In de 12 maanden na de geboorte van je liefde bundel zal een hele reeks gaan veranderen. Dan denken we aan de eerste glimlach of gehuil tot het leren zeggen van mama of dada. Baby's communiceren door te “praten” in hun eigen vorm van babytaal, in de hoop dat je hen direct begrijpt en mee babbelt.

In deze periode kan veel gedaan worden om de communicatie vaardigheden te stimuleren. Door middel van lachen, praten, verhalen voorlezen, samen naar muziek te luisteren en mee te zingen naar je baby toe.

Het is van belang om op de communicatie te focussen, omdat vroege spraak en taalvaardigheden geassocieerd worden met het ontwikkelen van lees, schrijf en interpersoonlijke vaardigheden. Het zal niet alleen in de baby-kindertijd van belang zijn, maar ook voor het latere leven in de maatschappij.

Voldoende aandacht schenken aan de communicatie met de baby

Ondanks ze klein zijn en nog niet spreken, begrijpen baby's wel de algemene betekenis van wat er gezegd wordt. In deze fase begrijpen ze via een emotionele toon. Stimuleer de communicatie door voldoende aandacht met liefde aan hen te bieden door:

  • Vaker met hen te lachen of als ouder antwoord te geven door normaal te praten, wanneer de kleine door middel van babytaal probeert te communiceren.
  • Wanneer het kind met je brabbelt, te luisteren en weer antwoord te geven. Het kind weet dan dat er geluisterd wordt.
  • Geduld te hebben met de kleine, vooral bij het proberen te verstaan.
  • Voldoende aandacht met liefde te geven. Dit is ook van belang, vooral wanneer de baby een gesprek wil met de ouder. Soms is de ouder bezig met taken. In dit geval zou de ouder dat even moeten laten en de aandacht schenken aan het kind.

Het communiceren met de baby is een tweerichtingsverkeer. Door intiem te zijn met de baby, geeft de ouder aan zich betrokken te voelen. Vaak vinden baby's het leuk dat ze geïmiteerd worden met “ba ba” of “da da”. Al versta je de baby niet, blijf toch reageren. Het kind merkt hierdoor dat er wordt geluisterd.

Baby's houden ervan als er gepraat wordt, in het bijzonder “met” ze.

Als ouder is het belangrijk dat er met je baby gepraat wordt. Meer dan gewoon praten, in een warme en vrolijke stem. Een baby leert praten, doordat de geluiden die in de ruimte te horen zijn worden nagebootst. Hoe eerder er met een baby gesproken wordt, hoe sneller de spraak en taalvaardigheden zich ontwikkelen.

Leuke momenten om met kindjes te praten zijn, tijdens: het eten geven, het aankleden, het geven van een bad. Het is van belang om tijdens deze perioden / activiteiten te communiceren, dan leert het kind ook meteen wat er op dat moment plaatsvindt. Dit komt tot uiting door je handelingen met eenvoudige woorden aan te geven zoals bijvoorbeeld: [naam van het kind] activiteit, dus “….badje” of “….flesje” of “….happe”. Bij het herhalen van deze type woorden gaat het beklijven en wordt er een betekenis aan ze gegeven.

De communicatie ontwikkeling van een baby per fase bekeken.

Het praten, kan per kind verschillen. Voor de één is het rond de 12 maanden en bij andere weer rond de 18 maanden. Hoe vindt de ontwikkeling plaats?

Tussen 1 – 3 maanden:

In deze fase vinden deze liefjes het leuk om geluiden van stemmen te horen. Als gevolg hiervan gaan de baby's vaak lachen of zwaaien met de armpjes, in ieder geval vrolijken ze op. Het spreken zelf begint met gorgelen en koeren, soms met een klinker ertussen.

Het is nooit te vroeg om met voorlezen te beginnen. Het voordeel van voorlezen is dat het een bijdrage levert bij de ontwikkelen van de hersenen. Muziek kan een goed kalmeringsmethode zijn en na een tijdje, om te tonen dat hij of zij deze liedjes herkennen, gaat de baby glimlachen en/of zwaaien met de armen en benen.

Tussen 4 – 7 maanden:

Het kind heeft al vroeg door dat het brabbelen of “praten” in babytaal invloed heeft op de ouders. Hoe vaker dit gedaan wordt, hoe meer het kind zal letten op de reactie van de ouder. Vervolgens experimenteren deze met geluiden en intonaties. De toonhoogte van de stemmen wordt verhoogd en verlaagd, terwijl zij brabbelen. Dit wordt overgenomen van de volwassenen, die dit ook toepassen bij het stellen van een vraag of het benadrukken van iets.

Als je het kind kennis laat maken met eenvoudige woorden zoals kan of bal, houdt het voorwerp dan omhoog, zodat het kind kan zien waaraan het gerelateerd is. Wanneer er voorgelezen wordt, is het handig om kleurrijke boeken met prenten te hebben. Dit heeft een bepaalde aantrekkingskracht op het kind. Tijdens het doornemen van een boek met je kindje, is het raadzaam om eenvoudige voorwerpen aan te wijzen voor versterking van de vroege spraakontwikkeling. Bij voorkeur is het handiger met korte woorden te oefenen en daarna te pauzeren, waardoor het kind zelf ook kan reageren door middel van babytaal en de interactie die daarbij hoort.

Tussen 8 – 12 maanden:

In deze fase zeggen de meeste baby's hun eerste woordjes, dat in de meeste gevallen mama of dada is. Begrijpelijk is dit een grote vreugde voor de ouders. Soms is het toevallig. In deze fase heeft babytaal nog steeds de voorkeur bij hen. Blijf desondanks lachen en eenvoudige woorden herhalen door de dag heen. Door woorden steeds te herhalen, onthouden ze de geluiden en betekenissen van de voorwerp gerelateerde woorden. Eén op één interactie tussen ouder en baby in deze fase is ook zeer van belang, gepaard gaande met spelletjes spelen en liedjes beluisteren. Ze houden hier ontzettend van.

Tussen 12 – 24 maanden:

In deze fase is het goed om in boeken naar foto's te wijzen en identificeren van lichaamsdelen. Het volgen van instructies en begrijpen van eenvoudige vragen gaat veel gemakkelijker, bijvoorbeeld: ” pak je beker” of ” waar wil je naar toe?”. Als er vaker voorgelezen is geworden, wordt het in deze fase nog leuker voor je kleintje. Vanwege het feit dat zij zelf vragen, door een boek naar de ouder toe te brengen, met de bedoel dat er een verhaaltje wordt voorgelezen. Dit geldt ook voor liedjes en versjes.

Tussen 24 – 36 maanden:

In deze fase is de ontwikkeling veel sneller, vooral met betrekking tot hun woordenschat. Dit is te merken aan de meer complexere opdrachten die je kan geven aan je kind. Ze leren begrippen, zoals: “warm / koud, snel / langzaam, groot / klein” onderscheiden.

Wanneer de arts raadplegen.

In het eerste levensjaar communiceert een baby door te gorgelen om daarna te beginnen met brabbelen. Vervolgens zullen die ook reageren op nee, op zijn of haar naam en ook op het aangeven van simpele opdrachten of taakjes, zoals “kom hier”, “ga zitten”.

Als het gaat om de normale taalontwikkeling kan dit variëren van kind tot kind. Het is altijd goed om de spraak van een baby te laten evalueren bij elke consultatie. Praat met de arts mocht jij je zorgen maken over een vertraagde spraak –of gehoorontwikkeling. Wat iedere ouder moet onthouden is dat elk kind het leuk vindt om de stem van zijn mama of papa te horen. Dus schaam je als ouder vooral niet om met je kind te praten op een “kinderachtige” manier. Het is een leerproces dat diens ontwikkeling stimuleert, dus je zal het voor over moeten hebben.

Goed om te weten:

Baby's huilen vaak op verschillende manieren om zodoende aan te geven dat er iets mis is, bijvoorbeeld om aan te geven hongerig te zijn of een vuile luier te hebben etc. Hieronder worden enkele redenen aangehaald voor langdurig huilen:

  • Wanneer je baby zich ziek voelt. Dit merk je vaak wanneer je de kleine vasthoudt of wiegt, dat die meer huilt. Ga dan even na of die niet ziek is. Het eerste wat gedaan kan worden is de temperatuur meten en als die rond de 38 graden of meer is, raadpleeg de arts. Als eerste hulp kun je het kind onder een koude douche plaatsen om alvast af te koelen. Dit doet men om te voorkomen dat het kind nog meer in temperatuur toeneemt. In de meeste gevallen daalt de temperatuur ook tijdelijk, waardoor het kind zich lekkerder voelt.
  • Wanneer je baby een irritatie heeft, bijvoorbeeld aan het oog. Is er iets vreemd op het oog te zien dat roodheid of tranen bij de baby veroorzaakt, neem onmiddellijk contact op met de arts.
  • Wanneer baby's pijn hebben, over het algemeen. Dit kan zijn bij beschadigingen / verwondingen aan de huid van de kleine, veroorzaakt door een te lang gedragen luier of door een ander voorwerp. Bekijk en behandel de plek en help je kindje uit het ongemak.

Notitie:

Het is vaak moeilijk te constateren wat je baby precies scheelt, omdat die niet kan uitleggen wat er mis is. Het vereist daarom aandachtig onderzoek. Onderzoek ook de vingertjes en teentjes grondig. Wees vooral geduldig als je de oorzaak van het langdurig huilen niet meteen kan achterhalen!