Zoals bij alle dingen die ik voor het eerst doe, had ik toen ik zwanger was bepaalde ideeën en verwachtingen over hoe het zou gaan zijn. Met ‘het’ bedoel ik natuurlijk het hebben van een baby in het algemeen maar meer specifiek het opvoeden van een minimensje. In mijn geval waren die ideeën gebaseerd op onder andere mijn omgeving (zus, vriendinnen, kennissen) en op de vele, vele, vele tijdschriften, boeken, blogartikelen en andere informatiebronnen die ik heb gelezen.

Inmiddels ben ik ruim twee jaar moeder en moet ik concluderen dat 1) het echte opvoeden eigenlijk pas net begonnen is – en ik dus eigenlijk nog weinig recht van spreken heb – en 2) een aanzienlijk deel van mijn verwachtingen niet is uitgekomen. Lees mee, kijk meewarig, huiver, heb medelijden, knik instemmend en/of lach hardop.

Verwachting: Ik ga consequent zijn; nee is nee.

Realiteit: Consequent zijn bij een tweejarige is supermoeilijk! Vaak denk ik bij mezelf ‘ach, zo erg is het toch niet als hij niet eerst het ene speelgoed opruimt voordat hij iets anders uitpakt’. Of ‘het maakt toch niet echt heel veel uit als ik ‘m een dag een appel én een cracker geef in plaats van één tussendoortje. Of ‘wordt hij er echt slechter van als ik hem even een filmpje op de iPad laat kijken omdat hij daar om vraagt (en ik even rust wil)?’. Enzovoorts…

Verwachting: Als mijn kind in een winkel dwars is, gaat gillen en op de grond gaat liggen, maak ik me druk en schaam ik me dood.

Realiteit: Ik blijk prima in staat om rustig te blijven en hem (eventjes en gecontroleerd) zijn gang te laten gaan. Soms moet ik er zelfs een beetje mee lachen (van binnen dan). Zo’n klein mannetje, zo’n groot drama… Note: de keren dat dit is gebeurd, had ik geen haast en was ik uitgeslapen.

Verwachting: Ik ga situaties rationeel benaderen. Wat er ook gebeurt.

Realiteit: Rationeel denken en handelen wordt een abstract begrip als je moeder bent, iets waarvan je weet dat het bestaat maar wat niet mogelijk is vanwege een overheersend gevoel/emotie. ‘Ik weet dat elk kind anders is maar waarom kan Teun alleen maar ‘papen’ zeggen en niet ‘slapen’ zoals zijn achterneefje dat ook nog eens vier maanden jonger is?’

Verwachting: Ik ben van nature een geduldig en rustig persoon, dat breng ik over op mijn kind.

Realiteit: Geduld heeft een nieuwe, ironische betekenis gekregen. Zo weinig als een peuter het heeft, zo veel word je als ouder van een peuter geacht het te hebben. En soms is het gewoon echt op. Wat betreft die rust: tja… Om een peuter met het volume op 100 bij de les te krijgen, is rustig blijven op zijn zachtst gezegd een uitdaging.

Verwachting: Ik ga een overbezorgde moeder zijn.

Realiteit: Ik kan heel veel hebben en leef in de overtuiging dat mijn zoon met vallen en opstaan groot wordt. Geen paniek, ik probeer natuurlijk altijd ernstige situaties te voorkomen maar ik ben lang niet zo schrikachtig en bangig als ik dacht te gaan zijn. Gelukkig hebben de oma’s die taak vol verve op zich genomen.

PS: Er zijn trouwens ook verwachtingen die wél uit zijn gekomen. Zo houd ik niet van rommel en ben ik elke middag als Teun net in bed ligt toch de woonkamer een beetje begaanbaar aan het maken. Niet aan het opruimen hoor, alleen maar minder rommelig neerleggen. Want God, wat kan zo’n klein ventje een ravage veroorzaken. En lawaai maken. Maar da’s een heel ander verhaal.

Heb jij nog verwachtingen van het moederschap of de opvoeding die niet of juist wel zijn uitgekomen? Ik ben benieuwd!