Stelt jouw peuter je ook wel eens een vraag waarvan je stijl achterover slaat dat hij dat al begrijpt? De cognitieve ontwikkeling van je peuter gaat razendsnel in de peuterleeftijd. Je kleine ondernemer wil heel graag de wereld ontdekken en leren hoe alles in elkaar steekt.

Wat is cognitieve ontwikkeling?

De cognitieve ontwikkeling van je peuter heeft alles te maken met de hersenen van je kindje. Het zegt bijvoorbeeld iets over hoe hij kan leren, hoe hij zelf problemen kan oplossen of hoe hij zich dingen kan herinneren. Maar over hoe hij kan praten en begrijpen wat iemand zegt. Je peuter is nieuwsgierig en gaat graag op onderzoek uit. Op die manier leert hij steeds beter hoe het allemaal in zijn werk gaat in het leven. De cognitieve ontwikkeling van je kindje kan op het ene gebied sneller gaan dan op het andere. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat je kindje taal al goed begrijpt, maar toch nog niet zo goed kan praten. Natuurlijk wil hij doen, wat jij doet. En kunnen wat jij kan. Hoewel het soms even niet zo goed uit kan komen, wil je kleintje echt álles zelf proberen te doen.

Me, myself and I

Als je kindje twee jaar is, leert hij dat hij zelf dingen kan. Hij maakt de eerste belangrijke stappen om in zijn eigen kunnen te leren geloven. Je kindje vindt zichzelf in de peuterleeftijd dan ook waanzinnig belangrijk, de wereld draait natuurlijk om hem. Denkt hij. Hij vraagt alle aandacht op, van jou maar ook van anderen. Hij probeert er fanatiek voor te zorgen dat je alles uit je handen laat vallen en je alleen met hem bezighoudt. Als dit even niet lukt, kan hij flink boos worden. Hoezo moet jij ook nog andere dingen doen. Je moet gewoon even kijken hoe goed hij al een toren kan bouwen, hoe mooi de pop is aangekleed of hoe kunstzinnig zijn tekening eruit ziet. Hoe frustrerend soms ook, gelukkig is het heel normaal dat je kindje alle aandacht vraagt. En er is geen ouder, die niet wel eens met een krijsend kind de winkel is uitgelopen.

Een magische wereld

Voor een peuter is alles mogelijk, niets is te gek. Zijn fantasie is grenzeloos, hij ziet één grote sprookjeswereld. Dit komt omdat zijn herinneringen, zijn fantasie en de werkelijkheid door elkaar heen lopen. Het betekent ook dat hij al langer zichzelf kan vermaken en helemaal op kan gaan in het spelen van rollen. Je kindje snapt wel dat je de gewone dagelijkse dingen niet zomaar kunt veranderen. Maar voor onverklaarbare dingen verzint hij rustig een spectaculair filmscenario. Daarnaast kan het zijn dat je peuter af en toe ergens waanzinnig bang voor is. Zoals de monsters die steeds uit de muur van zijn slaapkamer komen. Neem dit serieus en kijk samen of je de angsten kan wegnemen. Vanaf ongeveer zes jaar neemt het magische denken van je kindje geleidelijk wat af. Tot de dag dat hij zelfs niet meer in Sinterklaas gelooft.

Taal en leren denken

Taal en leren denken hebben veel met elkaar te maken, bijvoorbeeld als het gaat om het onder de knie krijgen van de grammatica. Vanaf de leeftijd van ongeveer twee en een half jaar kunnen sommige kinderen al zinnetjes maken van drie tot vijf woorden. Heerlijk om dit samen te oefenen. Niet alleen door voor te lezen of samen naar de televisie te kijken, maar vooral ook door veel met elkaar te kletsen. Tijdens het eten, op de fiets of in de auto, eigenlijk overal. Je peuter leert steeds beter zijn gedachten onder woorden te brengen. Hij kan de mooiste verhalen verzinnen, of jij ze nu snapt of niet. Als je peuter zo tussen de drie en vier jaar oud is, verzint hij zelf leuke woorden als hij het even niet weet. Hele logische uitdrukkingen, zoals bijvoorbeeld sokkenbroek voor een maillot. Vergeet ze niet op te schrijven, het is zo leuk om dit later weer terug te lezen.

Kleuren en vormen

Als je kindje twee jaar is, leert hij steeds meer kleuren en vormen herkennen. Hij leert ook om te sorteren en te zien wat bij wat hoort. Poppen bij de poppen, gele blokjes bij de gele. Vanaf een jaar of drie kan hij ook steeds beter Memory doen, puzzelen of patronen namaken. Zijn tekeningen beginnen nu echt ergens op te lijken. Hij maakt nu zijn eerste poppetjes of koppies op pootjes. Het maken van een ik-tekening kan hem helpen om poppetjes steeds beter te maken. Wat zit er allemaal op en aan mij? Tijdsbesef heeft je kindje nog niet helemaal. Dat komt vaak vanaf een jaar of vier. Straks, vandaag en morgen zijn nog lastig te benoemen en haalt hij waarschijnlijk nog regelmatig door elkaar. “We zijn morgen naar de bioscoop geweest.” Belangrijke gebeurtenissen zoals Kerst zijn wel weer makkelijker te benoemen. En als peuter vergeet je natuurlijk niet je verjaardag, ook al weet je niet precies wanneer die is.

Waarom?

Vanaf ongeveer drie jaar gaat je peuter zich steeds meer dingen afvragen. Wie ben ik? Hoe kan het dat een vliegtuig in de lucht hangt? De bekende waarom-fase breekt aan. Op ieder antwoord is altijd wel weer een nieuwe waarom te verzinnen. Een super belangrijke fase omdat je kindje nu verbanden leert leggen. Lach dan ook niet om zijn bloedserieuze vragen, maar geef hem gewoon zo helder mogelijk antwoord. En is zijn vraag zo goed dat je het eigenlijk zelf ook niet weet, biecht dat dan eerlijk op en zeg dat jullie dat even kunnen nazoeken. Je peuter gaat nu ook merken dat er andere mensen bestaan met ideeën en gevoelens. Je kindje gaat zich meer inleven in anderen. Als ze verdrietig zijn, zal hij ze proberen te troosten. In kleine stapjes, want helemaal belangeloos met een ander omgaan is nog wel heel moeilijk voor hem.

Nee hoor, dat heb ik niet gedaan

Tja, als je dingen beter leert begrijpen, snap je ook dat je sommige dingen beter niet kunt zeggen. Je peuter leert liegen. Want door te liegen, krijg je misschien niet op je kop. Om te voorkomen dat je kindje wel heel erg aan de haal gaat met de werkelijkheid kun je zijn eerlijkheid extra benoemen en belonen. “Wat goed dat je eerlijk hebt verteld dat je de knuffel van je zusje in de prullenbak had verstopt.” Het is voor peuters gewoon nog lastig om oorzaak en gevolg te zien. Op de bank kleuren mag niet, maar het is nu eenmaal wel heel tof om te doen. Hij wordt er blij van. Door samen dingen te ondernemen en je kind af en toe ook eens goed los te laten gaan, kun je samen op een leuke manier ontdekken wat goede grenzen zijn.

Ai, ai, de peuterpubertijd

Vanaf een jaar of twee beseft je peuter dat wat hij doet ook iets oplevert of gevolgen heeft. Je kindje leert om te begrijpen dat er regels zijn en dat sommige dingen niet mogen. Wat hij daarmee doet is een tweede. Hij zal je natuurlijk gaan uittesten hoever hij kan gaan. Aaaaah, vermoeiend af en toe. Maar het goede nieuws is dat deze soms zenuwslopende nee-fase ook zinvol is. Vanaf deze leeftijd tot een jaar of vier maakt je peuter de meest grote veranderingen door. Hij snapt dat hij een ‘ik’ is en krijgt een eigen willetje. Hij wil soms meer dan kan hij kan of mag en dat is moeilijk. Kan hij sommige spelletjes nog niet helemaal, help hem dan een handje. Je kunt hem aanwijzingen geven, zonder het voor hem op te lossen. Een peuterfrustratie zit nu eenmaal in een klein hoekje.