Had ik het me anders voorgesteld? Ik weet het niet. Wel weet ik dat nu mijn slingeraap anderhalf is en overal met grootste zelfvertrouwen opklimt. En dat ik mijn hart soms vasthoud en ik een geschrokken ‘ehhhhhfffff’ (het geluid van je adrenaline-niveau dat van 0 naar 100 schiet in een fractie van een seconde) niet altijd kan onderdrukken. Nu hij meer en meer gaat ontdekken en uitproberen, rijst bij mij steeds vaker de vraag: ‘Moet ik hem meer vrij laten en minder beschermen?’ Maar ben ik wel in de wieg gelegd om risicovol spelen te begeleiden? De nieuwste SIRE-campagne zette me opnieuw aan het denken.

SIRE: Laat jij je jongen genoeg jongen zijn?

Deze week kwam SIRE met de campagne ‘Laat jij je jongen genoeg jongen zijn?’, die direct stof deed opwaaien. Want zouden dan alleen jongens mogen ravotten en ontdekken? Hoe zit het dan met de ‘stoere meisjes’ die dat ook willen en de ‘rustige jongens’, die juist graag binnen willen knutselen en (rustig) spelen? Deze vraag deed direct een appèl op mijn onzekerheid als nieuwe moeder. Want ik ben immers bezig met het opvoeden van een jongetje! Doe ik het wel goed met de opvoeding van mijn zoontje?

Kijk mama ‘met zonder handen’!

Zoals ik al even aanhaalde, vind ik het spannend om te zien hoe mijn zoon heel onbesuisd door huis en tuin rent, al struikelend over zijn eigen voeten. Of als hij op zijn (piepkleine, nog geen meterhoge) glijbaantje klimt en triomfantelijk met ‘losse handen’ op het plateau gaat staan. Ik betrap me dan op de gedachte: ‘Als hij maar niet valt!’ Nu denk ik wel dat het heel natuurlijk is om als moeder (ouder) je kind te willen beschermen en pijn en leed te willen voorkomen. De vraag is alleen of het altijd goed is om je kind te ontzien en hem (of haar) niet te laten leren door ‘trail and error’, maar door wat jij als ouder aangeeft dat gewenst gedrag is.

Jongens en meisjes zijn gelijk, maar niet hetzelfde!

Als ik verhalen hoor van vriendinnen met dochtertjes, dan hoor ik de verschillen: knippen, plakken, tekenen, rustig in een hoekje een pop in bed leggen etc. Dat is hier (nog) niet aan de orde: buiten rennen, gooien met speelgoed, uitdagen, grenzen verkennen, dát ervaar ik hier al wel (op een positieve manier!). Doen, uitproberen en risico nemen is belangrijk voor kinderen en zeker voor jongens, zeggen de experts. Maar als ouder ‘van het andere geslacht’ in een toenemend ‘beschermende maatschappij’ denk ik weleens: hoe dan?

Anders dan vroeger?

Als ik denk aan mijn eigen jeugd, dan mocht ik best veel vrij buitenspelen. Gewoon de wijk in met vriendinnetjes en dan af en toe thuis even mijn hoofd laten zien of even wat komen drinken. Dat spelen was dan ook slootje springen en bomen klimmen, terwijl ik verder wel echt het type was (en ben) van ‘met een boekje in een hoekje’. Ook was het volstrekt normaal om vanaf groep 5 alleen naar school te fietsen, waarbij je wel echt een paar heel drukke wegen moest oversteken. Daarnaast deed mijn moeder weleens een snel boodschapje als wij tussen de middag in bed lagen. Ze bleef maar kort weg, maar ze deed het wel. Want die boodschappen moesten toch gehaald worden en ons kinderen meenemen was niet altijd een optie. Toen echt de gewoonste zaak van de wereld. Als ik nu zo eens om me heen kijk, lijken de normen te zijn veranderd. De wereld is dat immers ook. We lijken voorzichtiger te zijn geworden. Helmpjes op bij het fietsen, naar school brengen en weer ophalen tot en met groep 8, buitenspelen onder toezicht en liefst bij speeltoestellen met rubbertegels eronder. Ik oordeel niet! Maar ik vraag me wel af: wat is wijsheid? Slaan we niet te veel door met onze voorzichtigheid? En waar ligt dan die spreekwoordelijke grens, die kinderen zo graag opzoeken?

Laat ik mijn jongen wel genoeg jongen zijn?

Onze zoon heeft het geluk op te mogen groeien met een papa en een mama thuis, die hem beiden anders benaderen. Ik vanuit mijn rol als moeder en mijn ‘vrouw-zijn’, mijn man als vader en als ‘man’. Ik hoop dat het ons lukt om mijn jongen echt jongen te laten zijn, zoals dat bij hem past. Dat hij de kans krijgt te ontdekken hoe hij in elkaar zit, als jongen en als mens. Door leren en proberen, vallen en opstaan, knutselen en klimmen. Daarvoor onderdruk ik met liefde af en toe een: ‘Oehhh, aiiiiii en oooooh!’ Nu wil ik geen knuppel in het hoenderhok gooien, maar ik ben wel heel benieuwd. Hoe jullie denken over: Doen, uitproberen en risico nemen bij kinderen (dus zowel jongens als meisjes)? Welke risico’s laat jij je kind nemen? Hij is pas anderhalf, dus ik kan nog wel wat succesverhalen gebruiken… 😉