Een baby krijgt tot zijn vierde levensmaand alleen borstvoeding of flesvoeding. Vanaf vier tot zes maanden krijgt hij ook vast voedsel in de vorm van hapjes. Eerst krijgt je baby dagelijks een fruithapje en groentehapje, later ook ander vast voedsel, zoals een boterham, melk en yoghurt.

Borst- of flesvoeding tot vier maanden

De eerste voeding die je baby krijgt is borstvoeding of flesvoeding. Je kiest zelf wat je je baby gaat geven. Kies je voor borstvoeding, dan kun je deze ook uit een fles geven. Daarvoor moet je eerst de melk uit je borsten kolven. Borst- en flesvoeding wordt samen zuigelingenvoeding genoemd. In zuigelingenvoeding zit alles wat je jonge baby nodig heeft. Dit zijn de voedingsstoffen die erin zitten:

  • water
  • eiwitten
  • vetten
  • vitaminen
  • mineralen
  • ijzer
  • lactose
  • enzymen

Deze voedingsstoffen zitten zowel in borst- als in flesvoeding, in precies de juiste hoeveelheden. Geef je flesvoeding en twijfel je tussen de verschillende merken. Dan is dat eigenlijk niet nodig: in elk soort flesvoeding moet een bepaalde hoeveelheid van de bovenstaande voedingsstoffen zitten. Er is voor elke voedingsstof een minimum- en een maximumeis. Een goedkopere voeding kiezen, kan dus geen kwaad. Zuigelingenvoeding geef je in de eerste vier maanden veelal op verzoek van je baby, meestal komt dit globaal neer op deze hoeveelheid voedingen per dag, eerlijk verdeeld over de dag.

  • de eerste twee maanden: zes tot acht keer per dag 120 milliliter
  • vanaf maand twee tot en met maand drie: vijf keer per dag 150 tot 180 milliliter

Vanaf maand vier geef je nog steeds vijf keer per dag 150 tot 180 milliliter voeding, maar nu eventueel aangevuld met een fruit- en groentehapje.

Van zuigelingenvoeding naar hapjes: Starten met fruit en groente vanaf vier maanden

Als je baby vier maanden oud is, mag je de zuigelingenvoeding aan gaan vullen met een fruit- en groentehapje. Je mag hier ook nog even mee wachten tot je baby vijf of zes maanden oud is. Bij zes maanden mag je baby ook pap eten; thee en diksap drinken. Het voedingsschema van zuigelingenvoeding en vast voedsel ziet er dan als volgt uit.

  • vanaf vier tot vijf maanden: vijf zuigelingenvoedingen per dag van 150 tot 180 milliliter eventueel aangevuld met een fruit- en groentehap
  • vanaf zes maanden: drie tot vier zuigelingenvoedingen per dag van 200 milliliter aangevuld met een fruithap, groentehap en eventueel papvoeding, thee en diksap

Wanneer je gaat beginnen met fruithapjes of groentehapjes kies je zelf. De meeste ouders kiezen ervoor om er pas bij zes maanden mee te starten, aangezien je dan meteen wat grotere porties kunt geven, een compleet bakje in plaats van een paar eetlepels. Je kiest ook zelf of je de fruit- of groente babyvoeding uit een potje geeft of zelf maakt. Het voordeel van een potje halen uit de supermarkt is dat je deze voeding gemakkelijk en snel aan je baby kunt geven. Het voordeel van zelf fruit of groente maken, is dat je je baby vers fruit en groente geeft en dat je baby hier ook aan went. Zelf maken is niet moeilijk: je prakt het fruit of de groente fijn of mixt het met een staafmixer. Het kost enkel wat tijd. Je kunt meerdere groentehapjes tegelijk bereiden en deze invriezen of in de koelkast zetten. Dit bespaart je tijd. Een fruithapje geef je in de ochtend of middag, tussen twee zuigelingenvoedingen in. De groentehap geef je aan het einde van de middag of aan het begin van de avond, rond etenstijd. Als je wilt, kun je vanaf dit moment je baby mee aan tafel nemen, zodat hij direct went aan het gezamenlijke moment van het avondeten. De thee die je eventueel aan je baby geeft, kan het beste gemaakt zijn van een zakje normale thee. Zorg ervoor dat de thee lauw is en zeker niet heet. Diksap bereid je met water; net zoals je bij limonadesiroop doet. De papvoeding meng je met de zuigelingenmelk.

Starten met een boterham vanaf zeven tot acht maanden

Heeft je kind de leeftijd van zeven tot acht maanden, dan mag je je baby naast de zuigelingenmelk, fruithap, groentehap, thee, diksap en papvoeding ook een bruine boterham geven tijdens ontbijt- en lunchtijd. Hierop smeer je eventueel wat margarine en een beetje smeerkaas of smeerleverworst. Er wordt aangeraden om smeerleverworst niet te vaak te geven. Van de gesmeerde boterham haal je de korstjes af en je snijdt hem in kleine stukjes. Er is meer vast voedsel dat je kind vanaf zeven maanden mag eten. Wat precies, dat zie je hieronder.

  • vanaf zeven tot acht maanden mag je kind een bruine boterham met margarine en beleg als ontbijt en lunch, of hiervoor in de plaats granen-broodpap, hierbij wordt een fles melkvoeding van 200 milliliter gedronken
  • vanaf dit moment mag je kind ook: kinderbiscuit, soepstengel, rijstwafel en broodkorst als tussendoortje
  • ook mag je kind vanaf zeven tot acht maanden een groentehap met gekookt, gemalen of gestoofd ei, vlees, kip of vis.

Een toetje bij de maaltijd vanaf negen maanden

Vanaf negen maanden tot aan twaalf maanden is je baby klaar voor een bakje yoghurt als toetje na de maaltijd. Het beste kun je hiervoor gewone, volle of halfvolle yoghurt, eventueel op smaak gemaakt met een beetje diksap of fruit. Ook de avondmaaltijd ziet er nu anders uit. Hoe dat zie je hieronder.

  • tussen de negen en twaalfmaanden mag je kind yoghurt als toetje eten
  • ook mag je kind vanaf dit moment gebakken ei, vlees, kip of vis door de groentehap

Je kind krijgt in deze periode ook nog steeds een boterham bij het ontbijt en de lunch met een flesvoeding van 200 milliliter. Ook de fruithap, een tussendoortje met diksap of thee wordt nog steeds gegeven.

Gewone melk vanaf twaalf maanden

Vanaf 12 maanden mag je kind alles eten; oftewel je kind kan met de pot mee eten. Let er wel op dat je het eten nog steeds fijn maakt als het te hard is; dat je niet te grote, harde stukken aan je kind geeft, in verband met stikgevaar. Vanaf een jaar mag je de twee flessen opvolgmelk of borstvoeding gaan vervangen met gewone, halfvolle melk uit een pak. Eventueel kun je deze melk in de magnetron een beetje verwarmen om je kind te laten wennen aan de koude melk. Je hoeft vanaf deze leeftijd geen voeding in een pak meer te halen of je kind aan de borst te leggen, maar het mag wel. Het kan geen kwaad. Het totale schema vanaf 12 maanden ziet er zo uit.

  • ontbijt: een fles gewone melk met een of twee boterhammen met beleg
  • fruithapje met diksap of thee
  • lunch: een fles gewone melk
  • tussendoortje: soepstengel, biscuit, broodkorst of iets anders met diksap of thee
  • avondeten: groentehap met ei, vlees, kip of vis en yoghurt als toetje

Dit is een globaal schema van wat je je kind kunt geven vanaf zes maanden. Het staat natuurlijk niet vast dat je je kind precies deze voedingen geeft. Je mag er uiteraard van afwijken. Sommige kinderen krijgen ’s avonds of ’s nachts bijvoorbeeld nog wat langer een flesvoeding. Anderen krijgen hun yoghurt alvast in de middag. Wel is het handig om in dit stadium naar een schema toe te werken dat lijkt op die van jezelf, met een ontbijt, lunch, avondeten en tussendoortjes. Zo raakt je kind gemakkelijker gewend aan dezelfde tijden als je zelf ook eet en kan je kind telkens aanschuiven aan tafel. In principe mag je kind vanaf 12 maanden alles eten, dus ook suiker. Doe dit liever wel met mate. Als je eenmaal met veel suiker begint, dan went je kind hier snel aan en zal je kind er steeds meer om gaan vragen.

Jonge kinderen smeren met hun eten; daar is niks aan te doen

Zodra je kind begint met het eten van vast voedsel dan zal het je al snel opvallen dat het een grote kliederboel wordt. Niet alleen de mond van je baby zit onder, zijn hele hoofd, handen en slabber of kleding zit eronder. Misschien ben je door al dat geklieder met eten, geneigd om je kind zo netjes mogelijk het lepeltje in de mond te stoppen en dit zo lang mogelijk voor hem te blijven doen. Het is echter belangrijk voor een kind dat hij mag experimenteren met voedsel. Door aan de voeding te voelen, het zelf in de mond te stoppen en ermee te spelen, maakt je kind kennis met de nieuwe ervaring en gaat het eten hem steeds gemakkelijker af. Twijfel je over de leeftijd waarop je kind zelfstandig kan eten? Er is niet een vaste leeftijd om je kind zelf te laten eten, geef het uit handen als je kind graag zelf wil eten, want daar leert hij heel veel van.