Ik ben opgegroeid met ‘de zondagse wandeling’. Op zondagmiddag werden wij kinderen samen met de hond in de auto geladen daar gingen we, op weg naar het bos. Als puber vond ik het verschrikkelijk en liep met een hoofd vol onweer achteraan. Later kwam ik erachter dat wandelen een heerlijke manier was om mijn gedachten op een rijtje te zetten. Het nodigt ook uit tot goede gesprekken. Je hoeft elkaar niet direct in de ogen te kijken en dat zorgt er merkwaardig genoeg voor dat je je wat vrijer uitdrukt.

De zondagse wandeling wandelen

De ‘zondagse wandeling’

Onze kinderen hebben mazzel, want ‘de zondagse wandeling’ is bij ons zeker geen vaste prik. Wel nam ik ze regelmatig mee naar het bos, toen ze klein waren. Meestal gingen ze blijmoedig met me mee, want kinderen tot een bepaalde leeftijd vinden alles best zolang ze maar bij hun ouders zijn. Eerst in de wandelwagen, maar daar wilden ze allebei al heel snel uit. Dus liepen ze met hun korte beentjes mee en stopten bij ieder plantje en iedere paddenstoel.

Onze zoon was net een puppy als we hem loslieten in het bos; hij rende twee of drie keer het stuk dat wij wandelden en kwam terug met steeds grotere stokken. Stokken waren sowieso een grote liefde van hem, achter het huis had hij een hele verzameling en hij kon je precies vertellen welke zijn favoriet was. Wij hebben een regel moeten instellen van geen stokken in de auto, want hij nam het liefst het hele bos mee. En sloeg er dan natuurlijk – per ongeluk – zijn zusje mee.

Geen zin om te wandelen

Op een gegeven moment hadden ze niet altijd meer zin om mee te gaan en moest ik toch wat listen verzinnen om ze mee te krijgen. Op sommige plekken in Nederland heb je speciaal voor dat doel kabouterpaden voor kleine kinderen. Op de route mogen ze zoeken naar kleine bosbewoners met puntmutsen en zo wandelen ze makkelijk ongemerkt kilometers door het bos te struinen.

Een wat laagdrempeligere oplossing was dat ze hun knuffels mee mochten nemen naar het bos. Die bonden ze dan met behulp van hun vest voor hun borst, als een provisorische Baby Björn. Liedjes zingen helpt ook goed om van het wandelen een feestje te maken.

wandelen en padvinderij

Ik zat vroeger op de padvinderij en daar leerden we wandelliedjes, gemaakt om op het ritme van je stappen te zingen: ‘één-twee-drie-vier, alweer een kilometer van mijn schoenen afgesleten…’. Deze heb ik uiteraard ook weer doorgegeven aan mijn eigen kinderen. Ook sprak ik vaak af met vriendinnen met kinderen in dezelfde leeftijd; dat is gezellig voor de volwassenen en de kinderen vermaken elkaar.

Wandelen en kletsen

Op vakantie in Nieuw-Zeeland hebben we heel wat afgewandeld. Onze jongste konden we enthousiasmeren door haar verhalen te laten vertellen. Ze vond het prachtig om zo lang de onverdeelde aandacht van haar ouders te krijgen. Ik zie haar nog zo stappen op haar mini-bergschoentjes, met grote verhalen over prinsen, kabouters en paarden.

Toen de kinderen wat ouder werden gingen we weleens ‘geocachen’, ook een hele leuke hobby. Én met een schermpje, dus daar kun je je kinderen goed mee verleiden. Corona heeft het wandelen weer een hele nieuwe dimensie gegeven. Ik heb al heel wat afspraakjes in het bos gehad, en dat klinkt helaas spannender dan het is. Met een thermoskan met thee op stap met vriendinnen en zelfs een keer mijn verjaardag gevierd met mijn ouders aan een picknicktafel – met taart – ergens op een parkeerplaats.

Wandelen is een fijn momentje om bij te praten

Wandelen is een fijn momentje om bij te praten

Ook lopen mijn lief en ik – al sinds de eerste lockdown – tussen de middag een ‘blokje om’. In al die uren wandelen hebben we ons mooie dorp en het groen hier in de buurt aardig verkend. Heel soms kunnen we de kinderen, of één van de twee, verleiden om mee te lopen. Een fijn momentje om even bij te praten. De verhalen zijn iets minder fantasierijk geworden, maar ze zijn nog steeds wel de moeite waard.