Veel vrouwen stoppen met het geven van borstvoeding na hun zwangerschapsverlof. Bij bijna 1 op de 5 vrouwen die aangeeft te stoppen, is er geen ruimte op het werk beschikbaar voor het afkolven van moedermelk of wordt kolven op het werk niet gewaardeerd. In België is dit zelfs bij 1 op de 3 vrouwen een reden om te stoppen. Dat is één van de uitkomsten uit het Nationaal Borstvoeding Onderzoek 2021 uitgevoerd in opdracht van Gewoonborstvoeding.nl.

Wettelijke rechten voor borstvoeding

Een schokkende uitkomst uit het onderzoek, want wanneer je nog borstvoeding wilt blijven geven als je weer aan het werk gaat, dan heb je wettelijk het recht om dit te doen tijdens werktijd. Het kan moeilijk zijn om borstvoeding te combineren met werk. Als je weer gaat werken begint het ‘gewone leven’ weer en is er minder tijd om het geven van borstvoeding of het afkolven van moedermelk de volle aandacht te geven. Agenda’s zitten vol gepland en er is geen prettige kolfruimte beschikbaar. Maar je werkgever is wettelijk verplicht om een geschikte ruimte voor je beschikbaar te stellen. En als er op je werk geen geschikte ruimte is, dan moet je werkgever je de mogelijkheid geven om thuis borstvoeding te geven of te kolven.
wereld-borstvoeding-week-2021

Meer voorlichting over borstvoeding is belangrijk

Veel vrouwen vinden het lastig om het afkolven op het werk met hun werkgever bespreekbaar te maken. Meer voorlichting hierover richting zowel vrouwen als richting het bedrijfsleven is erg belangrijk. Borstvoeding moet worden beschouwd als een volksgezondheidskwestie die op alle niveaus investeringen en ondersteuning vereist. Wereld Borstvoeding Week is een wereldwijde campagne om het bewustzijn rondom borstvoeding te vergroten. Jaarlijks wordt de Wereld Borstvoeding Week (WBW) georganiseerd van 1 t/m 7 augustus door WABA, de World Alliance for Breastfeeding Action.
moeder-geeft-borstvoeding-in-het-park

Langer borstvoeding geven

Meer voorlichting rondom borstvoeding is sowieso erg belangrijk. Informatie over de invloed van borstvoeding op de gezondheid van moeder en kind verdient een groot podium. Het is belangrijk om het langvoeden uit de taboesfeer te halen en om rolmodellen te creëren via de media. Uit het Nationaal Borstvoeding Onderzoek 2021 blijkt bijvoorbeeld ook dat slechts 8% van de moeders langer dan 24 maanden borstvoeding geeft. Dit in tegenstelling tot het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie. Zij adviseren moeders hun kind tot zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Na dat eerste half jaar kan er bijvoeding geïntroduceerd worden, maar blijft borstvoeding de belangrijkste voedingsbron. Het is ideaal als de borstvoedingsrelatie tot voorbij het tweede levensjaar blijft bestaan.

Nationaal Borstvoeding Onderzoek 2021

In het kader van de Wereld Borstvoeding Week, wordt in opdracht van Gewoonborstvoeding.nl jaarlijks het Nationaal Borstvoeding Onderzoek gehouden. Tussen 20 en 25 juli werd ook dit jaar weer onderzoek gedaan naar het geven van borstvoeding, ervaringen met het geven van borstvoeding en de invloed van corona op borstvoeding. Het is met inmiddels 4.350 deelnemende vrouwen het grootste onderzoek naar borstvoeding in Nederland.

Dit jaar werd voor het eerst ook in België een onderzoek gedaan. En met inmiddels meer dan 1.250 deelnemers is de bereidheid van moeders en zwangere vrouwen om informatie te delen rondom borstvoeding ook daar erg groot.

Enkele andere interessante uitkomsten uit het borstvoedingsonderzoek in Nederland en België:

  • In zowel Nederland als België is 4 op de 5 zwangere vrouwen van plan om borstvoeding te geven aan haar kindje.
  • Na de bevalling heeft bijna 90% van de vrouwen ook daadwerkelijk borstvoeding gegeven.
  • Als belangrijkste reden voor het kiezen voor het geven van borstvoeding wordt gegeven: “Het is gezond voor zowel mijn baby als voor mezelf”
  • “Een voorkeur voor flesvoeding” wordt gegeven als belangrijkste reden om er voor te kiezen om geen borstvoeding te geven.
  • De meest voorkomende klacht bij het geven van borstvoeding: “Ik had pijnlijke borsten en/of tepels”. Als tweede klacht wordt genoemd “Moeite met aanleggen” en als derde klacht “Te weinig melkproductie”.
  • In België antwoordt 50% van de vrouwen met Ja op de vraag: “Heb je je wel eens ongemakkelijk gevoeld bij het voeden van je kindje in een openbare gelegenheid?”. In Nederland is dat iets meer dan 45% van de vrouwen.

Bron: Nationaal Borstvoeding Onderzoek