Uit onderzoek door Markteffect onder meer dan 1000 Nederlandse ouders, blijkt dat bijna alle ouders (91%) het eens zijn met de stelling dat het hun verantwoordelijkheid is om toezicht te houden op het digitaal mediagebruik van hun kind. Toch zegt slechts 43% dat hun kind alleen gebruik maakt van digitale media als zij zelf ook in de buurt zijn en vertrouwt slechts 27% erop dat hun kind de juiste beslissingen kan maken omtrent digitaal mediagebruik. Nemen we wel genoeg verantwoordelijkheid als het aankomt op het beschermen van onze kinderen op digitale media?

Afspraken over gebruik digitale media

Ruim vier op de vijf ouders (84%) maken afspraken over het gebruik van digitale media met hun kinderen. De meeste ouders geven aan afspraken te maken omtrent schermtijd. Daarnaast maken zij afspraken met hun kind over wanneer hij of zij gebruik mag maken van schermen: bijvoorbeeld alleen als de ouders erbij zijn, pas na het maken van huiswerk of niet vlak voor bedtijd. Daarnaast geven veel ouders aan afspraken te maken over welke spelletjes of filmpjes toe zijn gestaan en worden er afspraken gemaakt rondom privacy – kinderen mogen bijvoorbeeld geen gegevens delen of alleen praten met mensen die ze in de echte wereld ook kennen.

Wat doen je kinderen online?

Maar is alleen afspraken maken wel voldoende om kinderen te beschermen tegen de gevaren van digitale media? Denise Bontje, gespecialiseerd op het gebied van mediaopvoeding, taalontwikkeling en spel, stelt dat het minstens zo belangrijk om inzicht te krijgen in wat kinderen digitaal doen: ÒDe grootste uitdaging zit hem in het af en toe samen dingen doen, in plaats van je kinderen wegzetten en je eigen ding gaan doen. Je kunt veel meer positieve effecten uit het digitaal mediagebruik van je kinderen halen, wanneer je de interactie opzoekt en meekijkt vanuit interesse. Dan maak je de ontwikkeling samen door en ben je de eerste persoon bij wie ze aankloppen als er iets besproken moet worden.Ó

Vertrouwen in je kind

Hoewel de meeste ouders afspraken maken, zegt bijna de helft van de ouders (43%) dat hun kinderen ook gebruikmaken van digitale media als zij niet in de buurt zijn. Tegelijkertijd vertrouwt slechts 27% erop dat hun kind de juiste beslissingen kan nemen omtrent digitale media. Kinderen houden zich bovendien lang niet altijd aan de gemaakte afspraken: slechts 28% komt de afspraken altijd na. Deze cijfers doen vermoeden dat we onze kinderen niet altijd voldoende kunnen beschermen. ÒHet is pas Žcht veilig als je betrokken bent en wanneer je het vertrouwen schept bij je kind dat het bij je terecht kan met vragen,Ó zegt Bontje. ÒGeef kinderen een kader waarbinnen ze zich vrij kunnen ontwikkelen, maar verlies ze tegelijkertijd niet uit het oog.Ó

Hoe kun je toezicht houden?

Toezicht houden is echter niet altijd makkelijk, bijvoorbeeld wanneer kinderen een eigen smartphone, tablet of computer hebben. Kinderen zijn gemiddeld acht jaar oud wanneer zij hun eerste device krijgen. Ongeveer de helft van de ouders geeft aan dat hun kind een smartphone bezit (47%) en twee op de vijf ouders geven aan dat hun kind een tablet heeft (41%). EŽn op de vijf (20%) kinderen heeft een eigen computer of laptop. Hoe kun je toezicht houden als je kind een eigen device heeft? Bontje benadrukt ook hier weer het belang van interactie tussen ouders en kinderen: ÒVraag je kind bijvoorbeeld eens om je te laten zien hoe een spel werkt en doe eens mee. Het af en toe samen spelen, iets kijken of zelf maken en daarover praten is niet alleen leuk, maar misschien nog wel waardevoller voor de ontwikkeling van kinderen dan het spel zelf. Bovendien schep je zo een vertrouwensband waardoor een kind eerder bij je zal aankloppen als het iets wil bespreken.Ó

Over het onderzoek

Het onderzoek werd tussen 10 en 22 maart 2020 uitgevoerd door Markteffect in opdracht van Prijsvergelijken, een website waar mensen kunnen internet vergelijken. De doelgroep bestaat uit ouders van kinderen tussen de 6 en 12 jaar oud. In totaal hebben 1020 ouders meegedaan aan het onderzoek. Op basis van de respons zijn de antwoorden met een zekerheid van 95% en een nauwkeurigheid van 3,1% te generaliseren naar de doelgroep. In de praktijk betekent dit dat wanneer een uitkomst uit het onderzoek 50% is, dit in werkelijkheid tussen 46,9% en 53,1% ligt.