ICSI, voluit intracytoplasmatische sperma injectie, is een vorm van kunstmatige bevruchting. Bij deze fertiliteitstechniek brengt de dokter één zaadcel met een microscopische naald door de celwand heen in een eicel. Het is dus een injectie van een zaadcel in een eicel. Dit is meteen het grote verschil met een andere fertiliteitsbehandeling genaamd in-vitrofertilisatie (IVF). Bij deze behandeling krijgen vele zaadcellen de kans om met een eicel te versmelten en zo een embryo te vormen.

ICSI-fertilisatie is een recente ontwikkeling in de medische wereld

Deze fertiliteitstechniek is naar medische normen nog maar recent tot stand gekomen. De methode werd ontwikkeld aan de Vrije Universiteit van Brussel. De wetenschappers slaagden er in 1991 in om zaadcellen met een microscopische naald uit het sperma af te zonderen. Deze geïsoleerde zaadcel konden ze vervolgens in een eicel injecteren. Eens zich een embryo gevormd had, werd dit in de baarmoeder ingebracht. Dit leidde in 1992 tot een eerste zwangerschap.

ICSI verschilt dus grondig van in-vitrofertilisatie. Bij in-vitrofertilisatie worden de zaadcellen van de man kort samengevat samengebracht met een eicel van de vrouw. Vanaf dit moment is er bij IVF geen verdere tussenkomst. De bevruchting gebeurt bij IVF in een schaaltje, maar wel op een natuurlijke manier. Na de bevruchting plaatst de dokter het schaaltje in een broedstoof. Bij de intracytoplasmatische sperma injectie is de werkwijze anders. Vanuit het sperma van de man nemen de onderzoekers in het labo een zaadcel weg, waarna deze met behulp van een microscopische naald in de eicel geïnjecteerd wordt.

Situaties waarin deze techniek het overwegen waard is

In vergelijking met in-vitrofertilisatie kan dit in een aantal situaties een betere oplossing zijn om de kinderwens tot stand te brengen.

  • Als de kwaliteit van het sperma van de man niet optimaal is, maar de man is wel vruchtbaar, overweegt men dikwijls ICSI-fertilisatie. Dit kan verschillende facetten hebben. Zo kan het zijn dat het genetisch materiaal in de zaadcel volledig OK is, maar dat de “buitenkant” van de zaadcel er niet zo goed uitziet. Dit kan de natuurlijke bevruchting bemoeilijken.
  • Ook bij een ernstige mannelijke onvruchtbaarheid past men de techniek toe. In dit geval zijn er in het zaadvocht heel weinig zaadcellen aanwezig. Via microscopisch onderzoek worden de zaadcellen individueel met een naald “opgepikt” worden, waarna ingezet worden voor ICSI-fertilisatie.
  • ICSI-fertilisatie kan ook worden toegepast worden als er bij de vrouw weinig eicellen zijn. Door gebruik te maken van een injectie in de zaadcel laat men minder aan het toeval over. Dan is er meteen een zaadcel in de eicel geïnjecteerd zonder het proces van bevruchting in de broedstoof. Men is met andere woorden meer “spaarzaam” met de beschikbare eicellen.
  • Ook als een IVF-programma niet goed verloopt en de redenen hiervoor niet helemaal duidelijk zijn, gebeurt het dat men de intracytoplasmatische sperma injectie als volgende stap bekijkt.

Wat gebeurt er eens de bevruchting tot stand is gekomen

Eens de bevruchting tot stand is gebracht, zijn er verschillende mogelijkheden. Uiteraard kan het embryo in de baarmoeder van de vrouw ingebracht worden. Maar het is bijvoorbeeld ook mogelijk om bevruchte embryo’s in te vriezen. Wat dit aspect betreft, is er geen verschil tussen een bevruchting met IVF- of ICSI-fertilisatie. De embryo’s worden drie tot zes dagen na de bevruchting snel diepgevroren met vloeibare stikstof. Later kan het embryo terug ontdooid worden en in de baarmoeder geplaatst worden.

Interessant om weten is dat zaadcellen zélf ook ingevroren kunnen worden. Dit is opmerkelijk, want eicellen kunnen bijvoorbeeld niét op deze manier bewaard worden. Als er zeer weinig kwalitatieve zaadcellen bruikbaar zijn bij de man, kunnen de gewonnen zaadcellen op deze manier geconserveerd blijven en op het gepaste tijdstip gebruikt worden in de behandeling.

Stappen in het proces van de intracytoplasmatische sperma injectie

Laten we nu nog eens de concrete stappen bij de vruchtbaarheidsbehandeling op een rij zetten en de verschillen tussen in-vitrofertilisatie en ICSI-fertilisatie duiden.


Er is om te beginnen sprake zijn van een hormoonbehandeling waarbij de eierstokken gestimuleerd worden om eicellen te produceren. Er kunnen op deze manier vijf tot tien eicellen rijpen per behandeling.

De eigenlijke stappen voor de fertilisatie beginnen dan bij een punctie bij de vrouw. Hierbij worden gerijpte eicellen met een naald weggezogen. Deze ingreep kan pijnlijk zijn. Dikwijls gebeurt het dan ook met verdoving. De man levert van zijn kant een spermastaal. Belangrijk hierbij is dat beide partners naast de voorgeschreven behandeling ook een gezonde levensstijl in acht nemen. Zowel voor de kwaliteit van de eicel als van de zaadcel is het primordiaal om gezond te eten en voldoende lichaamsbeweging te nemen. Roken en een overdadig gebruik van alcohol zijn absoluut te mijden. Ook stress kan een hinderpaal zijn. Een relaxte houding tijdens deze fase is zeker een grote hulp.

De volgende stap is de bevruchting. Hier merken we dus het grootste verschil tussen IVF- en ICSI-fertilisatie. Bij in-vitrofertilisatie worden de zaadjes samengebracht met de eicel, terwijl bij intracytoplasmatische sperma injectie een individuele en onderzochte zaadcel direct in de eicel ingebracht is, zoals we reeds beschreven. Is de versmelting tussen zaadcel en eicel een feit, dan spreken we over een bevruchting en komt er een embryo tot stand.

In het geval van een succesvolle bevruchting plaatst de vruchtbaarheidsspecialist na enkele dagen een of meerdere embryo’s terug in de baarmoeder. Als dit embryo zich goed in de baarmoeder nestelt, spreken we van een zwangerschap.

Wie komt in aanmerking voor deze behandeling?

Je komt in aanmerking voor de vruchtbaarheidsbehandeling als je jezelf in een van de volgende situaties bevindt:

  • Onderzoek heeft uitgewezen dat je slecht functionerende eileiders of eierstokken hebt
  • Er zijn hormonale stoornissen die het zwanger worden bemoeilijken
  • Bij endometriose, dit wil zeggen een aandoening aan het slijmvliesweefsel in de baarmoeder
  • Bij de man is de zaadkwaliteit niet goed
  • De man heeft vruchtbaarheidsproblemen
  • Andere methodes om zwanger te worden zijn niet gelukt

Kansen op slagen

De kansen voor het welslagen van de vruchtbaarheidsbehandeling hangen van veel factoren af, zoals bijvoorbeeld je leeftijd, je algemene gezondheid of je levensstijl.

Aan elke vruchtbaarheidsbehandeling gaat een medisch traject vooraf. Bespreek elke vraag en onzekerheid met je arts. De medische wereld heeft met deze techniek een methode ontwikkeld die de kinderwens van koppels kan doen uitkomen. Bovendien is de wetenschap ook steeds in beweging. Ook kan het gebeuren dat de fertiliteitsbehandelingen niet het gewenste effect hebben en je je hierbij moet neerleggen. Het is uw arts die in samenspraak met je beslist wat de beste optie en houding is.