Een ideale zwangerschap kan 38 tot 42 weken duren. Voor het gemak wordt vaak een gemiddelde van 40 weken (9 maanden + 1 week) aangehouden, maar je hoeft je hierop niet blind te staren. Ook als je kindje 2 weken eerder of 2 weken later het hoofdje naar buiten wenst te steken, is er sprake van een normale zwangerschapsduur. In Nederland bevalt slechts 1 op de 25 vrouwen precies na 40 weken.

Waarom een zwangerschap niet precies 40 weken duurt

Je kunt je afvragen waarom niet alle zwangerschappen even lang duren. Dit heeft in de meeste gevallen te maken met de ontwikkelingssnelheid van het kindje. Sommige baby's hebben gewoon minder of meer tijd nodig om alle lichaamsfuncties te ontwikkelen. Tussen 40 weken en 42 weken zit trouwens maar 5% verschil. Bij oudere kinderen vinden we zo een verschil toch ook heel normaal. Weinig ouders zullen zich ongerust maken als hun zoontje op zijn 8ste verjaardag nog op een jongen van 7 ½ lijkt.

Hoe kun je je bevalling uitrekenen?

Vanouds wordt de bevalling uitgerekend op basis van de menstruatiecyclus. Hoewel deze methode eigenlijk een beetje achterhaald is, blijven de meeste verloskundigen het gebruiken om verwarring te voorkomen. Als beginpunt voor het uitrekenen van een bevalling wordt de eerste dag van je laatste menstruatie gebruikt. Begon je laatste menstruatie op 1 januari dan ben je bij een gemiddelde zwangerschapsduur van 40 weken uitgerekend voor 8 oktober.

Aan deze manier van uitrekenen kleeft echter een lastig minpuntje. Want op de eerste dag van je laatste menstruatie ben je nog helemaal niet zwanger. We weten allemaal dat een zwangerschap pas begint na een succesvolle bevruchting van een vrouwelijke eicel door een mannelijke zaadcel. Dit kan pas gebeuren wanneer je je eisprong hebt gehad. Bij vrouwen met een regelmatige cyclus volgt de eisprong 14 dagen na de eerste dag van de menstruatie. Van de 40 weken die voor een zwangerschap worden uitgerekend, ben je de eerste 2 weken dus niet zwanger.

Hoe begint je zwangerschap?

Bij je eisprong maakt één rijpe eicel letterlijk een sprongetje van je eierstok naar je eierleider. Wanneer deze eicel door een zaadcel van je partner wordt bevrucht zullen ze binnen enkele uren samensmelten tot één gemeenschappelijke cel. Vanaf dat moment ben je in de verwachting van een nieuw mensje.

Opmerkelijk genoeg gebeurt een bezwangering meestal niet tijdens seks of vlak hierna. De miljoenen zaadcellen die je partner naar binnen loost wanneer hij klaarkomt, zullen zich in eerste instantie rond je eierleiders nestelen. Daar wachten ze geduldig tot een eicel zich aandient. De zaadcellen van een man kunnen wel 4 tot 5 dagen overleven in het lichaam van een vrouw. Een bevruchting is afhankelijk van jouw eisprong. Zodra de eicel in je eierleider komt, zullen de zaadcellen hun beste beentje voortzetten om deze als eerste te bereiken. Slechts één zaadcel kan succes hebben.

Het kan ook voorkomen dat er bij je eisprong geen actieve zaadcellen in de buurt van je eierleider zijn, omdat je bijvoorbeeld een aantal dagen geen seks hebt gehad. Een rijpe eicel kan maximaal 12 tot 16 uur blijven wachten op een zaadcel. Door vlak na je eisprong te vrijen, is er dus ook een redelijke kans dat je zwanger wordt.

Je bevalling uitrekenen via je eisprong

Steeds meer vrouwen kennen hun lichaam goed genoeg om te weten wanneer ze hun eisprong hebben. Als je het moment van je eisprong herkent, weet je ook de dag waarop de bevruchting is geweest. Voor het uitrekenen van je bevalling moet je hier simpelweg 38 weken bijtellen. Was de eisprong/bevruchting op 1 januari, dan ben je uitgerekend om op 24 september te bevallen. De bevalling uitrekenen op basis van de eisprong kan in de praktijk wel eens voor verwarring zorgen:

  • De voorlichting over zwangerschap gebruikt in de meeste gevallen nog steeds een gemiddelde zwangerschapsduur van 40 weken, welke gebaseerd is op het begin van de menstruatiecyclus. Dit artikel trouwens ook.
  • Verloskundigen willen consistent blijven naar alle cliënten en één lijn vasthouden binnen hun praktijk. Hiervoor vinden ze de traditionele uitreken methode handiger.
  • In de communicatie met anderen kun je voor misvattingen zorgen als je niet de menstruatie-methode maar de eisprong-methode hanteert. Je familieleden, vrienden en collega’s hebben vaak nog het 40 weken concept in hun hoofd. Er kunnen wat alarmbelletjes gaan rinkelen wanneer je vertelt dat je een paar weken eerder gaat bevallen.

De ontwikkeling van je kindje in je baarmoeder

Na een succesvolle bevruchting reist de nieuwe gemeenschappelijke cel binnen enkele dagen van je eierleider naar je baarmoeder. In deze beschermde omgeving kan je kindje alle lichaamsfuncties ontwikkelen en voldoende groeien voordat het naar buiten komt. Het embryo zal eerst een ruggenmerg, zenuwstelsel en hersenstelsel aanmaken. Hierna volgen de belangrijke organen als longen, maag, darmen, nieren en lever. Vervolgens wordt het geraamte gevormd en veranderd het embryo in een feutus. Na ongeveer 24 weken kan je kindje al zelfstandig poepen, plassen en ademhalen (vochtwater i.p.v. lucht). In de laatste 3 maanden van je zwangerschap beleeft je baby een groeispurt, waarbij het lichaam en het gezichtje hun unieke vorm krijgen. Aan het einde van week 40 komt er een prachtig, kerngezond meisje of jongetje naar buiten.

Sommige kindjes kunnen hun ontwikkeling in 38 weken voltooien en anderen doen het op hun gemak in 42 weken. Dit weet je nooit vooraf, ook niet als je al eerder kinderen hebt gebaard. De ontwikkelingssnelheid verschilt van kind tot kind. Middels echo’s kan het groeiproces van een foetus goed worden gevolgd. Bij de laatste reguliere echo, rond de 20ste week van je zwangerschap, kan de verloskundige al redelijk goed zien hoe ver je kindje gevorderd is. Zo kan ook de datum voor je bevalling nauwkeuriger worden ingeschat. Er zijn verloskundigenpraktijken die een 30 weken echo en zelfs een 36 weken echo aanbieden.

Wanneer is er sprake van vroeggeboorte of overdragen (te late bevalling)?

Indien een zwangerschap korter dan 37 weken duurt, is er sprake van een vroeggeboorte. Verschillende niet ideale condities bij zowel het kindje als de moeder kunnen een vroege geboorte in gang zetten. Indien dit tussen de 32ste en de 37ste week van de zwangerschap gebeurt, is er meestal geen reden voor serieuze ongerustheid. De baby krijgt op de couveuseafdeling van het ziekenhuis de nodige extra aandacht om zijn of haar groeiproces netjes te voltooien. Als je baby na 42 weken je baarmoeder nog niet wilt verlaten, is er sprake van overdragen. Bij een te lange zwangerschap is het aangeraden om niet thuis maar in het ziekenhuis te bevallen.