Samen met het verschonen van luiers en het uitzoeken hoe je je pasgeboren hummeltje in een rompertje kunt krijgen, is het doen boeren van je baby één van de eerste nieuwe oudervaardigheden waar je veel voor zult moeten oefenen. Gas is lucht die vast komt te zitten in het gastro-intestinale systeem van je baby en oprispen is een manier waarop je als ouder je baby kan helpen om dat gas kwijt te raken. Maar wat is een oprisping nu precies?

Boeren, hikken en spugen

Een boer is het vrijkomen van gasbelletjes in de slokdarm en uit de mond. Deze gasbellen kunnen ook aan het andere uiteinde van je kleintje worden losgelaten, wat resulteert in een andersoortig geluid én geur. Sommige boertjes brengen ook wat van de maaginhoud naar boven, vandaar de reden om altijd een spuugdoek te gebruiken wanneer je je baby voedt.

De meeste baby’s hikken van tijd tot tijd. Meestal hindert dit de ouders meer dan het kind, maar als er haperingen optreden tijdens het voeden, verander dan van houding, probeer hem te laten boeren of te helpen ontspannen. Wacht tot de hik is verdwenen om het voeden te hervatten. Als de hik niet vanzelf verdwijnt binnen vijf tot tien minuten, probeer dan enkele minuten te blijven eten. Meestal stopt het hikken dan wel. Probeer je baby te voeden als hij rustig is en voordat hij extreem hongerig is. Dit vermindert meestal de kans op hikken tijdens het voeden.

Spugen is een andere, veel voorkomende gebeurtenis tijdens de kindertijd. Soms betekent spugen dat je baby meer heeft gegeten dan zijn of haar maagje kan bevatten, soms spuugt je hummeltje op tijdens het oprispen. Meestal is er geen reden tot bezorgdheid. Het gaat bijna nooit om verstikking, hoesten, ongemak of gevaar voor je kind. Sommige baby’s spugen meer dan anderen, maar de meeste zijn uit deze fase tegen de tijd dat ze kunnen zitten. Een paar “zware spitters” zullen doorgaan totdat ze beginnen te lopen. Enkelen kunnen tot hun eerste jaardag doorgaan met spugen.

Waarom baby’s moeten boeren

Er is geen regel dat baby’s na elke voeding moeten boeren. Sommige baby’s moeten veel boeren, terwijl anderen dat zelden doen. Babyboertjes zijn schattig en ze dienen een doel. Boeren maakt dat lucht de maag van je baby verlaat, waardoor hij zich prettiger voelt. Een oprisping maakt ook ruimte vrij in de buik van je baby, zodat hij langer kan eten. Oprispen kan ook gunstig zijn voor baby’s die vaak spugen of symptomen van reflux, verborgen reflux of van gastro-oesofageale refluxziekte hebben.

Als er gasbellen in de maag van je baby vast komen te zitten, kunnen deze een gevoel van volheid en ongemak veroorzaken, waardoor baby’s vaak kronkelen of huilen. Baby’s gebruiken huilen als signaal om bijna elk gevoel aan te kondigen, of ze nu moe, hongerig, nat of verveeld zijn, dus het kan soms moeilijk zijn om te weten of het huilen te wijten is aan gasongemakken. Het is daarom goed om je baby regelmatig te laten boeren, zelfs als hij of zij geen ongemak vertoont of gas afgeeft als je hem of haar laat boeren.

Hoe krijgen baby’s gas in hun buik?

Dit zijn drie belangrijke manieren waarop baby’s gas krijgen in hun buik:

Inslikken van lucht

Wanneer baby’s borstvoeding krijgen of drinken uit een fles, slikken ze onvermijdelijk wat lucht in, die samen met de melk of de flesvoeding in hun maag komt. Moeders die hun baby flesvoeding geven zullen merken dat hun kindje vaker last heeft van gasvorming dat wanneer zij borstvoeding geven. Baby’s die flesvoeding krijgen eten namelijk wat sneller. Over het algemeen hebben baby’s die borstvoeding krijgen niet zoveel oprispingen nodig als baby’s die flesvoeding krijgen, omdat ze de neiging hebben minder lucht te slikken tijdens het voeden. Toch kunnen baby’s die borstvoeding krijgen ook wat lucht slikken, vooral als de moeder veel melk heeft of als de baby erg hongerig is en snel wil eten. Elke baby is anders, dus volg het gedrag van je baby om te weten te komen wat hij of zij nodig heeft.

Spijsvertering

De afbraak van bepaalde voedingsmiddelen in de dikke darm door bacteriën kan gasvorming doen ontstaan. Dit omvat zowel het voedsel dat de baby consumeert als de voedingsmiddelen die de moeder gebruikt en doorgeeft in haar moedermelk. Voedingsmiddelen die koolhydraten bevatten hebben meer kans om gas te veroorzaken. Enkele van de meest voorkomende zijn bonen, groenten (bijvoorbeeld broccoli, bloemkool, kool en spruitjes), suikervrije snoepjes en kauwgom, frisdranken en vruchtendranken.

Allergische reactie of voedselintolerantie

Afls je je baby borstvoeding geeft en hij of zij heeft een intolerantie voor bepaalde voedingsmiddelen die in je dieet voorkomen, dan kan diens lichaam reageren door meer gas te maken. Intolerantie voor zuivelproducten is hier de meest voorkomende boosdoener.

Wanneer je je baby moet laten boeren na de babyvoeding

Het is aan te bevelen om je baby op te laten boeren tijdens voedingspauzes en wanneer hij klaar is met eten. Moeders die borstvoeding geven moeten hun baby eerst laten boeren voordat ze van borst veranderen. Voor moeders die flesvoeding geven is het aan te bevelen om je kleintje na ongeveer 60 tot 90 ml voeding te laten boeren; dit geldt vooral voor pasgeborenen tot ongeveer zes maanden oud.

De beste oprispposities

Er zijn twee populaire posities: over je schouder houdend of op je schoot laten zitten. Probeer beide uit om te zien wat het meest comfortabel voor jou is en het meest effectief om boertjes uit je baby te halen.

Over je schouder

Houd je baby over je schouder. Gebruik de ene hand om de baby vast te houden en klop met de andere zachtjes op je baby’s rugje om hem of haar te laten boeren. Door herhaaldelijk voorzichtig te kloppen op de rug van je baby moet het lukken; het is niet nodig om hard te slaan. Zorg ervoor dat je het hoofd van je baby ondersteunt.

Op je schoot laten zitten

Ga met je kind op schoot zitten, gebruik je armen en handen om het lichaam en hoofd van de baby te ondersteunen. Gebruik je andere hand om baby zachtjes op de rug te kloppen.

Welke positie je ook kiest, zorg ervoor dat je een spuugdoekje in de buurt van je baby’s mond hebt om het spugen te vangen. Als je baby kieskeurig is en nog niet dat boertje laat, dan is het goed hem eerst zachtjes op de rug te kloppen, dan te stoppen en hem nog een minuut op je schoot te laten liggen en dan opnieuw te laten boeren. Het veranderen van de posities van baby kan namelijk helpen die gasbellen in een betere positie te brengen om vrij te komen.

Wat te doen als baby niet genoeg boert

Als oprispingen het ongemak van je baby niet lijken te verminderen, probeer dan andere posities en technieken om het gas in beweging te krijgen. Als ouder kun je helpen door baby-massage te geven of de benen heen en weer te duwen wanneer de baby op zijn of haar rug ligt. Denk aan fietsbewegingen terwijl je kleintje ligt. Je baby op zijn of haar buik laten liggen terwijl hij of zij wakker is, kan ook helpen.

Als je baby regelmatig ongemakkelijk is door gasvorming, overweeg dan om één van deze potentiële gasveroorzakers uit je voeding weg te laten en daarmee de gasproductie te verminderen.

Mama’s voedingspatroon

Als je borstvoeding geeft, dan kan een voedingsmiddel in je dieet het ongemak van de baby veroorzaken. Iedereen is anders, maar één van de meest voorkomende boosdoeners voor gasvorming is zuivel: melk, kaas, ijs. Het aanpassen van je dieet is het proberen waard, maar houd er rekening mee dat het lastig kan zijn om het desbetreffende voedingsmiddel te vinden dat het teveel aan gassen veroorzaakt, omdat het bij sommige voedingsmiddelen weken kan duren voordat ze uit je systeem komen. Daar komt bij kijken dat dezelfde voedingsmiddelen die in de ene persoon gas produceren, in een andere helemaal geen gasvorming veroorzaken.

Baby’s flesvoeding

Meet het water af, voeg formula bij en dan maar schudden. Makkelijker kan niet, toch? Maar krachtig schudden voegt veel lucht toe aan de flesvoeding en kan leiden tot overmatige gasvorming. Probeer de fles een beetje te laten bezinken voordat je je baby gaat voeren.

Keuze van fles en model van speen

Speentjes zijn er in verschillende opties en worden meestal ingedeeld naar leeftijd (prematuur, pasgeboren, drie tot zes maanden, ouder dan zes maanden, enz.). Als je een speen gebruikt die te geavanceerd is voor je baby, dan kan de melk te snel worden afgegeven, waardoor je baby ook te snel moet slikken, gaat sputteren en veel lucht doorslikt. Kies daarom een geschikte speen om de hoeveelheid lucht tijdens het voeden te beperken. Als je baby bij flesvoeding worstelt met overmatige gasvorming, overweeg dan over te schakelen naar een flesvorm die ontworpen is om de hoeveelheid lucht in de fles te verminderen.

Als niets lijkt te helpen bij het verlichten van gasprobleempjes, dan zijn er nog zelfzorggeneesmiddelen die voor verlichting kunnen zorgen. Maar maak eerst een afspraak met je kinderarts om je ervan te verzekeren dat je kind goed groeit en dat er geen andere tekenen zijn dat er iets anders aan de hand is. Gripe-water is trouwens een op kruiden gebaseerd middel dat vaak een combinatie bevat van kruiden zoals kamille, dille, gember of pepermunt en sommige baby’s kan helpen. Kies wel een alcohol- en suikervrije versie.

Wanneer stop je met je baby te laten boeren?

Er is geen definitieve leeftijd om te stoppen met je baby te helpen boertjes te laten, maar naarmate je hummeltje ouder wordt en zijn spijsverteringsstelsel beter ontwikkeld raakt, dan zullen oprispingen minder een noodzaak worden. Je zult deze verandering waarschijnlijk ongeveer na vier tot zes maanden zien, wanneer je baby vast voedsel begint te eten. Als je merkt dat je baby nog erg veel last heeft van gasvorming, ga dan gewoon verder met hem te helpen boeren totdat het niet meer nodig is.

Wanneer moet je je zorgen maken?

Boeren en spugen zijn volkomen normaal bij baby’s. Braken niet. Het is belangrijk om het verschil te kennen tussen normaal spugen en echt braken. Anders dan spugen, wat de meeste baby’s niet eens opmerken, is braken krachtig en veroorzaakt het meestal veel ongemak voor je kind.

Braken gebeurt meestal kort na een maaltijd en produceert een veel groter volume dan spugen. Als je baby na inname van grote hoeveelheden voedsel heftig veel braakt, zeker als je bloed of een felgroene kleur opmerkt in het braaksel van je baby, neemt dan contact op met je kinderarts. Normaal gesproken zou gasvorming niet gepaard moeten gaan met extra symptomen.

Als je baby een verhoogde temperatuur heeft, diarree en bloederige ontlasting, dan kan de oprisping een teken zijn dat er iets anders aan de hand is. Maar als je baby goed groeit, dan hoef je je waarschijnlijk geen zorgen te maken. Op een dag zal je kleintje het boeren ook ontgroeien. En kun je waarschijnlijk zelfs liefdevol terugkijken op de ‘boerperiode’.