Kinderen hebben op een jonge leeftijd nog geen tijdsbesef. Door meer regelmaat te creëren in de dag en door kinderen aan te leren wat begrippen betekenen, kun je kinderen tijdsbesef aanleren. Op een wat latere leeftijd is het ook van belang dat het kind leert klokkijken. Hier kan de ouder het kind mee helpen door bijvoorbeeld een digitale- of analoge klok aan te schaffen, maar ook door het kind zelf een horloge te geven. Dit zijn nog maar enkele voorbeelden van hoe je een kind tijdsbesef kunt aanleren, maar er zijn natuurlijk nog veel meer mogelijkheden. Denk hierbij aan het laten zien van babyfoto's, enzovoorts.

Regelmaat in de dag creëren

De tijd is voor kinderen onder de drie jaar erg lastig om te beseffen. Door middel van regelmaat houden de kinderen grip op een dag. Denk hierbij aan iedere ochtend even een bakje fruit eten, daarna buiten spelen, enzovoorts. Voor een jong kind is het onduidelijk wanneer je zegt 'we gaan zo naar buiten', want wanneer is 'zo'? Dat begrijpt het kind nog niet. Door een volgorde van activiteiten te benoemen kun je kinderen meer overzicht bieden over hoe hun dag eruit ziet. Zo helpt het kinderen om meer tijdsbesef te krijgen.

Leer kinderen wat begrippen betekenen

Daarnaast kan het voor oudere kinderen moeilijk zijn wanneer er woorden zoals zometeen, dadelijk, straks of morgen worden gebruikt. Ze hebben namelijk nog geen besef wat deze woorden precies inhouden. Om deze begrippen te begrijpen hebben ze meer uitleg nodig. Je kunt kinderen leren om deze woorden te begrijpen door bijvoorbeeld te zeggen 'Vanavond, na het eten gaan we een boekje lezen'. Op deze manier wordt het voor een kind steeds duidelijker wat het begrip 'vanavond' precies inhoudt.

Activiteiten bij de ontwikkeling van tijdsbesef

Wanneer kinderen iets ouder worden, worden begrippen steeds duidelijker. Een kleuter bijvoorbeeld begrijpt woorden als 'vanmiddag' of 'vanavond' al beter. Toch snappen ze nog niet volledig wat de begrippen inhouden, omdat de activiteiten van het kind nog een grote rol spelen in de besef van tijd. Zo denkt een kleuter wanneer het niet naar school gaat dat het vakantie is en wanneer het naar zwemles gaat dat het dinsdag is.

Hoewel jonge kinderen weten dat ze bijvoorbeeld op dinsdag naar zwemles moeten, weten kinderen vaak de volgorde van de dagen nog niet. Zo weten ze niet dat na dinsdag, woensdag en donderdag komen. Bovendien weten ze de volgorde van de seizoenen nog niet. Deze volgorde wordt door middel van spelletjes, liedjes en verhalen aan de kinderen geleerd.

Klokkijken aanleren op analoge klok en digitale klok

kleuter-met-wekker-in-handen

In groep 3 is het voor de meeste kinderen duidelijk wat de dagen van de week, de maanden en de seizoenen inhouden. De volgende stap in het aanleren van tijdsbesef is het leren klokkijken. Eerst wordt er aangeleerd wat de uren zijn, bijvoorbeeld 'het is drie uur'. Vervolgens worden de kwartieren en halve uren aangeleerd, 'het is kwart over drie'. Als de kinderen deze competenties hebben aangeleerd, zullen ze de digitale klok leren lezen. Dit wordt hen aangeleerd door thuis en op school digitale klokken aan te schaffen, zodat het kind voortdurend met een digitale klok geconfronteerd wordt. Op deze manier zullen de kinderen vanzelf leren hoe laat het is. Als ouder kun je je kind helpen om klok te leren kijken. Dit kun je doen door een analoge klok of digitale klok aan te schaffen, maar ook regelmatig aan je kind te vragen 'hoe laat is het?' of 'wat heb je vanmiddag gedaan?'. Naarmate het kind vaker in aanraking komt met kloktijden of begrippen, zal het kind steeds meer tijdsbesef ontwikkelen.

Andere middelen om je kind meer tijdsbesef te geven

Door je oude foto's van zolder te halen uit je kindertijd en je tijd als ouder kun je je kind meer tijdsbesef aanleren. Het kind ziet het verschil tussen vroeger en nu, waardoor het kind steeds meer beseft dat de ouder een verleden en een toekomst heeft. Door vervolgens babyfoto's van je kind te laten zien, kan het kind ook beseffen dat het zelf een verleden en een toekomst heeft. Op deze manier leert het kind steeds meer over levensfases. Daarnaast kan je je kind vragen wat het later wil worden, waardoor het na gaat denken over zijn of haar toekomst. Het kan natuurlijk nog steeds voorkomen dat je kind aan je vraagt of je ook de Tweede Wereldoorlog hebt meegemaakt, maar daar kunnen de kinderen niets aan doen. Zij moeten nu eenmaal leren wat tijd inhoudt. Wanneer de kinderen ouder worden en bijvoorbeeld geschiedenis krijgen op school, leren de kinderen steeds meer bij over de geschiedenis. Dit voorkomt dat ze dit soort vragen stellen.

Bovendien is het mogelijk om je kind een eigen horloge te geven. Dit maakt het voor een kind interessant en uitdagend om de tijd te leren. Want hoe leuk is het om zelf te weten hoe laat het is? Wat ook erg handig is voor de ouder, want als je om zes uur gaat avondeten kan het kind zelf de tijd in de gaten houden. Dit kan van pas komen wanneer een kind bij een vriendje gaat spelen, want dan kun je gewoon een tijd opgeven. Ook wanneer de feestdagen er weer aan komen, kan je je kind een aftelkalender geven. Zo weet je kind bijvoorbeeld wanneer het Kerstmis is.

Al met al ontwikkelt tijdsbesef zich steeds meer naarmate het kind ouder wordt. Voor kinderen onder de drie jaar zit klokkijken er nog niet in, maar het kind kan al wel regelmaat in de dag leren herkennen. Ook leert het steeds meer wat bepaalde begrippen betekenen, zoals 'morgen' of 'vandaag'. Wanneer het kind in groep drie zit, leert het klokkijken. Er zijn meerdere mogelijkheden om je kind tijdsbesef aan te leren. Denk hierbij aan het laten zien van foto's uit verschillende levensfases, maar ook door je kind een aftelkalender te geven.