Afgelopen week heb ik serieus overwogen mijn abonnement op de loterij te herstarten. Ik had namelijk zowaar opeens geluk, zelfs een aantal keren achter elkaar. Iedereen kent ze: dagen waarbij het allemaal nét niet loopt zoals het zou moeten. Afgelopen week had ik een aantal van dit soort gebeurtenissen, die me uiteindelijk juist hartstikke gelukkig maakten.

Boodschappen en een noodstop

Na een dag werken besloot ik héél even te gaan zitten om een paar filmpjes op mijn telefoon te bekijken. Fout natuurlijk, want ruim drie kwartier later rijden mijn man en ik samen richting winkelcentrum omdat van het avondeten nog niets terecht is gekomen. Gelukkig ben ik een doorgewinterde Max Verstappen: efficiënt en doelgericht baan ik mij een weg door de supermarkt, zélfs met verplichte boodschappenkar en mondkapje.

Op de terugweg naar huis is het inmiddels donker geworden en het regent zachtjes. Plotseling zie ik vanuit mijn ooghoek dat een grote SUV van baan wisselt zonder dat hij ons heeft gezien. ‘Kijk uit!’ schreeuw ik en met een noodstop voorkomt mijn man een aanrijding. De man in de auto kijkt niet op of om en rijdt verder. Die wil kennelijk nóg liever en sneller naar huis dan wij.

Op hetzelfde moment bedenk ik me dat ik mijn boodschappentas zojuist los op de achterbank heb gezet. ‘Nee toch, mijn eieren!’ brom ik. Eenmaal thuis ontkom ik er niet aan de schade op de achterbank op te nemen. En wat blijkt? Mijn eieren staan onbewogen op de achterbank naast een volledig omgekeerde boodschappentas!

Verslapen

Mijn wekker en ik hebben een vreemde relatie met elkaar. Hoewel ik geregeld wens dat ik wél een ochtendmens zou zijn en géén ochtendhumeur zou hebben doet mijn wekker, terwijl ik hem geregeld verafschuw, eigenlijk altijd netjes wat ik van hem verlang. Behalve afgelopen donderdag.

geluk-bij-een-ongeluk-wekker-verslapen

Met nog tien minuten voordat ik weg moet zijn, schiet ik in mijn kleren. Ik bedenk me dat het brood voor de kinderen ook nog niet is gesmeerd. Wanneer ik langs de kamer van de kinderen loop zie ik dat zij gelukkig al wél wakker zijn en alvast naar beneden zijn gegaan om aan hun ontbijt te beginnen.

In de praktijk tref ik dan twee (meestal) vrolijke meisjes waarvan de haren nog moeten worden gekamd. Sokken die nog aan moeten, tanden nog gepoetst en de mobiele telefoon die nog boven in de slaapkamer ligt.

Maar vandaag blijken de wonderen de wereld nog niet uit. Beide kinderen zien er uitgeslapen uit, op het aanrecht staan twee gebruikte bordjes van het ontbijt en hun haren zien er netjes uit. Ze hebben zélfs hun fruit en drinken al op tafel klaargezet. Alleen nog tanden poetsen, brood voor de lunch smeren, schoenen aantrekken en we zijn klaar om te gaan. Ongelooflijk!

Het verpeste kunstwerk

Afgelopen week ontving ik van mijn oudste dochter zomaar opeens een knutselwerkje. Het zag er prachtig uit en ze was er overduidelijk trots op. Sinds ze kort geleden alweer haar elfde verjaardag vierde zijn kunstwerken voor mama een schaarste geworden. Vandaar dat ik het wilde koesteren en inlijsten. Een klein beetje glitters hier en daar zouden het helemaal afmaken, dacht ik.

Waarom dacht ik dat, denk ik nu.

Op het moment dat ik een druppeltje lijm wil aanbrengen in het midden van de tekening zie ik tot mijn grote schrik het dopje van de lijm afschieten en op mijn schoot verdwijnen. Een druppel ter grootte van de Westeinderplassen komt op de tekening terecht. Daar gaan mijn goedbedoelde glitterbedoelingen. Met man en macht probeer ik de tekening te redden maar met iedere veeg-, dep- en smeeractie verliest het meer van zijn kracht en eigenheid. Ik had zojuist mijn dochters kunstwerk naar de knoppen geholpen.

Gevuld met schaamte moest ik aan haar toegeven dat ik het verknald had. Dat was geen kleinigheidje.

Mijn dochter reageerde zoals ik verwacht had. Ze hield zich groot. Op het moment dat ik benoem dat ik het écht wel zou begrijpen wanneer ze hier verdrietig om zou zijn zie ik een traan over de rechterkant van haar wang biggelen. Gelukkig is de werking van ‘mama’s knuffels’ nog geen schaarste geworden en kan ik haar, en mijzelf, op deze manier nog enkele troost bieden. Fijn.

Levensles van mijn dochter

Het volgende moment besluit ik verder te gaan met de voorbereidingen van het eten. Bij het verlaten van de kamer draai ik me nog even om en geef haar een knipoog.

geluk-bij-een-ongeluk-levensles

‘Maar weet je, mam’ zegt mijn dochter met een brok in haar keel. En direct krijg ik een seintje vanuit mijn onderbuik dat ik nu wel eens een levensles zou kunnen gaan krijgen van mijn ‘hoog gevoelige mini-me’:

‘Mam, ik vond het geven van die tekening eigenlijk net zo mooi als jij die zó je best deed míjn tekening nog te redden.’