‘Jammer, maar helaas mam. Je zal huizen moeten gaan verkopen! Maar dan kan je in ieder geval wél zeggen dat je een heerlijk nachtje op de Kalverstraat hebt geslapen.’ Mijn oudste dochter Quinty, krijgt, als ze een spelletje (in dit geval Monopoly) aan het winnen is, plotseling een plagerige, cynische vorm van humor over zich.

Ik heb die neiging ook geregeld maar ik vind het dan toch ook wel weer sneu voor de ander. Want o wee als het spelletje niet helemaal gaat zoals mevrouwtje in gedachten had. Een beetje levenservaring zal de scherpe kantjes er in de komende jaren nog wel afhalen verwacht ik. Maar leuk zal ze het nooit gaan vinden.

istock-525878695

Je lijkt zo veel op mij

Zo kan ik me herinneren dat wij een aantal jaar geleden een gesprek met Quinty hebben gevoerd omdat ze haar vier jaar jongere zusje, Vienna, finaal van de mat veegde tijdens een potje ganzenbord. Haar arme zusje van nét drie telde op dat moment de stippen op de dobbelsteen nog; laat staan dat zij begreep dat ze er niet blij mee moest zijn wanneer zij op het plaatje van ‘de put’ terecht was gekomen.

Nu onze kinderen allemaal rond de tienerleeftijd zijn, wordt het steeds duidelijker hoezeer ze, in houding en gedrag, op ons lijken. Een paar weken geleden heb ik een stiekeme fotosessie gemaakt van mijn man met zijn zestienjarige zoon Damien. Ze waren voetbal aan het kijken en wilden allebei dat hun team zou winnen.

Ze beten op hun nagels toen het spannend werd, hadden allebei hun rechterarm over hun hoofd toen ze nonchalant op de bank lagen en kunnen soms nog tot een uur na de wedstrijd brommerig zijn wanneer hun cluppie verloren heeft.

Op het moment dat ze in de gaten kregen dat ik foto’s maakte gooide Damien een propje papier naar mij toe en op hetzelfde moment voelde een borrelnootje van Pascal precies op mijn hoofd terechtkomen. Op zo’n moment ben ik extra trots en gelukkig met mijn gezin.

Griezelig

Ook tijdens mijn potje Monopoly tegen Quinty afgelopen week kon ik er geen speld meer tussen krijgen. Mijn oudste dochter, die qua gedrag het meest op mij lijkt, speelde tactisch, oplettend, sportief maar zó gebrand om te winnen. Het was bijna griezelig om het ‘tegen mijzelf’ op te moeten nemen. Alle tips en trucs om het spel te winnen werden als een zelfontworpen boemerang naar mij teruggegooid. Wat is die erfelijkheidsfactor toch prachtig, dacht ik toen. Hoewel…

Tijdens mijn schooltijd vond ik de economische en de rekenvakken het leukst en had toen nooit verwacht dat ik nu zoveel plezier uit schrijven, van onder deze blog, zou halen. Nederlands was niet mijn sterkste en zeker niet mijn meest favoriete vak. Het kan verkeren zullen we maar zeggen.

Dyslexie geërfd

dyslexie-monopoly-spel

Ik heb er best wel eens moeite mee gehad toen ik merkte dat mijn kinderen, meer dan gemiddeld, foutjes maakten bij spelling. Uiteindelijk kregen wij het advies van de juf om beide kinderen te laten testen op dyslexie.

Mijn ex-partner – de vader van mijn kinderen – heeft op latere leeftijd ontdekt dyslectisch te zijn. Ik denk dat het een hoop leed (lage cijfers op zijn rapport terwijl hij stinkend zijn best deed) zou hebben gescheeld wanneer ze zijn dyslexie eerder hadden opgemerkt.

Een dyslexieverklaring

Hoe dan ook; mijn beide dochters hebben inmiddels een dyslexieverklaring. Natuurlijk is het vervelend dat ze dit stempel opgedrukt hebben gekregen. Toch ben ik erg blij dat ze ervoor in aanmerking kwamen zodat ze nu meer tijd mogen nemen bij toetsen op school. Ik vergeet de opmerking van mijn dochter hierover nooit meer:

“Nu weet de juf dat ik wél heel erg mijn best doe, maar dat mijn ogen soms iets anders zien dat jouw ogen, mama.” In de weken die volgden zag ik haar zelfvertrouwen met sprongen vooruit gaan. Gelukkig maar.