In de eerste vier levensjaren van je kind ga je geregeld met je kind naar het consultatiebureau. Met een baby ga je het vaakst; daarna ga je steeds minder vaak. Tijdens het bezoek ga je in gesprek over hoe je kind zich ontwikkeld, wordt je kind gemeten, gewogen, gevaccineerd en beoordeeld door een arts.

Wanneer en hoe vaak ga je naar het consultatiebureau?

Je wordt op dertien vaste momenten uitgenodigd om met je kind naar het consultatiebureau te komen. Met een baby ga je maandelijks, is je kind twee jaar dan hoef je nog maar een keer per jaar.

Wat is het consultatiebureau?

Het consultatiebureau is een plek waar je voor controles met je kind naartoe gaat. Je gaat er naartoe tot je kind vier jaar is. Op het consultatiebureau wordt de groei van je kind gevolgd, niet alleen de fysieke groei, maar ook hoe je kind zich ontwikkelt. Er wordt door een jeugdverpleegkundige gekeken of je kind meeloopt met de gemiddelde groei en ontwikkeling. Ook wordt er aandacht besteedt aan onderwerpen als dagelijkse verzorging, het gedrag van je kind en de voeding van je kind. Zijn er zorgen of vragen, dan krijg je van het consultatiebureau voorlichting, tips en adviezen. Je kind wordt eens in de zoveel tijd ook beoordeelt op zijn gezondheid. Een arts checkt of de ogen, de oren en de longen het goed doen en of er eventuele andere zorgen zijn. Bij het consultatiebureau krijgt je kind ook de vaccinaties. Je kiest zelf of je je kind deze vaccinaties wilt laten geven.

De eerste uitnodiging van het consultatiebureau

Het is niet nodig om zelf een consultatiebureau uit te kiezen of om je aan te melden bij een consultatiebureau. Als je je kind aangeeft bij de gemeente, dan krijgt het consultatiebureau automatisch bericht hiervan en zal hierdoor contact met je opnemen.

De eerste screening na de geboorte

De allereerste afspraak met de jeugdverpleegkundige is niet op het consultatiebureau, maar bij jouw thuis. Deze afspraak is al binnen een week na de geboorte. De jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau komt dan op bezoek om bij je baby het gehoor te testen en bloed af te nemen bij de hiel. Als je baby in de eerste week nog in het ziekenhuis verblijft, dan komt de jeugdverpleegkundige daar bij je op bezoek. Het bloed van je baby wordt gecheckt op zeventien aandoeningen. Alleen als je kind een of meerdere hiervan heeft, krijg je binnen drie weken bericht. Geen bericht is dus goed bericht.

Thuisbezoek ter kennismaking

Ook in de tweede week nadat je baby is geboren, komt er een jeugdverpleegkundige van het consultatiebureau op bezoek. Deze keer komt de jeugdverpleegkundige bij je op bezoek om elkaar te leren kennen en je te vertellen over het consultatiebureau. Je ontvangt dan een groeiboekje om mee te nemen als je naar het consultatiebureau gaat. Tijdens dit thuisbezoek wordt er ook een gezondheidscheck gedaan bij je baby en wordt er met jou gepraat over je zwangerschap, bevalling en eventuele afwijkingen in je familie. Dit wordt gedaan om te achterhalen of er eventuele risico’s zijn in de ontwikkeling van je kind die nog komen gaat.

Dit moet je altijd meenemen naar het consultatiebureau

Bij het consultatiebureau neem je het volgende mee:

  • het groeiboekje dat je tijdens het thuisbezoek van de jeugdverpleegkundige ontving
  • een wikkelhanddoek of een badjasje
  • een luier en ander verschoonmateriaal
  • eventueel een voeding, als je verwacht dat je kind dit nodig heeft
  • bij sommige afspraken neem je ook een ingevulde vragenlijst mee, deze krijg je vooraf aan je afspraak thuisgestuurd

De wikkelhanddoek of het badjasje is nodig, omdat je kind tijdens elk bezoek uitgekleed moet worden. In zijn luier of ondergoed wordt je baby of kind vervolgens gemeten en gewogen. Hieraan voorafgaand en daarna houd je je kind warm met de wikkelhanddoek of het badjasje. Bij een ouder kind is deze waarschijnlijk niet meer nodig, aangezien de verwarming bij het consultatiebureau altijd goed warm is.

Alle consultatiebureau bezoeken op een rij

Na de eerste twee bezoekjes bij je thuis volgen er in de loop van de eerste vier jaar van je kind nog dertien bezoekjes aan het consultatiebureau. Het kunnen er ook meer zijn, als je bijvoorbeeld vaker je baby wilt meten en wegen, er iets aan de hand is of als je extra vragen hebt. Er is in elk consultatiebureau een inloopspreekuur waar je altijd in mag lopen. Je gaat in elk geval op deze dertien momenten naar het consultatiebureau:

  • Na een maand.
  • Bij twee maanden.
  • Bij drie maanden.
  • Bij vier maanden.
  • Bij zes maanden.
  • Bij zeven en een halve maand.
  • Bij negen maanden.
  • Bij elf maanden.
  • Bij veertien maanden.
  • Bij achttien maanden.
  • Bij twee jaar.
  • Bij drie jaar.
  • Bij drie jaar en tien maanden.

Bij iedere afspraak wordt je kind gemeten en gewogen. Aan de hand hiervan wordt er een persoonlijk groeidiagram van je kind gemaakt, eventuele afwijkingen worden besproken. Ook is er ruimte voor vragen over je baby of het ouderschap. Het verschilt per afspraak wat er nog meer wordt gedaan.

Afspraak na een maand

Na een maand wordt je baby door de arts gecontroleerd op het volgende:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.

Afspraak bij twee maanden

Na twee maanden heb je een afspraak met de jeugdverpleegkundige. Dit wordt er gedaan:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Eerste inenting: de eerste prik van de DKTP- en de HIB.

Afspraak bij drie maanden

Na drie maanden heb je weer een afspraak met de arts. Hij of zij doet het volgende:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Tweede inenting van de reeks DKTP- en de HIB-inenting.

Afspraak bij vier maanden

De jeugdverpleegkundige houdt zich deze keer hiermee bezig:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Derde inenting van de reeks DKTP- en de HIB-inenting.

Afspraak bij zes maanden

Vanaf dit moment hoef je niet meer wekelijks met je baby naar het consultatiebureau. Bij zes maanden doet de arts het volgende:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Het geven van voorlichting over bijvoeding, die vanaf dit moment kan worden gegeven.
  • Het geven van een folder over veiligheid in huis, omdat je baby binnenkort of nu al begint met rollen, tijgeren en kruipen.

Afspraak bij zeven en een halve maand

De jeugdverpleegkundige houdt zich bij deze afspraak bezig met:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Checken of je baby tandjes krijgt en advies geven over het poetsen van deze tanden.
  • Checken of je al vaste voeding geeft en of dit goed gaat en hier eventueel voorlichting, advies of tips over geven.

Afspraak bij negen maanden

Deze keer ontmoet je de arts, die zich hiermee bezighoudt:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Uitleg geven over de taalontwikkeling.
  • Checken hoe het gaat met de taalontwikkeling en eventueel tips of adviezen geven om deze te stimuleren.

Afspraak bij elf maanden

Bij deze afspraak ontmoet je de jeugdverpleegkundige, die zich hierop richt:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Vierde inenting van de DKTP- en de HIB-inenting.

Afspraak bij veertien maanden

Je baby is alweer ruim een jaar oud als je voor deze afspraak naar het consultatiebureau gaat. Je praat deze keer met een arts, die hier op let:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • >li>Twee inentingen: de Meningococcen en de BMR vaccinatie (deze laatste krijgt je kind nogmaals als hij of zij negen jaar oud is).

Afspraak bij achttien maanden

Deze afspraak zie je de jeugdverpleegkundige voor het volgende:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Spelletjes om de motoriek en kennis van je baby te testen.

Afspraak bij twee jaar

Als je kind twee jaar oud is, dan tref je op het consultatiebureau de arts, die zich hierop richt:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Of je al bezig bent met de zindelijkheid van je kind.
  • Of je twee keer per dag de tanden van je kind poetst.
  • Of je bent gestopt met de fles en de speen.
  • Of de taalontwikkeling goed verloopt: de meeste kinderen van twee kunnen tweewoord zinnen maken.

Afspraak bij drie jaar

Is je kind drie jaar oud, dan zie je de jeugdverpleegkundige weer voor het volgende:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Een ogentest, waarmee de scherpte van de ogen van je kind wordt gemeten.
  • Bij een slechte score is extra oogonderzoek nodig; de jeugdverpleegkundige informeert hierover en maakt eventueel een extra afspraak voor een herhaalde ogentest.
  • Als je kind ook bij de volgende ogentest slecht scoort, kan het zijn dat je kind wordt doorverwezen naar een oogarts. Het kan zijn dat je kind visuele oefeningen, een bril, contactlenzen of een pleister op het oog krijgt. Een pleister is nodig wanneer je kind met het ene oog beter kan kijken dan met het andere oog.

Afspraak bij drie jaar en tien maanden

Bij deze laatste afspraak bij het consultatiebureau zie je de arts voor:

  • Algemene gezondheidscheck.
  • De ontwikkeling.
  • Een herhaling van de ogentest.
  • Inenting van de DTP Vanaf nu wordt de controle van de ontwikkeling van je kind overgenomen door de schoolarts.