Bij de geboorte zijn tweelingen meteen samen. Maar tijdens de zwangerschap zijn ze al onafscheidelijk met elkaar verbonden, knappen ze samen een uiltje en later zijn ze elkaars kompaan. In dit artikel “De identiteit bij tweelingen: hoe ontwikkelen ze hun eigen 'ik'” enkele richtlijnen die je kan gebruiken tijdens de opvoeding van je tweelingkinderen. Deze aanwijzingen bieden een kans om hun eigengereide persoonlijkheden verder te ontwikkelen.

De identiteit van tweelingen zoals een éénling

Vanaf het tweede levensjaar beginnen kinderen van een tweeling een eigen identiteit te ontwikkelen. Net zoals dat het geval is bij éénlingen. Het enige grote verschilpunt is evenwel dat tweelingen ook een identiteit van een tweeling voortbrengen. Die ontwikkeling begint trouwens al tijdens de zwangerschapsperiode. Zij ontwikkelen instinctief een vertrouwensband. Ook wel de tweelingidentiteit genoemd. Twee individuele persoonlijkheden die onbewust samen één identiteit vormen. Voor elk karakterkenmerk treedt een vorm van balans op zoals communicerende vaten: wat de ene teveel heeft, is dat bij de ander iets minder en omgekeerd. Voor de buitenwacht lijkt dit het soort gedragscode te zijn. In de eerste levensjaren is de subjectieve identiteitsontwikkeling van ondergeschikt belang ten opzichte van de tweeling persoonlijkheidsontwikkeling. Pas naarmate het ouder worden en het meer zelfstandig handelen, lijkt het tweelingsgevoel minder aanwezig te zijn. De pubertijd vormt pas echt de persoonlijkheid van een tweeling. Vaak wordt vastgesteld dat de banden opnieuw hechter worden aangehaald wanneer beiden het ouderlijk huis hebben verlaten.

Twee handen op één buik in de ruimste betekenis

Letterlijk en figuurlijk zijn tweelingen al tijdens de zwangerschap twee handen op één buik: ze aaien elkaar, ze zuigen op elkaars duim, ze hebben bonje voor de beste positie en beuren elkaar op. Zoals al eerder aangegeven blijven tweelingen in de eerste levensjaren in elkaars voetsporen zitten. Dat brengt het 'wij-gevoel' meer op het voorplan. De 'ik'-persoonlijkheid komt pas in een latere fase. Het zoeken van een eigen ontplooide identiteit is bij een meisjes- of jongenstweeling het makkelijkst. Door het geslachtsverschil vergelijken buitenstaanders minder. Bij tweelingen die ééneiig zijn lijken die qua karakter en uiterlijk een kopie van elkaar te zijn en gebeuren de vergelijkingen veel sneller.

Als ouder een eigen 'ik' van je kind helpen ontwikkelen

Als ouder ben je in de gelegenheid om je tweeling te helpen bij het ontwikkelen van hun eigen persoonlijkheid onder de noemer van de 'ik'-vorm. Volgende tips kan je ter harte nemen:

1. Geef geen eensluidende namen bij de geboorte

Vermijd namen van je tweeling die op elkaar gelijken. Dat zorgt enkel maar voor een Babylonische spraakverwarring, zowel voor jou als ouder als voor de kinderen zelf.

2. Doe iets speciaals met één van je kinderen

Veel ouders van tweelingen hebben vaak de neiging om altijd samen iets te organiseren. Stap eens van die gewoonte af en probeer iets speciaal te plannen met één van je kinderen. Dat doe je om de beurt.

3. Beschouw beide kinderen als individuen

Vaak springen tweelingen in de bres voor elkaar. Vooral de eerste levensjaren is dat het geval. Zij vullen elkaar aan. Nochtans moet je als ouder zorgen dat ze individueel worden benaderd en ontdek wat hun persoonlijke behoeften zijn.

4. Begin je kinderen niet teveel met elkaar te vergelijken

Omdat tweelingkinderen tot dezelfde leeftijdscategorie behoren, maken ouders graag vergelijkingen. Dit soort vooroordelen over je kinderen is iets waar je zoveel mogelijk van moet afstappen. Vermijd een tunnelvisie op vlak van benadering en opvoeding.

5. Het spelletje zoek de verschillen in de naaste omgeving

De naaste omgeving zoals vrienden en familie kunnen eindeloos zoeken naar verschillende vergelijkingen van de kinderen. Een vergelijking werkt storend voor de kinderen, zeker wanneer ze groter worden. Leg je kennissenkring uit dat ze daar best mee stoppen wanneer de kinderen in de nabijheid rondlopen.

6. Stimuleer individuele talenten

Vergelijk nooit gemeenschappelijke talenten bij tweelingkinderen. Dat heeft heel weinig zin. Maar evalueer je kinderen op de specifieke individuele begaafdheden die ze hebben ontwikkeld, maar dan wel elk afzonderlijk.

7. Spits de aandacht ook op de andere kinderen binnen het gezin

Een tweeling krijgt altijd dat tikkeltje meer extra aandacht binnen het gezin dan andere kinderen. Nochtans hebben de andere kinderen eveneens de juiste aandacht nodig. Hou daar wel degelijk rekening mee. Geef de andere kinderen het gevoel dat ze niet worden uitgesloten en organiseer uitstapjes bijvoorbeeld samen met de tweeling.

8. Spreek de tweeling met hun echte voornaam aan

In een gesprek met andere mensen durven ouders soms de fout te maken om de hele tijd te praten over de 'tweeling'. Dat is een behoorlijke inschattingsfout. Gebruik altijd hun voornamen in het gezelschap van andere mensen in de buurt.

De onderlinge relatie tussen tweelingen is afhankelijk van de leeftijd

Hoe verhouden tweelingen zich op vlak van onderlinge relatie tegenover elkaar. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat er drie fases in het onderling gedrag bij tweelingen wordt vastgesteld:

De onafscheidelijke koppelrelatie

Als de kinderen van een tweeling hun eigen persoonlijkheid en identiteit nog niet hebben ontwikkeld, gedragen de kinderen van een tweeling zich vaak als een niet van elkaar te scheiden koppel. Dit gebeurt vooral in de eerste levensjaren. Het heeft bijgevolg weinig zin om de tweelingkinderen in het eerste schooljaar van elkaar los te koppelen. Dat zou meer kwaad dan goed doen. Zolang er voorlopig geen 'ik'-besef is, mag je de speciale relatie die tweelingkinderen hebben uit elkaar rukken.

Leven met of zonder elkaar

Hoe ouder tweelingkinderen worden, hoe minder zij aan elkaar gebonden zijn om optimaal te kunnen functioneren. De aanwezigheid van de andere tweelinghelft is niet altijd noodzakelijk meer. Die relatieverhouding komt tijdens de pubertijd het meeste voor.

Extreme individuele relatie: de periode om zich af te zetten

De periode waar de kinderen van de tweeling vinden dat het helemaal niet leuk meer is deel uit te maken van een tweelinghelft. Dat gebeurt vaak wanneer ze puberen. Ze vechten regelmatig een robbertje uit en bekvechten is schering en inslag. Deels heeft die gedragsattitude te maken omdat ze zelf in de knoop liggen met de zoektocht naar hun eigen identiteit.