Zindelijkheidstraining is een aspect dat varieert van kind tot kind. Sommige peuters worden zindelijk als ze 18 maanden oud zijn. Anderen omarmen de pot tegen de tijd dat ze 3 of 4 jaar oud zijn. Hieronder lees je 7 zindelijkheidsproblemen en oplossingen hiervoor.

1. In de buurt van ouders

Sommige ouders hebben het geluk dat hun kinderen bereid zijn om de pot overal te gebruiken. De meeste kinderen voelen zich beschermd als één van de ouders bij hun in de buurt is en niet in aanwezigheid van een andere persoon.

Oplossing: In plaats van je kind comfortabel te maken met het gebruik van de pot in aanwezigheid van een andere persoon, moet je jezelf geleidelijk verwijderen van de plaats na enkele dagen. Zodra jouw kind op de pot zit, sluit je de deur en zeg je dat je buiten aan het wachten bent.

2. Het voorkomen van nachtelijk bedplassen

Dit is meestal de grootste klacht van ouders. De blaas van een kind is niet voldoende gerijpt om de urine de hele nacht of zelfs een paar minuten langer vast te houden dan normaal. Dat is de hoofdreden waarom de meeste kinderen waterplassen in bed tijdens de nachtelijke uren.

Oplossing: Het is het beste om de gewoonte om te plassen voor het slapen gaan aan te leren. Als jouw kind midden in de nacht wil plassen, hou je best het badkamer nachtlampje aan zodat je kind niet bang is om naar de badkamer te gaan.

3. Vraagt spontaan een luier

Heel veel kinderen hebben aanvankelijk een hekel aan de pot, maar ze smeken hun ouders om een luier wanneer ze willen poepen. Je kleine kan naar een hoek van het huis gaan en alleen poepen tot het klaar is.

Oplossing: Probeer te overtuigen om te beginnen poepen in het toilet met de luier aan. Zodra hij of zij zich op het gemak gaat voelen, kan je vragen de pot te gebruiken in plaats van een luier.

4. Wat te doen bij het mislukt afstappen van de pot

Je kind kan aandachtig luisteren en naar de pot stappen om te plassen of om de behoefte te doen. Maar kan ook falen om het te doen, dadelijk nadat hij of zij van de pot stapt.

Oplossing: Dit kan een psychologische reden hebben, maar het is meestal te wijten aan het onvermogen van kinderen om hun spieren die de uitscheiding stimuleren op jonge leeftijd onder controle te houden. Behoefteproblemen tijdens zindelijkheidstraining kunnen ook te maken hebben met constipatie. Je moet je kind dan een tijdje laten zitten, ook als jouw kind dat niet wil doen. Het kan wel enkele driftbuien veroorzaken, maar langzaam aan wordt het een gewoonte na verloop van tijd om moeiteloos op de pot te gaan zitten.

5. Een ongelukkig ongeval

Wanneer jouw kind aan de stoel went, kan het wel eens gebeuren dat je kind door onoplettendheid van de pot glijdt en zich kwetst waardoor op de pot gaan wordt uitgesteld door de nare ervaring.

Oplossing: Behandel een ongeluk zoals je dat zou doen zoals een andere onvoorziene omstandigheid. Straf je kind er niet voor. Kalmeer jouw oogappel en benader de zaak op een luchtige manier om zo de gedachten af te leiden. Na een paar dagen neem je de oude draad weer op en train je opnieuw.

6. Jongens willen plassen en zitten

In een vroeg stadium wil een kleine jongen meestal op de pot zitten wanneer hij plast. Dit kan zijn omdat hij niet per ongeluk zijn behoefte wil doen of gewoon geen vertrouwen heeft tijdens het plassen.

Oplossing: Laat hem op die manier plassen en leer hem langzaam aan te staan en te plassen als hij er gewoon aan wordt. Als je buiten bent, ga dan samen naar een urinoir en laat zien hoe iedereen plast terwijl hij staat.

7. De angst voor in de toilet pot te vallen

De brede opening van het toilet voelt bij heel veel kinderen aan dat ze in de pot gaan vallen. Sommige kinderen hebben schrik voor het geluid van het toilet bij het doorsluizen van het water.

Oplossing: Begin met het spoelen van stukjes papier en laat zien hoe het toilet werkt. Na een paar keer gebruik went dit.