Van de week zag ik een meisje van een jaar of vijf op haar nieuwe eigen fiets stappen. Wiebelig als een pasgeboren hertje fietste zij weg, aangemoedigd door haar moeder. Een mandje met een fleurige bloemenslinger voorop, helemaal klaar voor het nieuwe schooljaar. Ik werd er, zoals mij wel vaker overkomt tegenwoordig, nostalgisch van.

Meisje op haar eerste eigen fiets

Nog nooit op een fiets gezeten

Het is tenslotte een hele stap, van achterop naar je eigen fiets. Toen wij net terugkwamen uit Suriname was onze zoon 1,5 en had hij nog nooit op een fiets gezeten. In een land zonder noemenswaardige trottoirs of fietspaden is fietsen, zeker met een kleintje, een hachelijke onderneming. In Nederland herontdekte ik het fietsen, met mijn zoon achterop. Ik bleef overigens wel, als voortzetting van mijn tropentijd, een ‘mooi-weer-fietser’. Mijn zoontje vond het fietsen ook leuk. En hij dommelde er lekker van in slaap. Regelmatig voelde ik, als we een eindje gingen fietsen, zijn hoofdje steeds zwaarder in mijn rug drukken.

Het schijnt wel terug te lopen, mensen die fietsen. En ouders die kinderen met de fiets naar school brengen. Jammer, want fietsen is goedkoop, makkelijk en gezond. Vooral in stedelijke gebieden neemt het fietsen af. Dit heeft gedeeltelijk te maken met nieuwkomers uit landen die niet gewend zijn om te fietsen. Twee jaar geleden verkocht ik een oude fiets van mijn dochter aan een Syrisch meisje. Zij fietste ook een beetje wiebelig, maar ze was dolblij met haar eigen fiets. En ik bedacht me dat je er als kind misschien pas echt bij hoort als je kunt fietsen.

fiets-fietsen

Eerste eigen fiets

Het eerste eigen fietsje van mijn zoon was een brandweerfiets. Rood met witte strepen, een zwarte toeter en zijwieltjes erop. En wat was hij trots! Al toeterend reed hij rond het speelplaatsje. De dag dat hij voor het eerst zonder zijwieltjes kon rijden herinner ik me als de dag van gisteren. De eerste stap naar de onafhankelijkheid was gezet. Mijn dochter had best een roze ‘meidenfiets’ gemogen als ze dat had gewild, maar zij vond de brandweerfiets ook machtig mooi. De switch was makkelijk gemaakt. Voor zoon kochten we een stoere crossfiets en dochter mocht op het brandweerfietsje leren fietsen, de zijwieltjes hadden we gelukkig bewaard.

Wanneer dochterlief voor het eerst ‘los’ kon fietsen kan ik me niet meer zo goed herinneren. Het is de vloek van het tweede kind. Alles is toch iets minder bijzonder voor ouders. En ik kan het weten, want ik ben zelf ook een tweede kind. Dat had overigens wel een groot voordeel. Ik had een bijzonder ondernemende en lichtelijk stoute oudere broer, waardoor de weg voor mij geplaveid was. Toen ik er eenmaal aan toe was om puberstreken uit te halen, waren mijn ouders al gehard en keken ze nergens meer van op. Vergeleken met mijn broer was ik namelijk een engeltje.

fietsen-zwarte-fiets

Grote zwarte fiets

Of dit voor onze dochter ook gaat gelden valt nog te bezien. Zij gaat naar groep 8 dit jaar. Haar hemelsblauwe fiets -met mandje met bloemenslinger- is te klein voor haar geworden. En te kinderachtig. Volgend jaar krijgt ze een nieuwe, waarschijnlijk zwarte fiets. En waarschijnlijk ook van een bepaald merk, want die hebben ze allemaal. Dat bepaalde merk is overigens knetterduur, maar gelukkig hebben we Marktplaats. En gelukkig groeien in heel Nederland elke maand wel kinderen te groot voor hun eigen fiets.

Zoonlief had vorig jaar bij één van de ouders van zijn hockeyteam een eindejaars-bbq. Er stonden 14 identieke zwarte fietsen bij het hek. Het is bepaald onpraktisch, dat ze allemaal dezelfde fiets hebben, want mijn zoon is regelmatig aan het zoeken naar zijn eigen fiets. Misschien kunnen we zijn fiets lichtblauw verven. En er voor de herkenbaarheid een bloemenslinger op gooien.