitgebreid mee…

Theorie als basis

Het theoretische examen wordt schriftelijk of digitaal afgenomen. Er wordt gepijld naar kennis omtrent verkeersborden en -regels, alsook hoe men met uiteenlopende verkeersomstandigheden zou omgaan. Niet gevreesd – je kind kan zich grondig voorbereiden. Op de website van VVN worden verscheidene tools beschikbaar gesteld om alle materie te oefenen. Aan de hand van proefexamens, duidelijke leerstofoverzichten, en meer. Kampt je kind met dyslexie, dyscalculie of een andere beperking? Hier wordt uiteraard rekening mee gehouden. Meer examentijd of een mondelinge versie van het verkeersexamen zijn slechts voorbeelden van oplossingen.

Klaar voor het echte werk?

Er zijn uiteraard twee kanten aan de medaille. De échte proef gebeurt in het wild – daar waar het verkeer er zich in moeit. Het is in essentie daar waar je kind zich kan bewijzen. De routes worden vooraf vastgelegd en bevinden zich binnen een straal van een aantal kilometers, berekend met de school als oriëntatiepunt. Het grootste voordeel hiervan is dat er veel geoefend kan worden en dit zowel met leerkrachten als ouders. Let op: laat je kind steeds voorop fietsen. Op deze manier kan je bijsturen waar nodig en een oogje in het zeil houden. Maak bij thuiskomst tijd voor feedback en houd deze positief. Geef kritiek op opbouwende wijze. Zo wílt je kind graag bijleren.

Het is zover; het verkeersexamen

Het is zover – de dag van het examen is aangebroken. Je hoeft je als ouder absoluut geen zorgen te maken om gevaarlijk verkeer; je kind krijgt een fluohesje zodat bestuurders weten dat er een fietsexamen bezig is. Er heerst hierbij steeds een verhoogde voorzichtigheid. Vrijwilligers grijpen in waar nodig en houden een beoordeling bij.

Waar worden kinderen juist op getest?

• Linksaf slaan
• Juist voorsorteren
• Voorrang verlenen

Iedere handeling telt mee voor één punt van het eindresultaat. Wanneer een kind 80% of meer van de te behalen quota’s bereikt, is hij geslaagd.

Welke fouten kunnen niet door de beugel?

• Door het rode licht rijden
• Het geluid van een spoorwegdoorgang negeren

Wanneer een dergelijke fout plaatsvindt, wordt dit bijzonder serieus genomen. Het spreekt voor zich dat deze fouten vergaand van aard zijn. Een herexamen wordt aangewezen en er wordt geoefend op waar het juist mis ging.

Geslaagd voor het verkeersexamen?

Is je kind geslaagd? Geweldig! Indien je school dit voorziet, ontvang je het Verkeersdiploma van Veilig Verkeer Nederland.

Last, but certainly not least: fiets!

Je kind mag niet met om het even welke fiets deelnemen aan het praktische gedeelte van het verkeersexamen. De fiets moet veilig en passend zijn. Om dit laatste te verzekeren, vindt er een zogenaamde fietscheck plaats. Is de fiets in orde? Dan krijgt je kind een sticker dat tevens als “bewijsmateriaal” dient.

Aan welke criteria wordt een fiets onderworpen?

• Het stuur – staat het vast en op juiste hoogte? Staan de handvaten vast en zijn deze vrij van beschadigingen?
• Het zadel – staat het zadel vast? Hoe zit het met de hoogte? Kan je kind de grond raken met zijn tenen of meer?
• De rem – werken de (hand)remmen beide naar behoren?
• De banden – zijn deze opgepompt? Beschikken ze over voldoende profiel?
• Verlichting – is het voorlicht wit of geel? Straalt het voldoende naar voren? Straalt het rode licht voldoende achterwaarts? Het verkeersexamen vindt overdag plaats, dus niet-werkende verlichting wordt niet afgekeurd. Breng het in dit laatste geval liefst alsnog in orde.
• De pedalen – bieden ze een stevige grip? Beschikken ze beide over twee gele reflectoren?
• De wielen – hebben ze ontbrekende spaken? Dit mag niet. Ze moeten allen vastzitten. Hebben de banden een cirkelvormige zijreflectie? Beschikken de wielen over witte of gele reflectoren, tenminste één aan ieder wiel?
• De bel – werkt het naar behoren? Is het geluid duidelijk?
• De ketting – werd deze nauwkeurig afgesteld? Staat het niet te slap, noch te strak?