In-vitromaturatie of IVM: in de volksmond wordt het ook wel eens de proefbuisbaby genoemd. In de praktijk is het proces een stuk ingewikkelder maar wordt het wel aangezien als heel patiëntvriendelijk. In-vitromaturatie weet steeds betere resultaten te garanderen en kan de psychologische gevolgen van een eventuele chemische (kanker)behandeling helpen te verlichten: de behandeling hoeft de kinderwens niet aan te tasten. Hoe het werkt, wat de slaagkans  is en wanneer het een oplossing weet te bieden? Wij leggen het graag aan je uit.

Wat is het?

In-vitromaturatie is eigenlijk een techniek die ontstaan is uit biotechnologisch onderzoek. Hier worden de eicellen extern gerijpt (in-vitro of letterlijk ‘in glas’ ) nog vooraleer ze kunnen bevrucht worden. Hierbij worden onrijpe eicellen uit het vrouwelijk lichaam geoogst en in een petrischaaltje gerijpt. Het rijpen van de eicellen neemt ongeveer 24 tot 48 uur in beslag en wordt steeds uitgevoerd in een specifiek kweekmilieu dat het rijpingsproces moet stimuleren. Na het rijpingsproces worden de rijpe eicellen geïmpregneerd met zaadcellen van een partner of donor.

Voor wie is in vitro maturatie geschikt?

De noodzaak tot in-vitromaturatie kan verschillende oorzaken hebben. In de eerste plaats wordt het veelvuldig toegepast met vrouwen die te kampen hebben met PCO/PCOS (Polycysteus Ovarium Syndroom), een syndroom waarbij onrijpe follikels zich ophopen en de eisprong bemoeilijken of verhinderen. Niet voor niets werd de eerste IVM-baby geboren bij een vrouw met het Polycysteus Ovarium Syndroom. Een andere reden om over te gaan tot in-vitromaturatie is wanneer je een behandeling dient te krijgen waardoor je (mogelijk) onvruchtbaar zal worden. Het kan bijvoorbeeld gaan om een chemische behandeling tegen kanker of om de verwijdering van de eierstokken. Hierbij worden de verkregen rijpe eicellen ingevroren opdat ze op latere leeftijd nog bevrucht kunnen worden. Indien een behandeling snel moet opgestart worden en er geen tijd is voor een vaginale punctie, wordt soms verkozen om het volledig eierstokweefsel weg te nemen en in te vriezen. Soms wordt de techniek ook gebruikt indien de mannelijke partner een verminderde spermakwaliteit heeft, maar dat is eerder het geval bij een samenraapsel van factoren bij beide partners.

Er zijn echter verschillende indicatoren die de slaagkansen van in-vitromaturatie sterk doen afnemen. Om die reden is de behandeling niet altijd even geschikt. Dat is onder het geval in volgende situaties;

  • Vanaf 35 jaar nemen de slaagkans erg lage proporties aan;
  • Bij zwaarlijvigheid zonder hormoonstimulatie kunnen er moeilijkheden of gevaren optreden;
  • Voor hen waarbij IVF een oplossing kan bieden, wordt in-vitromaturatie afgeraden (lagere slaagkansen).

Vergelijking met IVF

In-vitromaturatie wordt soms wel eens onterecht verward met IVF ( in-vitrofertilisatie). In tegenstelling tot in-vitromaturatie worden de eicellen bij IVF gerijpt in de eierstokken door middel van een hormonenbehandeling om nadien geoogst te worden. Zo’n hormonenbehandeling is niet voor iedereen geschikt (bv. bij vrouwen die te kampen hebben met PCOS) en biedt uiteraard ook geen oplossing in het kader van een kankerbehandeling. Dergelijke hormonenbehandelingen zijn bovendien ook heel duur waardoor in-vitromaturatie (op termijn) goedkoper kan zijn. Bij in-vitromaturatie blijven de (nadelige) bijwerkingen zoals gewichtstoename ook achterwege. Alhoewel dat allemaal veelbelovend klinkt zijn er ook nog steeds enkele nadelen verbonden aan in-vitromaturatie:

  • Het heeft een lagere slaagkans dan IVF;
  • De verkregen embryo’s zijn vaak minder levensvatbaar.

Slaagkansen bij in vitro maturatie

Volgens cijfers van het Belgisch Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (UZ Brussel), zouden de slaagkansen bij in-vitromaturatie worden geschat op ongeveer 35 tot 40%. Dat is een heuse verbetering ten opzichte van een decennium eerder waar de slaagkansen nog op ongeveer 15 tot 20% werden geraamd. Toegenomen onderzoek, kennis en verfijnde behandelingsmethoden liggen aan de oorzaak. Veel is echter afhankelijk van de kwaliteit van de eicellen en de leeftijd van de vrouw.

Natuurlijk moeten we die cijfers ook relativeren: in gevallen waarbij de slaagkansen een stuk lager zouden liggen wordt in-vitromaturatie vaak afgeraden waardoor zij die gunstige cijfers niet negatief beïnvloeden. Bovendien wordt de techniek in de praktijk vaker toegepast bij jonge kankerpatiënten dan bij patiënten die te kampen hebben met PCOS. Toch is de toekomst rooskleurig: betere kweektechnieken, aangepaste klinische behandelingen en de combinatie met andere (hormonen)behandelingen zullen de slaagkansen ook in de toekomst verder doen stijgen.

Het behandelingsproces

Het behandelingsproces neemt een lange periode in beslag. In principe begint het altijd met een voortraject waarbij de arts zal evalueren of je al dan niet in aanmerking komt voor in-vitromaturatie. Via een echografie zal de arts nagaan of de voorraad eicellen voldoende groot is. Hierbij kan ook een bloedonderzoek noodzakelijk zijn. Na een positief advies van de arts zal er een IVM-cyclus worden gepland op basis van de natuurlijke cyclus en zal nagegaan worden of een hormonale stimulatie al dan niet noodzakelijk zal zijn. Is dat het geval? Dan zal die hormonale stimulatie meestal tussen de derde en vijfde cyclusdag plaatsvinden. De eicelpunctie vindt enkele dagen later plaats en geschiedt steeds onder echografische controle. Die eicelpunctie kan perfect onder lokale verdoving en behelst louter het aanprikken en -zuigen van de follikels. Verkies je een volledige verdoving? Spreek er dan over met jouw behandelende arts. De verzamelde eicellen worden uiteindelijk gerijpt in een petrischaaltje. Dit rijpingsproces neemt ongeveer 24 tot 48 uur in beslag. Het verdere verloop van het behandelingsproces kent nu twee mogelijkheden:

  • Het invriezen en bewaren van de gerijpte eicellen voor latere inseminatie;
  • Het bevruchten van de gerijpte eicellen met het sperma van een partner of een donor.

Bij het bevruchten van de eicellen injecteert men één zaadcel in iedere eicel. Uiteindelijk volgt de embryotransfer drie of vijf dagen na de fertilisatie.

Een cruciale rol in vruchtbaarheidsbewaring

Aangezien in-vitromaturatie eenvoudig kan gecombineerd worden met vitrificatie, een vriestechniek voor het bewaren van de gerijpte eicellen, speelt het een cruciale rol in de vruchtbaarheidsbewaring van jonge vrouwen. De techniek wordt dan ook veelvuldig toegepast op jonge vrouwen met een verhoogde kans op vroegtijdige onvruchtbaarheid. Zoals eerder gezegd gaat het voornamelijk om tieners of jonge volwassenen die te kampen hebben met kanker. Het gaat hierbij niet alleen om jonge vrouwen die hun eierstokken moeten laten verwijderen maar evenzeer om zij die een chemische kankerbehandeling dienen te ondergaan. Zij hebben immers 30 tot 50% minder kans dat zij later nog een kind kunnen krijgen. Het gaat hier om een preventieve aanpak die de mogelijkheden voor de toekomst open dient te laten.

Een IVM-kind, ook een gezond kind?

Bij de introductie van in-vitromaturatie werd aanvankelijk gevreesd voor de veiligheid en de gezondheidseffecten van de voortgebrachte kinderen. Om die reden werd een wereldwijde follow-upstudie georganiseerd naar de bijwerkingen op lange termijn. De resultaten van dat onderzoek zijn alvast gunstig:

  • Geen congenitale afwijkingen vastgesteld;
  • Geen afwijkingen op vlak geboortegewicht;
  • Risico op kleine en grote afwijkingen blijft in alle studies lager dan 5%;
  • Geen waargenomen risico’s in de epigenetische context.

Toch geven we nog een laatste relativering mee: er zijn wereldwijd nog maar enkele duizenden IVM-kinderen geboren. Om die reden hebben de eerste studies minder draagkracht dan bijvoorbeeld de studies naar IVF-kinderen (+/- 4 miljoen). Verdere follow-up zal dan ook noodzakelijk blijven.