De afkorting TOS staat synoniem voor Taal Ontwikkelings Stoornis. Het ene kind begint vrij vroeg met spreken, andere kinderen doen er langer over. Kinderen met TOS zijn niet zo rad van tong of begrijpen de woorden moeizaam. Meer dan honderdvijftigduizend kinderen in Nederland worden hiermee geconfronteerd. Maar de stoornis uit zich bij iedereen anders. In dit artikel lees je alles over TOS, de symptomen en wat je eventueel er aan kan doen. Enkele tips en raadgevingen hoe je je kind hierbij kan helpen.

Wat is een taalontwikkelingsstoornis?

Het overgrote deel van de kinderen leert de moedertaal uit eigen beweging. Het ene kind is al vroeg een spraakwaterval, bij het andere kost het wat meer moeite en neemt het meer tijd in beslag. Een taalontwikkelingsstoornis vertaalt zich vaak wanneer ze moeilijk uit hun woorden geraken tijdens het vertellen van een verhaal. Het is daarom ook niet even gemakkelijk om te bepalen wanneer je kan speken van een taalontwikkelingsstoornis. De ontwikkeling van taal en spraak verloopt totaal anders dan dit het geval is bij de leeftijdsgenoten.

Taalontwikkelingsstoornis versus taalachterstand

Een taalstoornis in het algemeen hangt af van twee factoren: specifiek of niet-specifiek. In medische termen wordt er gesproken van een primaire en secundaire taalstoornis. Wanneer de oorsprong van de taalontwikkelingsstoornis uitsluitend te maken heeft met een algemene ontwikkelingsstoornis, dan spreekt met van een 'primaire' taalontwikkelingsstoornis. Een 'secundaire' taalontwikkelingsstoornis anderzijds wordt nog door externe factoren gekenmerkt: denk maar aan intelligentie die achterblijvend is, ADHD, kinderen met autisme of problemen met het middenoor.

Hoe kan een taalontwikkelingsstoornis worden herkend

In de meeste gevallen wordt de stoornis niet meteen opgemerkt. Meestal wordt gedacht dat de kinderen een intelligentie achterstand hebben of wordt een verkeerd ziektebeeld vastgesteld. In vele gevallen denkt men in eerste instantie aan autisme. Dat heeft immers ook met de manier van doen van het kind te maken. Omdat het kind de boodschappen niet goed begrijpt komt boosheid of frustratie vaak boven drijven. Volgende symptomen worden vastgesteld bij een kind met taalontwikkelingsstoornis:

  • Je kind spreekt ten opzichte van andere leeftijdgenoten nauwelijks of niet en is opvallend stil
  • Het begrijpen van de moedertaal gebeurt langzaam
  • De woordenschat is erg beperkt
  • Het onthouden van woorden en klanken blijkt een hinderpaal te zijn
  • Het wauwel-taaltje is nauwelijks te begrijpen
  • De zinnen worden vaak foutief uitgesproken
  • Het kind begrijpt niet goed wat je wil zeggen
  • Je kind heeft moeite om naar je te luisteren
  • Boosheid komt regelmatig voor omdat je kind niet begrijpt wat je wil zeggen
  • Het concentreren is vaak een probleem
  • Het is moeilijk om emoties te laten zien
  • Iets plannen vormt een probleem

Hoe kan je best TOS behandelen?

Meestal worden de kinderen in het eerste stadium naar een logopedist gestuurd om er achter te komen wat er precies scheelt. In wederzijds overleg met de ouders wordt een behandelingsplan afgesproken hoe het kind kan geholpen worden. Wanneer er sprake is van een ernstige taalontwikkelingsstoornis, zal een wekelijks uurtje logopedie niet voldoende zijn. Gelukkig bestaan er voor peuters bijvoorbeeld speciale methodes om te behandelen. Voor schoolgaande kinderen bestaan er speciale onderwijsinstellingen of gespecialiseerde hulpverlening op een gewone school. Voor een taalontwikkelingsstoornis bestaat er geen genezingsproces. Verwacht geen toverformules, maar een behandeling die vroeg start kan een kind aanleren om beter met taal om te springen zodat het zich in het dagelijks leven beter kan uitdrukken.

Praktische tips voor ouders

  • Blijf praten met je kind. Ook al krijg je geen antwoord terug
  • Probeer visueel stappen uit te leggen wat je aan het doen bent
  • Doe elke opdracht stap per stap
  • Zorg dat je kind zich bescherm voelt wanneer het tot een gesprek komt
  • Observeer je kind wanneer hij of zij aan het spelen is
  • Lees voor en betrek je kind in het verhaal
  • Leg niet de nadruk als je kind een fout maakt tijdens het spreken. Herhaal de verkeerde gebruikte woorden op een juiste manier

Het aantal kinderen met TOS

Plus minus zeven procent van de kinderen heeft een taalontwikkelingsstoornis. Gemiddeld zijn dat dus twee kinderen per klas. De taal wordt in de hersenen moeizamer omgezet dan bij andere leeftijdgenoten. Meteen de reden waarom ze minder vlotjes praten en minder taalvaardig zijn. Het minder goed begrijpen van de taal hangt hiermee samen. Indien je iets vermoedt dat je kind een stoornis heeft, kan je best een gespecialiseerd centrum of arts eerst raadplegen. Een vroegbehandeling kan immers bestaan uit logopedie, maar ook volgende werkwijzen worden vaak toegepast:

  • Behandelen in groep
  • Coach met de begeleiders van kinderdagverblijven

Behandelen in groep

Vaak maakt een behandeling in groep een bestanddeel uit van een vroegbehandeling. Je kind wordt twee of drie keer per week in de ochtend uitgenodigd voor een groepsbehandeling. Over het algemeen zitten zeven tot acht soortgelijke kids in de groep die met een taalontwikkelingsstoornis kampen. Een pedagogisch medewerker en een logopedist proberen door woorden en gebaren de nodige vaardigheden aan te brengen. Via deze therapie beoogt men volgende doelstellingen tot een goed einde te brengen:

  • Het communiceren aangenamer te maken
  • De emoties proberen te verbeteren
  • Nieuwe gebaren en woorden aanleren
  • De frustraties door de taalontwikkelingsstoornis verminderen
  • Sociale vaardigheden aanleren door met andere kinderen om te gaan
  • Maken dat de taalachterstanden niet verder worden opgebouwd
  • Je kind meer zelfverzekerd laten voorkomen

Coach met de begeleiders van kinderdagverblijven

Wanneer je kind naar een kinderdagverblijf gaat, zijn er vaak opvoedkundige begeleiders aanwezig die precies waten hoe ze met TOS moeten omgaan. In heel het land worden speciale cursussen rond deze materie gegeven. Zij krijgen uitleg wat het is en leren hoe ze hiermee moeten omgaan. Zij kunnen de nodige steun aan je kind op een vakkundige manier verlenen.

De relatie tussen TOS en school

Een ambulante begeleider kan een tussenschakel zijn tussen je kind en de school. Als je kind lessen volgt in de reguliere basisschool, middelbare school of op mbo. Een ambulant begeleider kan je kind op de voet volgen en zorgen voor raadgevingen. Kinderen die meer ruggensteun nodig hebben, kunnen via een speciale school worden opgeleid.

Wat is ambulante begeleiding in een reguliere school ?

Een ambulante begeleider is iemand die je kind begeleidt en regelmatig ziet op een reguliere school volgens vaste gemaakte afspraken. Dit soort steun wordt ambulante begeleiding genoemd. Je kind wordt geleerd met TOS om te gaan en de leerkracht krijgt speciale instructies in functie van de taalontwikkelingsstoornis. Volgende klemtonen worden gelegd door de ambulante begeleider in het opvolgingsproces:

  • Zorgen dat de school een veilige en aangename omgeving vormt
  • Betrokkenheid in de klas bij de medestudenten
  • De leerstof wordt goed begrepen
  • Hulp ontvangen als de vakken een bepaalde moeilijkheidsgraad hebben
  • Leren omgaan met TOS in gezelschap van andere klasgenoten

Speciaal onderwijs

Voor bepaalde jongeren en kinderen die lijden aan een taalontwikkelingsstoornis, biedt een speciale school de meest ideale oplossing. Een kleinere groep, de nodige extra aandacht en een leerkracht die weet hoe je met TOS omgaat geeft een beschermd gevoel. Leren communicatief omgaan met elkaar is het centrale thema. Leerlingen worden bij wijze van spreken in een taalbad ondergedompeld. Er wordt eveneens heel veel aandacht besteed aan lezen en wiskunde. De lessen worden op een visuele manier gegeven waardoor de leerstof beter wordt opgenomen. Som wordt ook gekozen voor een combinatie tussen een speciale school en een reguliere school.

Enkele raadgevingen waar leerkrachten rekening mee moeten houden

Hieronder lees je nog enkele adviezen voor leerkrachten hoe ze moeten omgaan met kinderen met TOS:

Volgens de VAT-methode

Een van de gebruikte methodieken is de VAT-methode wat staat voor Volgen, Aanpassen en Toevoegen. Als het kind iets wil zeggen, herhaal je dit maar dan wel op een correcte wijze. Daarnaast voeg je daar nog iets bij als nieuw taalgebruik.

Spreektempo aanpassen

Pas het tempo van spreken aan door langzaam te praten door vooral helder en duidelijk zinnen te maken. Leg vooral de aandacht op intonatie.

Geen vragen stellen

Waak ervoor dat je geen vragen stelt, maar dat je vertelt wat je ziet en wat het kind tegelijkertijd op een visuele manier kan beleven en vaststellen. Om dit in de praktijk toe te passen bestaat er een soort draaiboek.

Wacht geduldig om hun zelf te laten spreken

Kinderen met een taalonwikkelingsstoornis ergeren zich blauw wanneer ze tijdens de communicatie nauwelijks het woord krijgen. Soms leidt dit tot grote frustraties. Wacht geduldig af. Het is belangrijk dat de kinderen worden gehoord.