Zo gauw je kleine geboren is, staat hem of haar de eerste grote test al te wachten. Direct na de bevalling wordt er namelijk gecheckt hoe het gaat met je baby. Wat zijn de levenskansen van je kleine? Dit testen wordt gedaan door middel van de Apgar-score. Met behulp van een paar simpele oefeningen bekijkt de verloskundige of gynaecoloog of je baby de geboorte goed doorstaan heeft. Belangrijk, want bij een te lage score op deze test moet er vaak direct actie worden ondernomen.

Wat is de Apgar-score?

De term Apgar klink wat exotisch, maar kan worden gelezen als een afkorting van de zaken die getest worden. In het Engels gaat het om de volgende onderdelen:

  • Appearance (kleur)
  • Pulse (hartslag)
  • Grimace (prikkelreactie)
  • Activity (spanning van de spieren)
  • Respiration (de ademhaling)

Overigens is de test vernoemd naar de bedenker, dokter Virginia Apgar. Zij was een Amerikaanse chirurg, die in 1952 deze versie van de test bedacht.

Hoe wordt de test afgenomen?

De Apgar-score wordt bij een baby drie keer afgenomen. De eerste keer is één minuut na de geboorte en daarna nog eens met vijf en met tien minuten na de geboorte. Er worden een aantal kleine testjes gedaan om te beoordelen hoe de baby scoort op de vijf controlepunten. Op ieder controlepunt kan de baby nul, één of twee punten scoren. Hoe hoger de score, hoe beter.

1. Huidskleur (Appearance)

Is de baby erg bleek of blauw van kleur? Dit kan onder meer wijzen op een zuurstoftekort, doordat de doorbloeding in het lichaam niet optimaal is. Is het hele lichaam blauw of bleek? Dan worden er nul punten gegeven op dit onderdeel. Zijn alleen de armpjes of beentjes blauw? Dan wordt er één punt gegeven. Heeft de baby een normale, gezonde kleur? Dan worden er twee punten gegeven.

2. Hartslag (Pulse)

De snelheid van de hartslag van de baby, zegt iets over de conditie van de kleine. Was er sprake van een zware of erg langdurige bevalling? Dan kan de baby verzwakt zijn en als resultaat daarvan kan de hartslag lager liggen. Is er helemaal geen sprake van een hartslag? Dan scoort de baby nul punten. Daarnaast zal er direct actie ondernomen moeten worden. Slaat het hart minder dan 100 slagen per minuut? Dan wordt er een score van één punt gegeven. Bij een hartslag van meer dan 100 per minuut worden er twee punten gegeven. De hartslag van een baby ligt beduidend hoger dan die van een volwassene.

3. Reactie op prikkels (Grimace)

Een alerte baby zal reageren op bepaalde prikkels, zoals licht, geluid of een aanraking. Schijnt er fel licht in zijn ogen? Dan zal de baby proberen weg te kijken of doet het de oogjes dicht. Van harde geluiden zal het schrikken en vaak in huilen uitbarsten. Wees niet bezorgd: om de reactie te testen zijn geen extreme handelingen nodig. Met een klein lampje even in de ogen schijnen kan bijvoorbeeld al duidelijk maken hoe de reactie op prikkels is. Is er geen reactie? Dan is de score op dit onderdeel nul. Bij wat zwakke bewegingen of zacht gejammer krijgt de baby één punt. Bij huilen, niezen of hoesten als reactie op de test worden er twee punten gegeven.

4. Spierspanning (Activity)

Spierspanning wordt meestal gemeten aan de hand van de loopbeweging van de baby. De verloskundige of gynaecoloog houdt de baby hiervoor vast onder de oksels en laat de voetjes van het kindje voorzichtig net boven het bed of de commode hangen. Vanuit een soort oer reflex zal de baby bij voldoende spierkracht een loopbeweging maken. Lukt dit goed? Dan is de score op dit onderdeel twee punten. Lukt dit maar matig, dan is de score één punt. Is er helemaal geen reactie? Dan is de score nul.

5. Ademhaling (Respiration)

Het vijfde onderdeel van de Apgar-score is het testen van de ademhaling. Bij nul punten is er helemaal geen ademhaling. Net als bij het ontbreken van een hartslag zal in een dergelijk geval ook direct actie ondernomen worden. Is er slechts sprake van oppervlakkig ademhalen? Dan is er een score van één punt. Ademt het kindje goed? Dan krijgt het op dit onderdeel twee punten. Problemen met ademhaling kan veel verschillende oorzaken hebben. Zo kan er wat vruchtwater of slijm vastzitten in de keel van het kindje. Dit is een oorzaak die gelukkig meestal makkelijk verholpen kan worden.

Hoe lang duurt de Apgar-score?

Kijkend naar de testonderdelen kan men denken dat het gaat om een langdurige test. Dit idee klopt echter niet. Het afnemen van de verschillende onderdelen duurt over het algemeen niet langer dan een minuut. Daardoor is de Apgar-score een snelle en effectieve manier om problemen te achterhalen. Dit is letterlijk van levensbelang. Gaat het niet goed met het kindje? Dan is dit snel duidelijk en kan er dus ook snel verdere actie worden ondernomen.

Wat zegt de score over de conditie van de baby?

Het maximaal aantal te behalen punten is tien. Veel kindjes halen die maximale score echter nog niet direct in de eerste minuut na de bevalling. Geen wonder, want zo’n bevalling is zwaar, voor moeder en voor kind. Een score van zeven punten is tijdens die eerste test heel normaal. Ook bij de tweede en derde test scoren veel kindjes nog geen tien punten. Dit is meestal niet erg. Een score tussen de zeven en tien wordt gezien als goed. Scoort de kleine tussen de vier en zes punten? Dan is de kans groot dat hij of zij een tijdje in de couveuse doorbrengt. Ondersteuning bij de ademhaling kan soms noodzakelijk zijn. Blijft de score onder de vier punten hangen? Soms kan de verloskundige of gynaecoloog door het kindje wat extra te prikkelen de score toch nog verhogen. Lukt dit niet en blijft de toestand van de baby hetzelfde? Dan is het noodzakelijk dat er hulp van een kinderarts wordt ingeschakeld. Het doorgeven van de testscore is voor de arts een belangrijke eerste indicatie van de levenskansen van de baby. Dit maakt het een snelle manier van communiceren, op een moment waarop iedere seconde kan tellen.