Autisme valt niet aan de buitenkant aan iemand te zien, maar vaak kun je het wel aan iemand merken. Kinderen met autisme kunnen over het algemeen slecht tegen verandering of wanneer dingen anders lopen dan gepland. Bij een verandering of wijziging van de plannen kan je kind dan erg angstig of boos worden. Daarnaast zie je vaak dat kinderen met autisme zich het liefst bezig houden met maar één bepaalde hobby of een onderwerp, bijvoorbeeld pinguïns of het heelal. Ook zijn sommige kinderen met autisme snel overprikkeld. Zo hebben ze last van kriebelige stoffen of harde omgevingsgeluiden. Gebruik deze autisme symptomen checklist om te kijken of jouw kind wellicht autisme heeft.

Wat is autisme

Wanneer we het hebben over autisme bedoelen we autisme-spectrumstoornis (ASS). Voorheen werden er verschillende soorten autisme onderscheden, waaronder klassiek autisme, PDD-NOS (Pervasieve Development Disorder-Not Otherwise Specified), Asperger en McDD. Tegenwoordig wordt deze onderverdeling steeds meer losgelaten. Als je kind autisme heeft verloopt de informatieverwerking in de hersenen anders dan bij andere mensen. Hierdoor hebben kids en volwassenen met autisme vaak moeite met het inschatten van sociale situaties en vinden ze het moeilijk om met veranderingen om te gaan. Andere dingen kunnen ze juist weer erg gemakkelijk afgaan, zoals het snel zien van details en heel nauwkeurig werken. Iedere persoon met autisme is anders, wat het ook lastig maakt om de stoornis te herkennen. Je kunt geen bloedtest of dna-test uitvoeren om te kijken wat er aan de hand is. De diagnose wordt gesteld door een psychiater of een gz-psycholoog. Ze gebruiken hiervoor een aantal gedragskenmerken en observaties.

Wanneer valt autisme te herkennen

Doordat autisme een ontwikkelingsstoornis is, valt het beloop niet altijd goed te voorspellen. De diagnose kan gesteld worden op verschillende leeftijden, van de jonge kinderleeftijd tot wanneer mensen al volwassen zijn of zelfs van middelbare leeftijd. Vanaf de eerste verjaardag is het mogelijk om bij je kinderen signalen op te vangen die mogelijk wijzen op autisme. Eén van de tekenen is het niet reageren op hun naam en nog niet brabbelen als ze een jaar oud zijn. Indien de diagnose op de kinderleeftijd gesteld is, kan het zo zijn dat het kind zich vervolgens zo goed ontwikkeld dat er jaren later niet meer gesproken kan worden van autisme. Ook kan het zo zijn dat een jongere in de loop van de puberteit een andere psychiatrische aandoening krijgt dan het oorspronkelijke autisme. Er is niet precies bekend hoeveel mensen met een autistische stoornis er zijn. Op basis van zowel binnenlandse als buitenlandse onderzoeken lijkt een percentage van 0,7 tot 1 procent van de bevolking aannemelijk. In Nederland zou het gaan om zo'n 190.000 mensen.

Autisme symptomen checklist

De volgende kenmerken komen vaak voor bij kinderen met autisme:

  • moeite met veranderingen;
  • moeite met contact maken;
  • weinig begrip voor emoties van anderen;
  • geen inzicht in non-verbale communicatie, zoals gebaren;
  • weinig gevoel voor wat anderen van hem of haar verwachten in een bepaalde situatie;
  • liefst altijd bezig met één bepaald onderwerp of een hobby;
  • graag alles steeds op dezelfde manier doen (vasthouden aan routines);
  • eerlijk en recht door zee;
  • angstig in onbekende situaties en gezelschappen.

Als je kind pas 12 tot 18 maanden oud is kun je de volgende checklist gebruiken:

  • brabbelt niet bij 12 maanden;
  • lacht niet naar gezichten bij 12 maanden;
  • heeft geen interesse in mensen bij 12 maanden;
  • maakt geen gebaren (wijzen, zwaaien) bij 12 maanden;
  • reageert niet als je tegen hem of haar praat bij 12 maanden;
  • maakt nog geen functioneel gebruik van woorden bij 18 maanden;
  • spreekt nog geen 2-woordzinnen bij 24 maanden.

Alle mensen hebben in meer of mindere mate autismekenmerken. Zo vinden de meeste mensen het fijn om vaste routines aan te houden of om zich gedurende langere tijd intensief op één bepaald onderwerp te focussen. Daarnaast heeft niet iedereen uitgesproken sociale vaardigheden. De diagnose autisme wordt pas gesteld op het moment dat meerdere van de bovenstaande kenmerken zorgen voor problemen of grote druk op school en relaties, bijvoorbeeld met andere leden binnen het gezin. Als je je zorgen maakt over de ontwikkeling van je kind is het belangrijk dit te melden op het consultatiebureau. Mocht het nodig zijn, kan de arts van het consultatiebureau doorverwijzen voor verder onderzoek van je kind.

Omgaan met autisme

Een kind met autisme heeft een grote invloed op het dagelijks leven. Vaak word je als ouder actief betrokken bij de behandeling. Naast de zorg voor je kind is het ook belangrijk om leuke en ontspannende activiteiten te doen voor jezelf, zodat niet alles draait om de zorg voor je kind met autisme. Daarnaast zijn er een paar tips waarmee je beter contact kunt leggen met je kind.

Gebruik duidelijke taal

Het is belangrijk om duidelijk te communiceren met een kind met autisme. Zo zijn beeldspraak en spreekwoorden te verwarrend en worden deze vaak letterlijk opgenomen door mensen met autisme. Bij het plannen van activiteiten maak je duidelijke afspraken en zorg je dat de tijdsduur, plaats en inhoud van de activiteit duidelijk zijn. Hierdoor komt je kind niet voor verrassingen te staan die hem in de war kunnen schoppen. Praat daarbij ook rustig en helder. Het kost veel tijd om gesproken informatie te verwerken.

Laat je kind zelfstandig zijn

Voor veel ouders is het lastig om een stuk controle bij het kind te laten. Kijk goed naar wat je zoon of dochter wel en niet zelf kan. Kan je kind bepaalde taken goed zelf uitvoeren? Neem deze dan niet te snel uit handen. Zo vergroot je het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid van je kind.

Hoe voelt het voor jouw kind om autisme te hebben

Autisme is een andere manier van denken. Het heeft een sterke invloed op hoe je kind kan begrijpen wat een ander denkt en voelt, het inschatten van situaties en op communicatie. Hierdoor kan je kind onrustig en boos worden, of zich juist helemaal terugtrekken. Zo kan je kind na een (school)dag overprikkeld raken en daardoor even niet meer goed functioneren. Dit komt doordat informatie die via de zintuigen binnenkomt anders verwerkt wordt. Geuren, aanrakingen, beelden en geluiden kunnen extra hard binnenkomen of juist helemaal niet. Biedt jouw kind een stabiele thuissituatie en een eigen plekje, waar hij of zij bij kan komen van indrukken en situaties.

Autisme en andere psychiatrische problemen

Ongeveer 70% van de kinderen en jongeren met autisme heeft naast autisme nog een andere psychiatrisch probleem. Dit wordt co morbiditeit genoemd. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan een angststoornis, depressie, oppositioneel gedragsstoornis, ADHD of een eetstoornis. Als je vermoedens hebt van autisme na het gebruiken van de autisme symptomen checklist is het van belang om deskundige hulp in te roepen. Alleen een ggz-psycholoog of psychiater kan bepalen of een kind autisme of een andere stoornis heeft.

Ik vermoed autisme bij mijn kind. Wat nu?

Bij een vermoeden van autisme kan je een afspraak maken met de huisarts en uw zorgen uitspreken. De huisarts kan je vervolgens doorverwijzen naar een ggz-psycholoog of psychiater. Op basis van de diagnose wordt een plan gemaakt voor begeleiding/behandeling. Gaandeweg zal dan duidelijker worden hoe de problemen van je kind uiteindelijk precies begrepen moeten worden. Een diagnose kan helpen om passende hulp te krijgen, voor thuis maar ook op school. Dat kan je kind helpen in zijn/haar ontwikkeling.