Peuterdiarree, iedere ouder hoopt dat zijn of haar kind er geen last van krijgt. Wist je dat het echter een van de meest voorkomende vormen van chronische diarree is bij (jonge) kinderen? Deze vorm van diarree komt vaak voor bij kinderen van één tot en met vier jaar. Op die leeftijd zijn de darmen nog niet volledig ontwikkeld. Hierdoor is de kans op diarree groter. Net zoals bij normale diarree, heeft het kind bij peuterdiarree last van soms waterdunne, soms brijige, stinkende ontlasting met daarin resten van onverteerd eten. De ontlasting kan daarnaast ook wat slijmerig zijn. Het verschil met normale diarree, ook wel acute diarree genoemd, is dat het kind zich verder helemaal gezond voelt. De peuter heeft geen last van koorts, geeft niet over en heeft nog een goede eetlust. Op een dag heeft een kind gemiddeld zo’n vier tot maar liefst tien keer diarree. Niet alleen voor het kind, maar ook voor de ouders dus een heel vervelende situatie. Hoe lang de diarree aanhoudt, is heel gevarieerd. Toch moet je vaak rekening houden met minimaal een week.

Hoe ontstaat het?

De oorzaak ligt meestal bij het eetpatroon. Onder andere te weinig vet, te veel vruchtensuikers en/of te weinig voedselrijk eten kunnen voor peuterdiarree zorgen. Door het eetpatroon niet aan te passen, bestrijd je uiteraard ook niet de diarree. Ook komt het vaak voor dat er eerst sprake is van acute diarree en in de periode daarna peuterdiarree ontstaat. Dit komt dan vaak doordat het eetpatroon niet wordt aangepast na acute diarree. Echter kan de oorzaak van peuterdiarree ook buiten de voeding liggen. Hierbij kun je denken aan onder andere:

  • Parasieten in de darmen: Mocht het vermoeden er zijn, dan kan de ontlasting onderzocht worden.
  • Een voedselintolerantie: Het is mogelijk dat je kind (over)gevoelig voor bepaald eten is, denk aan lactose of gluten. Waarschijnlijk heeft je kind naast de diarree dan ook buikpijn. Met behulp van een dieet wordt dit vaak verder onderzocht.
  • Obstipatie: Dit klinkt waarschijnlijk vreemd, maar het kan toch echt zo zijn. Obstipatie zorgt ervoor dat de darmen verstopt raken. Echter kan er dan nog wel dunne ontlasting langs.
  • Malabsorptiesyndroom: Bij dit syndroom wordt eten niet goed door de darmen opgenomen. Naast diarree is er dan ook vaak sprake van ondervoeding. Je kindje heeft dan een groeiachterstand en/of ontwikkelt zich niet goed.

Peuterdiarree behandelen

Wanneer je kindje peuterdiarree heeft, is het aanpakken van de voeding heel belangrijk. Doordat de darmen nog niet helemaal ontwikkeld zijn, is een gezonde voeding nóg belangrijker. Sterker nog, een gezond voedingspatroon is vaak al genoeg om de ontlasting weer dikker te maken. Hierbij vormen de 4 V’s de basis: vet, vezels, vruchtensap en vocht. Als ouder kun je de volgende dingen doen om de diarree te verminderen:

  • Voldoende voedingsvezels: Voedingsvezels binden vocht en zorgen ervoor dat de ontlasting dikker wordt. In onder andere volkorenbrood, zilvervliesrijst, groente, fruit en peulvruchten zitten vezels.
  • Voldoende vet: Door vet gaat voedsel minder snel door je maag en darmen, waardoor er meer vocht uit het voedsel onttrokken kan worden. Ook hierdoor wordt de ontlasting dikker.
  • Zoveel mogelijk vruchtensap en/of frisdrank beperken: Vruchtensap bevat fructose, ofwel vruchtensuiker. De darmen van een kind kunnen slechts een kleine hoeveelheid fructose verwerken. Komt er teveel fructose in het lichaam? Dan ontstaat er diarree. Probeer 2 glazen van 250 ml per dag aan te houden als maximum. Verdun zonodig de sap.
  • Voldoende vocht: Geef je kind niet te weinig, maar ook zeker niet te veel vocht. Te veel vocht kan namelijk moeilijk verwerkt worden. Probeer ongeveer 750 ml tot 1 liter vocht per dag aan te houden. Dit zijn ongeveer 5 tot 7 glazen. Thee, water, melk en limonadesiroop zijn daarbij goede opties.

Voedingsadvies in een lijstvorm

Om het je gemakkelijk te maken, vind je hieronder een lijst met wat je kind dagelijks nodig heeft aan voeding en vocht. Door deze lijst aan te houden, krijgt je kind genoeg voedingsstoffen, vitamines en mineralen binnen.

  • 2 of 3 bruine of volkoren boterhammen
  • 1 of 2 opscheplepels groente
  • Ongeveer 1 tot 1,5 portie fruit
  • 50 gram vlees en/of vleeswaren
  • 2 porties zuivel, bijvoorbeeld melk of yoghurt
  • 1 tot 2 opscheplepels aardappelen of een volkoren graanproduct
  • Ongeveer 30 gram smeer- en/of bereidingsboter
  • 15 gram notenpasta (geen suiker en zout toegevoegd)
  • 750 ml tot 1 liter vocht

Vind je het lastig om bovenstaande lijst te volgen of zou je hier graag ondersteuning bij willen krijgen? Een diëtiste kan je daar zeker bij helpen. De diëtiste weet precies wat je kindje nodig. Hij of zij kan een persoonlijk voedingsadvies maken en je de nodige tips geven om extra vezels en vetten binnen te krijgen.

En nu?

Door bovenstaand voedingsadvies op te volgen, verminderen de klachten vanzelf. Houd er hierbij rekening mee dat dat nog wel zo’n één tot twee weken kan duren. Door de voeding aan te passen, zal ook de ontlasting aangepast worden. Kreeg jouw kind te weinig vezels binnen en moesten deze dus aan de hand van het eetpatroon opgehoogd worden? Dan kan vermindering van de klachten een aantal weken langer duren. Hierbij is het ontzettend belangrijk om met het aangepaste voedingspatroon minimaal zes weken door te blijven gaan. Na die tijd kan pas geconstateerd worden of de voeding ook daadwerkelijk effect heeft en dus de diarree vermindert. Blijft je kindje daarna nog steeds last houden van diarree? Dan is het belangrijk om contact op te nemen met de huisarts. Misschien is er dan sprake van een parasiet of voedselintolerantie.