Zindelijk worden gaat in verschillende fases. Als je kind anderhalf tot twee jaar is, kan het bewust zijn darm- en blaasspieren onder controle houden. Je kind leert eerst om niet meer in zijn broek te poepen. Daarna krijgt hij overdag controle over zijn blaas en daarna volgt ook de controle over de blaas terwijl hij ’s nachts slaapt. Overdag zijn de meeste kinderen goed zindelijk als ze ongeveer vier jaar zijn. Rond het zesde jaar zijn ze meestal ook ’s nachts zindelijk. Dit geldt niet voor alle kinderen. Een plaswekker als oplossing voor bedplassen en broekplassen is een mogelijkheid om je kind te helpen.

Oorzaken bedplassen

peuter-bedplassen

Als kinderen na hun vijfde jaar nog in bed plassen, spreken we over bedplassen en niet meer over zindelijkheid. Bedplassen kan elke nacht voorkomen, maar ook een paar keer per week of een paar keer per maand. Voordat kinderen de basisschool verlaten, zijn ze hier meestal wel overheen gegroeid, maar ook volwassenen hebben hier soms nog last van. Er zijn verschillende redenen waarom je kind in bed plast ’s nachts. Je kind wordt niet wakker van de signalen van een volle blaas of je kind maakt ’s nachts veel urine aan. Vasopressin is een hormoon dat ervoor zorgt dat je ’s nachts minder urine produceert. Als de hoeveelheid van dit hormoon laag blijft tijdens het slapen, zal je kind ook ’s nachts veel urine blijven produceren. Ook kan je kind een blaas hebben die hyperactief of slecht rekbaar is. Vaak zijn gezondheidsproblemen niet de oorzaak van bedplassen. Bedplassen komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes en als jij of je partner vroeger ook in bed geplast hebben, is het risico hierop voor je kind ook groter. Soms ontstaat bedplassen door stress en spanningen.

Gevolgen van bedplassen

Plast jouw kind ’s nachts nog in bed? Vaak heeft dit grote gevolgen voor je kind. Hij voelt zich onzeker en wil niet gaan logeren of op schoolkamp. Ook voor jou als ouder is het bedplassen belastend. Denk maar aan de gebroken nachten en de volle wasmachines. Word in ieder geval niet boos op je kind en ondersteun hem.

Doe dit vooral niet

Als je kind ook overdag nog ongelukjes heeft, stuur je je kind misschien vaak naar het toilet om broekplassen te voorkomen. Hierdoor leer je kind niet wennen aan een volle blaas en traint hij zijn sluitspier niet goed. Door je kind ’s avonds niet te laten drinken went je kind ook niet aan een volle blaas. Ook het wakker maken ’s nachts of op het toilet zetten voordat je zelf naar bed gaat, zorgt ervoor dat je kind het omgaan met een volle blaas niet traint. Je weet nu wat je vooral niet moet doen, maar wat moet je dan wel doen?

Een plaswekker

Om bedplassen en broekplassen te verhelpen, wordt als eerste vaak een plaswekker aangeraden. De plaswekker bestaat uit een speciaal broekje dat je kind ’s nachts draagt en een wekker. Dit broekje geeft een signaaltje door aan een wekker als het vochtig is. Je kind wordt wakker van de wekker, moet de wekker uitzetten en naar het toilet gaan. Op deze manier traint je kind het herkennen van een volle blaas. De eerste nachten is het even doorzetten, maar uiteindelijk zal het je kind lukken om twee weken achter elkaar droog te blijven. Als dit goed gaat, laat je je kind ’s avonds extra drinken. Ook deze fase train je weer tot je kind twee weken droog weet te blijven. Ook voor broekplassen overdag zijn er speciale plaswekkers die werken met een trilalarm of een geluidsalarm. Het voordeel van een trilalarm is, dat de klasgenootjes van je kind niks doorhebben en je kind vol zelfvertrouwen naar het toilet gaat, zonder dat anderen zien dat zijn broek nat is. Hou op een kalender bij hoe het gaat en geef je kind complimenten. Zo krijgt hij er ook vertrouwen in dat het gaat lukken. Voorbij zijn jouw gebroken nachten en zijn natte bed of natte broek.

Overige tips bij bedplassen en broekplassen

Schakel professionele begeleiding in als jullie met een plaswekker gaan beginnen. Zo weet je zeker dat jullie op de juiste manier geholpen worden. Als een plaswekker niet tot het gewenste resultaat leidt, geef dan vooral de moed niet op. Er zijn nog voldoende andere manieren om met bedplassen en broekplassen aan de slag te gaan. Bespreek de mogelijkheden met je huisarts en hou vol.