Wil je je vruchtbare dagen en ovulatie berekenen? Lees dan snel verder voor meer informatie en gebruik onze gratis tool om je vruchtbare dagen te berekenen.

Heel veel kinderen worstelen met het vak wiskunde, maar voor sommige leerlingen gaan de problemen verder dan een beetje gefrustreerd reageren. Als de mathematische moeilijkheden van je kind zich blijven opstapelen, behoren ze vaak tot de categorie van leerstoornissen. In dit geval wordt het ook wel dyscalculie genoemd. In deze blog “Dyscalculie: hoe weet je of je kind het heeft” de symptomen en hoe kan je deze leerstoornis aanpakken.”
Dyscalculie is een vakterm die wordt omschreven om specifieke leerstoornissen te benoemen. In dit geval heeft het te maken met alles wat te maken heeft met rekenkundige bewerkingen die het kind moet proberen te begrijpen, te leren en praktisch uit te voeren. Het aantal kinderen die te kampen hebben met dyscalculie schommelt tussen de vijf en zeven procent. Zowel jongens als meisjes hebben hiermee te maken.
Het antwoord is kort en bondig; nee. Niet alle wiskundige problemen worden onder de algemene noemer dyscalculie ondergebracht. Afwijkingen zoals ADHD, dyslexie en andere aandoeningen kunnen ook een rechtstreekse invloed hebben op het leervermogen van een kind. Het is ook bewezen dat leerlingen met dyscalculie ook andere leerstoornissen kunnen hebben.
Het is een beetje koffiedik kijken om dyscalculie te ontdekken. Hoe kom je te weten of je kind het heeft of niet? Het merendeel van de kinderen rekenen op hun vingers nadat schoolvrienden van hun leeftijd die vorm van rekenen al lang hebben afgezworen. Andere kenmerken van dyscalculie zijn:
Wiskunde is ontegensprekelijk één van de hoofdvakken op school. Kinderen met dyscalculie kunnen volgende nadelen ondervinden tijdens het volgen van de lessen:
Als je kind leerproblemen heeft, raadpleeg dan een arts om mogelijke gezichts- of gehoorproblemen uit te sluiten die mogelijk invloed hebben op het leervermogen van je kind. Maak vervolgens met de wiskunde docent een afspraak om er achter te komen wat de leerachterstand is. Overleg ook met andere leerkrachten om te hengelen of je kind ook op andere vakgebieden met leerstof worstelt. Na de afspraak met een arts en een onderwijsspecialist, kan je vaak via de school in contact komen met gespecialiseerde vakmensen die je kind onderwerpen aan testen. De wiskundige vaardigheden worden uitvoerig geëvalueerd. Deze testen zijn de enige manier om zeker te weten of je kind aan dycalculie lijdt. Deze proeven worden ook educatieve of psychosociale testen genoemd. De uitgevoerde testen steunen op vier pijlers:
Meestal bekijkt een expert deze testen en stelt een rapport op dat je kan helpen de noodzakelijke behoeften en noden van je kind aan te pakken.
Er zijn een aantal werkwijzen waarop je een kind met dyscalculie kunt ondersteunen als ouder, zowel op school als daarbuiten. Zorg dat je de nodige academische ondersteuning krijgt. Kinderen met dyscalculie hebben extra ruggensteun nodig om hen in goede banen te leiden in de lessen van wiskunde, huistaken te maken en tests af te leggen. Door verschillende soorten ondersteuning uit te proberen, kan jij en je kind de juiste hulpmiddelen voor de specifieke behoeften vinden. Volgende stappen kan je op eigen houtje ondernemen:
Zoek een leraar wiskunde – vooral iemand die de nodige ervaring heeft opgedaan met het werken met studenten die anders leren -, die je gouden tips kan geven hoe je op een effectieve manier wiskundeproblemen kan benaderen. Bijles kan uiteraard je kind ook helpen om in een minder stressvolle omgeving vaardigheden te leren op eigen tempo.
Technologie en andere hulpmiddelen kunnen je kind voorthelpen bij het navigeren van moeilijke wiskundeproblemen:
De problemen kunnen verder gaan dan alleen maar de school. De impact van dyscalculie kan ervoor zorgen dat je kind een laag zelfbeeld heeft. Als jij je kind helpt om de leerstoornis in de juiste context te plaatsen, kan dit je kind helpen om de rekenstoornis op emotioneel vlak te beheersen. Veel kinderen met dyscalculie kampen met de zogenaamde 'wiskundeangst'. In die mate zelfs dat angst helemaal de bovenhand neemt. Ze kunnen zich niet meer voldoende concentreren tijdens de leerproblemen of bij het slagen voor de test omdat ze zich de hele tijd zorgen maken om het slecht te doen.