Tijdens jouw zwangerschap ga je regelmatig langs bij de verloskundige die jou aan een controle onderwerpt. Het is de enige manier waarop je zeker bent dat het nog helemaal goed gaat met jouw kleine spruit. Een onderdeel van dat onderzoek is de palpatie. Dit is het uitwendig onderzoek tijdens je zwangerschap. Wat het uitwendig onderzoek inhoudt? Dat leggen wij graag even voor jou uit.

Wat is een palpatie?

Een palpatie is een uitwendig onderzoek tijdens je zwangerschap. Hierbij beoordeelt de verloskundige de foetale ligging, de hoeveelheid vruchtwater en de indaling. Dit uitwendig onderzoek bestaat uit de handgreep van Osborne en de vier handgrepen van Leopold. Daarnaast stelt de verloskundige jou een aantal vragen om de normale ontwikkeling van het kind na te gaan. Vooral vragen omtrent de beweging van de baby zijn daarbij niet ongewoon. Het is zeker geen kruisverhoor, maar het kan misschien wel interessant zijn om vooraf even een en ander te observeren.

Toepassing van de Leopold-handgrepen

Het grootste deel van het uitwendig onderzoek tijdens je zwangerschap bestaat uit de zogenoemde Leopold-handgrepen. In de praktijk gebruikt men hiervoor vier Leopold-handgrepen. Een complete uiteenzetting van wat deze handgrepen zijn, brengt ons te ver van de essentie. Maar onthoud vooral dat het gaat om weldoordachte technieken. Het voelen en drukken op de buik kan voor de mama soms lukraak lijken, maar dat is het dus zeker niet.

Toepassing van de handgreep van Obsorne

Naast de vier Leopold-handgrepen past de verloskundige bij het uitwendig onderzoek tijdens je zwangerschap ook de handgreep van Osborne toe. Deze handgreep wordt vooral bij hoogzwangere vrouwen toegepast. Hierbij bepaalt de verloskundige de verhouding tussen het foetaal caput en de bekkeningang.

Voorbereiding bij een palpatie

Bij een palpatie hoef je zelf weinig te doen. Wat wel belangrijk is, is dat je een lege blaas hebt. Dat is niet alleen voor jou prettiger maar ook voor de verloskundige, die een en ander dan beter kan voelen. Jouw blaas zit dan niet in de weg. Zorg ervoor dat je toch maximaal dertig minuten voor de palpatie geplast hebt. Vervolgens neem je op de onderzoeksbank plaats. Je plaatst je hoofd op het hoofdeinde en gaat, in ontspannen ruglig, met gestrekte benen op de onderzoeksbank liggen. Meestal legt de verloskundige jou eerst nog een en ander uit, zeker indien je een onzekere indruk achterlaat. Vervolgens start de verloskundige aan het uitwendig onderzoek tijdens je zwangerschap.

Nagaan van de fundushoogte

Nu gaat de verloskundige na of de fundushoogte congruent is met de zwangerschapsduur. Hiervoor meet de verloskundige met behulp van een meetlint de lengteas. Dit doet de verloskundige vanaf de bovenkant van de uturus tot over de buik. Het is net hierdoor dat het belangrijk is dat je blaas leeg is, opdat het resultaat accuraat zou zijn. Op basis van het meetresultaat gaat de verloskundige na of de baarmoeder al dan niet normaal groeit. Hiervoor is er geen ideaal meetresultaat, wel is er een marge waarbinnen de resultaten zich dienen te situeren.

Ligging van het kindje bepalen

Ook bij een afwijkend resultaat hoeft er nog geen paniek te zijn. Wie lang en mager of net klein en zwaar is, heeft wel vaker te kampen met afwijkende meetresultaten. Anderzijds kán het wel wijzen op een afwijkende ligging. Om dat uit te sluiten gaat de verloskundige na of het om een hoofd- of om een stuitligging gaat. Hiervoor plaatst de verloskundig beide handen ter hoogte van de baarmoederfundus en gaat de verloskundige aan het voelen.

De verloskundige drukt op verschillende plekken in de buik. Geen zorgen, deze handgrepen zijn weldoordacht gekozen. Hierbij bepaalt de verloskundige eigenlijk de weerstand op verschillende plekken van de buik. Zo gaat de verloskundige de plaats van de rug en de kleine delen na. De verloskundige vraagt jou eventueel ook nog even aan welke kant je de meeste beweging voelt. Dat helpt om de kleine delen te situeren.

In ongeveer 96% van de gevallen is er sprake van een hoofdligging. Bij twijfel onderzoekt de verloskundige het hoofd van het kindje. Indien de verloskundige dan weer twijfelt over de plaats van de rug, zal de verloskundige de handgreep van Ahlfeld gebruiken. Hierbij wordt de fundus uteri naar beneden gedrukt waardoor de kromming van de rug toeneemt. Dat maakt het voelen met de andere hand eenvoudiger.

Bepalen van de graad van indaling

Om na te gaan of het kindje al dan niet al is ingedaald, voelt de verloskundige meestal ook onderin de buik. De verloskundige gaat daarbij de beweeglijkheid van het caput ten opzichte van de bekkeningang na.

Luisteren naar het hartje

Wanneer je dan toch bij de verloskundige bent, maakt de verloskundige van het moment gebruik om naar het hartje van de baby te luisteren. Hierbij is een hartslag van 110 tot 150 hartslagen per minuut heel gewoon. Maar ook bij een hartslag die tot 180 slagen per minuut oploopt, hoeft de verloskundige zich nog geen zorgen te maken. Dat is wel het geval indien de hartslag lager dan 100 slagen per minuut of net hoger dan 180 slagen per minuut bedraagt.

Nazorg na een palpatie

Na het uitwendig onderzoek tijdens je zwangerschap mag je opnieuw de gewenste houding aannemen. Nadien informeert de verloskundige jou graag en vult de verloskundige het dossier aan. Eventueel dringt een vervolgafspraak zich op. Dat hoeft niet automatisch slecht nieuws te zijn, want uiteraard neemt de verloskundige graag het zekere voor het onzekere.

Nog extra dingen waar je op moet letten?

Zoals eerder gezegd is het vooral belangrijk dat de blaas leeg is. Maar zorg er bovenal voor dat je ontspannen aan de onderzoekstafel plaatsneemt, anders zijn de resultaten van het onderzoek niet zo betrouwbaar. Ook voor jezelf is dat veel fijner. Houd voortdurend oogcontact met de verloskundige en durf het aan te geven indien het onderzoek (te) pijnlijk is.

Weet tot slot dat een harde buik in de laatste maand niet ongewoon is. Voor de palpatie is dat echter een belemmering. Meestal zal de verloskundige niets anders kunnen dan wachten tot de contracties voorbij zijn. Dat is soms een beetje lastig, maar dat hoort nu eenmaal bij de zwangerschap.