Het is een trend die al jarenlang aan de gang is: scholen in Nederland en ook in andere landen, bepalen steeds vaker zelf hun schooltijden. In 2012 volgde van alle Nederlandse basisscholen 25 procent alternatieve schooltijden. In 2018 was van alle basisscholen in Nederland liefst 59 procent al afgestapt van de traditionele schooltijden die decennialang in ons land gangbaar waren. Deze traditionele tijden liepen doorgaans van 8.30 uur tot 15.30 uur. Steeds meer onderwijsinstellingen wijken dus van die trend af.

Maar waarom is dit eigenlijk zo en kiest het basisonderwijs in toenemende mate voor aangepaste lesroosters? Wat zijn de grootste voordelen van het zelf bepalen van de schooltijden? En welke vijf nieuwe varianten schooltijden komen er het meeste voor?

Redenen voor variabele schooltijden

Er zijn diverse redenen en argumenten waarom scholen ervoor kiezen om hun schooltijden aan te passen. In de eerste plaats is aanpassing door de overheid mogelijk gemaakt om als school flexibel te kunnen inspringen op de behoeften van ouders, leerlingen en scholen zelf. In principe is de norm dat Nederlandse scholieren van groep 1 tot en met groep 8 minstens 7520 klokuren lessen volgen op school. Hierbij gold de regel dat 3520 lesuren gegeven moesten worden in de eerste vier leerjaren en de overige 4000 lesuren in de laatste vier leerjaren ingevuld dienden te worden. Deze eis is in 2006 losgelaten, waardoor scholen de invulling zelf kunnen doen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld kiezen voor een gelijke invulling qua uren per leerjaar, van 940 minimaal dus lesuren. Maar er zijn natuurlijk nog veel meer mogelijkheden qua invulling, zoals we straks zullen zien. Zolang scholen aan de gestelde normen kunnen voldoen en kunnen aantonen dat het minimaal vereiste aantal contacturen gehaald worden, hebben ze de vrijheid en ruimte om hun lestijden variabel in te vullen.

Ten tweede kunnen scholen door andere lestijden te hanteren tegemoetkomen aan de wens van flexibel werkende ouders. Steeds meer mensen werken als zzp'er of op afwijkende tijden. Daarbij komt nog dat vandaag de dag ongeveer zeven tot acht op de tien Nederlandse vrouwen (flexibel) werkzaam is. Door het schoolrooster hierop aan te passen, hoeven ouders minder te meten en passen om hun kinderen op school te krijgen of op te halen. Dit brengt zowel voor ouders als ook voor leerlingen meer rust en regelmaat in hun dagstructuur.

De voordelen van de invoer van nieuw schooltijden

Met name in de periode 2000 tot 2015 is er in Nederland veel onderzoek gedaan naar het nut en de voordelen van alternatieve schooltijden. Een eerste voordeel van andere lestijden is bijvoorbeeld dat er ingespeld kan worden op de biologisch klok. Met name kinderen die gaan puberen, wat bij meisjes al in groep zeven kan beginnen, hebben biologisch gezien behoefte aan later beginnen op school. Amerikaanse onderzoek heeft aangetoond dat pubers die elke dag een uur later beginnen, gemiddeld een halve punt beter scoren op toetsen.

Een tweede pluspunt is dat overblijfvoorzieningen tijdens de middagpauze of na schooltijd minder nodig zijn. Bij flexibele lestijden kan dit gespreid worden en is er minder tussentijdse of naschoolse opvang nodig, natuurlijk afhankelijk van het lestijdenmodel dat gehanteerd wordt. Of kan de naschoolse opvang beter afgestemd worden op de lestijden, wat voor alle betrokken partijen (leerlingen, leerkrachten en ouders) praktischer is. Dit ontlast overblijfmoeders en leerkrachten, en zorgt ervoor dat leerlingen thuis kunnen zijn als (een van) hun ouder(s) dat ook is/zijn.

Als derde voordeel kan het feit genoemd worden dat bij flexibele lesroosters leerlingen en hun ouders gestimuleerd worden om zelf meer verantwoordelijkheid te nemen voor het onderwijs en daar bewust over na te denken. Zo zijn er basisscholen die ruimte bieden om zelf vrije uren en vrije dagen te kiezen, of bijvoorbeeld in de zomer onderwijs te volgen. Hierdoor wordt een groter beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van ouders en leerlingen zelf en leren kinderen en jongeren bewuster nadenken over plannen, vooruitdenken en verantwoordelijkheid nemen.

Vijf belangrijke modellen met alternatieve lestijden

In Nederland zijn er vijf modellen met alternatieve lesuren die veel door basisscholen toegepast worden. Deze modellen staan bekend als het Hoorns model, het continurooster, het bioritmemodel, het vijf-gelijke-dagenmodel en het 7-tot-7-model. Hieronder werken we per model kort en puntig uit hoe de rooster eruit zien qua weekverdeling, dagopbouw en/of urenopbouw.

1. Het Hoorns model

Het hoofdkenmerk van het Hoorns model is dat de leerlingen twee middagen in de week vrijaf hebben van school, namelijk op de woensdagmiddag en op de vrijdagmiddag. Binnen dit model bieden basisscholen ouders veelal de ruimte voor voorschoolse opvang (VSO), van bijvoorbeeld 7.30 uur tot 8.30 uur. Daarna zijn er tot 12.00 uur lessen. Vervolgens is er een pauze van 60 minuten voor het nuttigen van de lunch en om buiten te spelen. Om 15.00 uur is de schooldag voorbij. Ouders kunnen binnen het Hoornse model doorgaans nog enkele uren gebruikmaken van de buitenschoolse opvang (BSO). Op woensdagmiddag en vrijdagmiddag zijn de leerlingen om 13.00 uur vrij.

2. Het continurooster

Kern van het continurooster is vier dagen volledig les, en op woensdag in de middag vrij. Er is een verplichte korte lunchpauze op school, die varieert van 30 minuten tot 45 minuten. De schooltijden vallen tussen 8.30 uur en 14.30 uur en er is ruimte voor voor en naschoolse opvang, dus VSO en BSO.

3. Het bioritmemodel

Het bioritmemodel is gericht op uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek en aangepast op tijden waarop kinderen maximaal presteren, specifieke tussen 10.00 uur tot 12.00 uur voor leren/presteren en 14.30 uur tot 16.30 uur voor het repeteren. Er is een lange middagpauze van zo'n 2,5 uur met ruimte voor sport, cultuur en ontspanning, evenals doorgaans VSO en BSO.

4. Het vijf-gelijke-dagenmodel

Het vijf-gelijke-dagenmodel zet in op structuur, regelmaat en voorspelbaarheid. Het rooster is opgebouwd uit vijf gelijke schooldagen, van 8.00 uur tot 14.00 uur of van 8.30 uur tot 14.30 uur. Er zijn geen vrije middagen. De naschoolse opvang begint direct na de laatste lessen. Ook is er voor ouders de mogelijkheid om gebruik te maken van voorschoolse opvang.

5. Het 7-tot-7-model

Het zogenoemde 7-tot-7-model is het meeste gevarieerde lestijdenmodel. Hierbij is de school het hele jaar, ook in de zomervakantie, toegankelijk voor onderwijs. Er wordt gewerkt in wisselende lesblokken, met onderwijs, sport, opvang en ontspanningstijd als hoofdkern. Het onderwijs is erg geïndividualiseerd onderwijs en leerlingen/ouders hebben ruimte om hun eigen vakanties en vrije uren in te delen. Er wordt in dit systeem gestreefd naar een uniform pedagogisch beleid waarbij alle kinderen dezelfde onderwijskwaliteit krijgen, maar niet altijd op hetzelfde moment.