Terwijl ik om me heen kijk in de kleine uitspanning behorend bij de kinderboerderij, komt er een zalige soort rust over me heen. Ik loer wat naar buiten en zie de geitjes in de wei. Ik heb mezelf lekker bij het raam geïnstalleerd.

Veilig holletje

Na wat gerommel met baby, berenpak en een blote borst zitten we heerlijk in ons hoekje. Diederik geconcentreerd zuigend, ik wat minder geconcentreerd, maar des te meer ontspannen om me heen kijkend. Vanaf mijn stoel kan ik zowel door het raam de geitenweide en de speelplaats zien, als ook de volledige zaak overzien. Precies zoals ik het het liefst heb wanneer ik borstvoeding geef in het openbaar. Een tafel een beetje langs de kant, met ‘niks achter me’. Voelt wat ‘oer’, alsof ik een veilig holletje moet creëren. Met tafeltjes en dus mensen achter me krijg ik het gevoel alsof ik elk moment besprongen kan worden en dus moet vluchten. Dan kan ik me niet overgeven aan dat mooie moment met zijn tweeën.

Fijne dag

Ook nu is het heerlijk, hij drinkt en ik kijk naar de binnendruppelende mensen. Veelal stellen met kinderen, een paar grootouders met kleinkinderen en een verdwaald ANWB-koppel, dat wat verrast lijkt door al die kinderen. De sfeer is gemoedelijk. Kinderen eten ijsjes of drinken warme chocolademelk, zo’n zonnige zondag waarop alles mag. Broertjes ruziën een beetje over wie er naast mama mag zitten, maar zonder veel overtuiging. Ook zij lijken te weten: vandaag is een fijne dag, die gaan we niet verpesten met gemopper, gezanik en gezeur. De ouders lijken ook toegeeflijker dan normaal: een ijsje middenin de winter, ach als ze daar nu zin in hebben.

Zodra ik de deur van de zaak hoor opengaan kijk ik even die kant op. Eigenlijk verwacht ik mijn man en oudste zoon elk moment in de deuropening. Maar als ze na een kwartier nog niet binnen zijn vermoed ik dat ze besloten hebben nog wat langer in de speeltuin te blijven. Ik geef ze geen ongelijk, het is zonnig en niet te koud, een verademing na de afgelopen week met veel grauw weer en binnen zitten. Voor me op tafel staat een glas warme chocolademelk mét slagroom, waarom ook niet.

Eigen postcode voor de was

Zo in het begin van het jaar heb ik weleens het gevoel dat ik mezelf opnieuw moet uitvinden. De gezellige drukke feestmaand is voorbij en de kale wintermaanden liggen uitgestrekt voor me. Tijd te over voor nieuwe ideeën: de bezem door mijn huis en door mijn hoofd. Ergens voelt dat wel lekker, tijd voor nieuwe plannen en avonturen, zeker nu mijn zwangerschapsverlof er net opzit. Maar door zo met ‘nieuwe dingen’ bezig te zijn kan ik nog weleens vergeten te genieten van ‘nu’. Dan ben ik in mijn hoofd al bij morgen en zodra het dan morgen is bij de dag erna. Mezelf geen rust gunnend te genieten van wat er nu is. En eerlijk is eerlijk, het is niet altijd genieten, de was heeft ondertussen een omvang aangenomen dat het zijn eigen postcode kan aanvragen en schoon kan je ons huis zeker ook niet noemen. Er slingert me te veel speelgoed rond en de stapel administratie op tafel doet denken aan de toren van Pisa.

Doelloos scrollen

Terug naar de kinderboerderij. Waren mijn gedachten toch even afgedwaald naar de bende thuis. Ondertussen is de chocolademelk op drinktemperatuur. Een etage lager aan mijn borst neemt het drinktempo af en baby’s ademhaling wordt rustiger. Mijn telefoon, die ik op zulke loze momenten snel zou pakken, ligt in mijn tas onderin de kinderwagen. Even denk ik erover de mevrouw aan het tafeltje naast me te vragen de tas even aan te geven. Gewoon zodat ik mijn man even kan appen, of ze al deze kant op komen. Maar ik beheers me, want ik weet: zodra dat ding boven tafel is ga ik er doelloos op zitten scrollen en dan vergeet ik haast die blozende baby op mijn schoot. Ik besluit het te laten voor wat het is en de telefoon te laten waar hij is.

Groezelige kinderboerderij

Ik kijk nog eens naar buiten en verbaas me over mijn ontspannen gevoel en het genoegen dat ik beleef aan een simpel restaurantje op een kinderboerderij. Een plek waar ik enkele jaren geleden nog met een grote boog omheen gelopen zou zijn. Want alhoewel ik wel van dieren houd, vind ik zo’n boerderij niet echt een traktatie. Ik ben er gewoon een beetje vies van. Niet van het zand, de modder en de takjes in de speeltuin, maar van de groezelige hokken wel, brrrrr. Maar nu, nu maakt me dat niks uit.

Ik zit in het zonnetje, er is een wolk van een baby (zo’n lekkere mollige met sliertig patathaar), chocolade en alle ruimte om mijn gedachten de vrije loop te laten. Ik kan niet anders zeggen dan: ‘Ik ben domweg gelukkig op de kinderboerderij.’