De meeste kinderen liggen met hun hoofdje naar beneden in de baarmoeder. Dit is gunstig, want in deze houding verloopt de bevalling het gemakkelijkst. Sommige kinderen zijn echter een beetje eigenwijs. Zij liggen niet in de zogeheten achterhoofdsligging, maar in een stuitligging.

Ligt je kindje in een stuitligging en draait hij of zij zich niet meer zelfstandig om? Dan krijg je een stuit bevalling. Deze bevalling brengt extra risico’s met zich mee. Daarom is het goed om je van tevoren in de stuit bevalling te verdiepen. Dit doe je onder andere door dit artikel door te lezen. Op deze pagina lees je niet alleen wat de stuitligging inhoudt en wat de mogelijke oorzaken van een stuitligging zijn, maar ook hoe een stuit bevalling er precies uit ziet.

De stuitligging: een korte introductie

De stuitligging is de meest voorkomende liggingsafwijking. Bij een stuitligging ligt je kindje niet met het hoofdje naar beneden, maar liggen de billen of voeten beneden. Enkele weken voor de bevalling kan je kindje nog zelfstandig draaien. In dit geval heb je geen stuit bevalling, maar een gewone bevalling. Bij 50 procent van de kinderen gebeurt dit echter niet. De moeders van deze kinderen krijgen wel een stuit bevalling, ofwel een bevalling met extra risico’s.

Ben je 36 weken zwanger en ligt je kindje nog steeds met de billen of voeten beneden? Dan is de kans klein dat je kindje zich nog zelfstandig gaat draaien. Na 36 weken zwangerschap gebeurt dit bij slechts 4 procent van de baby’s. Het is dan ook goed om je vanaf dit moment voor te bereide op een stuit bevalling.

Verschillende soorten stuitliggingen

Voor we je meer vertellen over de stuit bevalling, is het goed om te weten dat er vier verschillende stuitliggingen zijn. Ten eerste is er de onvolkomen stuitligging. Hierbij liggen de beentjes van je kindje gestrekt omhoog, doorgaans naast het lichaam. Het laagste punt is de stuit van je kindje. Dan is er nog de volkomen stuitligging. Bij deze houding liggen de voeten van je kindje tegen de billen. De beentjes van je kindje vormen het laagste punt in de baarmoeder.

Je kindje kan ook een half onvolkomen stuitligging hebben aangenomen. In dit geval ligt één been omhoog. Het andere been ligt naar beneden. Tot slot is er nog de voetligging. Bij deze afwijkende houding liggen de benen van je kindje gestrekt naar beneden. Het is net of je kindje staat in de baarmoeder: de voeten liggen het verst naar beneden.

De mogelijke oorzaken van een stuitligging

In veel gevallen is het niet duidelijk waarom het kindje de verkeerde houding heeft aangenomen in de baarmoeder. Wel zijn er enkele risicofactoren bij het ontstaan van een stuitligging, ofwel situaties waarin de stuitligging vaker voorkomt:

  • Je baarmoeder of bekken heeft een afwijkende vorm.
  • Je baby heeft een afwijking.
  • Je placenta ligt onderin de baarmoeder.
  • Je krijgt een meerling.

Vaak wordt de oorzaak van de stuitligging niet ontdekt. Dit is ook niet echt relevant. Het is veel belangrijker op de juiste manier om te gaan met de afwijkende ligging van je kindje, zodat je jouw zoon of dochter gezond ter wereld kunt brengen. Daarom krijgt een stuit bevalling nog meer aandacht dan een ‘gewone’ bevalling, ofwel een bevalling zonder complicaties.

Een natuurlijke stuit bevalling

Als de gynaecoloog of verloskundige heeft aangetoond dat je kindje in een stuit ligt, wordt er verder onderzoek gedaan naar de houding van je kindje. Is het niet meer mogelijk je kindje te draaien, dan heb je het samen met je gynaecoloog over de bevalling.

Nu sta je voor een keuze. Je kunt je kindje met een natuurlijke stuit bevalling ter wereld brengen, maar je kunt ook kiezen voor een keizersnede. Kies je voor een natuurlijke stuit bevalling? Dan moet je altijd in het ziekenhuis bevallen, onder leiding van een gynaecoloog. Bij een stuit bevalling lopen jij en je kindje namelijk meer risico. Gaat er inderdaad iets mis, dan kan de gynaecoloog ingrijpen.

Verder lijkt de stuit bevalling veel op een normale bevalling. Het persen gaat ongeveer hetzelfde en zelfs bij een onvolkomen stuitligging is de kans op een succesvolle bevalling groot. Wel is de kans aanwezig dat je kindje na de bevalling even in de couveuse moet.

De voordelen van een natuurlijke stuit bevalling

Hoewel je bij een natuurlijke stuit bevalling meer kans hebt op complicaties dan bij een ‘gewone’ bevalling, kiezen de meeste moeders ervoor hun kindje toch op deze manier ter wereld te brengen. Dit heeft namelijk diverse voordelen. Ten eerste krijg je bij een natuurlijke stuit bevalling niet te maken met de risico’s van een keizersnede. Hierdoor loop je minder risico bij zwangerschappen in de toekomst.

Daarnaast vinden veel vrouwen het prettig om op een natuurlijke manier te bevallen, voornamelijk omdat ze de bevalling op deze manier meer mee krijgen. En krijg je later nog een kindje? Dan hoef je niet in het ziekenhuis te bevallen, als je kindje de juiste houding heeft aangenomen. Heb je een keizersnede gehad, dan moet je altijd in het ziekenhuis bevallen. Ook een belangrijk voordeel: bij een natuurlijke bevalling hoef je minder lang in het ziekenhuis te blijven met je kleintje. Ook als het om een stuit bevalling gaat.

Tot slot herstel je sneller na een natuurlijke bevalling, dan het geval is na een keizersnede. Ook als je bevalling complicaties heeft door de stuitligging van je kindje, herstel je over het algemeen sneller.

De nadelen van een natuurlijke stuit bevalling

Een natuurlijke stuit bevalling heeft enkele voordelen, maar er zijn ook nadelen. Het is belangrijk deze te benoemen, zodat je als moeder beter kunt bepalen of je wel of niet op een natuurlijke manier wil bevallen van jouw kindje met stuitligging. Alleen als je alle ins en outs van de natuurlijke stuit bevalling kent, kun je de juiste beslissing maken voor jou en je kindje.

Het eerste nadeel van een natuurlijke stuit bevalling, is al kort eerder genoemd. Als je een natuurlijke stuit bevalling hebt gehad, heb je namelijk meer kans dat jouw kindje direct na de geboorte op de kinderafdeling wordt opgenomen. Veel kindjes die op een natuurlijke manier worden geboren met stuitligging, moeten korte of langere tijd in een couveuse liggen. Het is belangrijk hier rekening mee te houden.

Daarnaast kan het zo zijn dat het niet lukt je kindje op een natuurlijke manier te baren. Is dit het geval, dan krijg je alsnog een keizersnede. Ben je al aan het persen, dan is dit erg vervelend. Ook is het niet prettig voor je kindje. De meeste bevallingen gaan goed, zelfs met een onvolkomen stuitligging, maar toch moet je er altijd rekening mee houden dat de bevalling wellicht niet lukt en je toch een keizersnede krijgt.

Een stuitbevalling met keizersnede

Vind je de nadelen van een natuurlijke stuit bevalling zwaarder wegen dan de voordelen? Dan kun je ervoor kiezen jouw kindje ter wereld te brengen met een keizersnede. Ook hier zitten enkele voor- en nadelen aan verbonden.

Wel is het vooral je kindje dat van de voordelen van de keizersnede profiteert. Geboren worden met een keizersnede is simpelweg veilig en best prettig voor je zoon of dochter. Voor jou als moeder zitten er voornamelijk nadelen verbonden aan de keizersnede. Je moet verdoofd worden (soms zelfs met een volledige narcose), je krijgt een litteken en je moet langer herstellen van je stuit bevalling. Toch kun je ervoor kiezen een keizersnede te ondergaan. De meeste moeders doen dit voor hun kindje, aangezien een natuurlijke stuit bevalling zeker niet altijd prettig is voor de baby.

De gynaecoloog kan ook voor je beslissen dat een keizersnede noodzakelijk is. Dit doet de gynaecoloog als hij of zij vindt dat een natuurlijke stuit bevalling te gevaarlijk is voor jou en/of je ongeboren kindje.

Twijfels? Ga in overleg met je gynaecoloog

Twijfel je tussen een natuurlijke stuit bevalling en een bevalling met keizersnede? Overleg dan (nogmaals) goed met je gynaecoloog. Je gynaecoloog kan je precies vertellen wat de voor- en nadelen van beide soorten bevallingen zijn. Ook kan hij of zij je advies geven, over welke bevalling het beste bij jou en jouw kindje past. Praat ook met je partner over de bevalling. Op basis van het advies van je gynaecoloog en de gesprekken met je partner bepaal je uiteindelijk op welke manier je wil bevallen.