Mijn zoontje van 2,5 is een maand thuis van de opvang. Ik begin in januari aan een nieuwe baan en de zes maanden kinderopvang toeslag tijdens mijn WW-uitkering zitten erop. Voor het eerst sinds hij een klein baby’tje was, zijn we fulltime samen. Hierdoor word ik er continu aan herinnerd dat ik moeder ben. Dat was voorheen weleens anders…In de afgelopen 2 jaar-en-een-beetje was ik minstens twee dagen per week op mezelf. Ik werkte tot afgelopen zomer zelfs drie dagen per week. Drie dagen bezig zijn met volwassenen en mijn hoofd, in plaats van met duplo en diksap. Ik vond het heerlijk! Toen ik in juni thuis kwam te zitten, was ik er niet rouwig om dat we nog twee dagen per week gebruik konden maken van de kinderopvang. Het was uiteraard ook goed voor de regelmaat en de ontwikkeling van de peuter. En voor mijn voortgang in Netflix. Ik ben groot voorstander van verplichte ontspanningsuurtjes voor iedereen en voor moeders in het bijzonder.

Verrek, we hebben een kind

Ik ging zo op in deze ontspanning, dat ik soms even vergat dat ik een kind heb. Een voorbeeld: Het is een doordeweekse avond, uurtje of negen. Kaarsjes aan, Netflix aan en we zitten lekker bij te komen op de bank. Ineens klinkt er gekuch door de babyfoon. We kijken elkaar aan en zeggen verrast: ‘Verrek, we hebben een kind ja. Was ik even vergeten!’

Ik ga graag winkelen met mijn zoon. Hij ook met mij, want winkelen betekent samen lunchen en samen lunchen betekent appelsap en tosti’s! Tegenwoordig word ik zelfs al berispt als we een winkel in lopen. ‘Nee mama, eerst gaan we eten en drinken.’ Zucht. Winkelen in mijn eentje doe ik nog nét iets liever. Lekker winkel in, winkel uit. Rustig door de rekken struinen zonder steeds ‘Niet aankomen!’ of ‘Ja, die paarse bontjas is heel mooi schat.’ te zeggen. Ik vergeet tijdens zo’n shoppingsessie echt de wereld om me heen. Soms denk ik dan uren nergens aan. Tot het moment dat ik iets of iemand zie die me aan mijn kleine blonde kabouter herinnert. ‘Oh ja! Ik ben ook een moeder!’ schiet dan door mijn hoofd.

Mama van…

Wat ik ook altijd grappig vind is dat iemand tegen je zegt: ‘Mama van Laurens?’ en dat ik dan echt soms een fractie van een seconde sta te kijken als een botsauto, voordat het kwartje valt dat ik dat ben. Het overvalt me nog steeds weleens: ik ben een moeder!

Gelukkig is het me in de afgelopen 2,5 jaar wel gelukt om op de cruciale momenten aan mijn kind te denken. Hij is nog nooit te laat opgehaald op de crèche. (Oké, 1 keer, omdat ik dacht dat we tot 18.15 de tijd hadden i.p.v. 18.00). Ik heb hem nog nooit achtergelaten in de auto of in een winkel. En naar mijn weten krijgt hij ook drie keer per dag iets voedzaams voorgeschoteld. Zolang deze zaken in orde zijn kan ik mijn kind met een gerust hart af en toe vergeten…