Een kind opvoeden verloopt niet altijd even gemakkelijk. Alhoewel veel trekjes best normaal zijn voor kinderen en vanzelf weer overwaaien, kunnen er soms problemen zijn die dieper liggen en meer zorg nodig hebben. In dit geval kan de hulp van een orthopedagoog een goede keuze zijn. In dit artikel informeren je wat een orthopedagoog precies is, en in welke situaties je er goed aan doet om je kleuter te laten observeren door deze specialist.

Wat is een orthopedagoog?

Een orthopedagoog is een opvoedkundige die kinderen in probleemsituaties begeleidt door middel van het verrichten van observaties, wetenschappelijk onderzoek, en het geven van opvoedkundig advies aan de ouders. Hij verricht psychologisch onderzoek bij kinderen van nul tot 21 jaar, en kijkt daarbij of en welke problemen er zijn in het gedrag, de ontwikkeling, het leren, en of er misschien sprake is van een stoornis of een problematische opvoedingssituatie. Met deze informatie stelt de orthopedagoog dan een plan van aanpak op zodat de situatie verbetert kan worden. Er wordt advies gegeven aan de ouders, en indien nodig ook leerkrachten en andere familieleden. Ook kan er gebruik gemaakt worden van therapeutische behandelingen om de ontwikkeling te stimuleren en de communicatieve vaardigheden te vergroten. Een orthopedagoog heeft een universitaire studie afgerond wat meestal bestaat uit een driejarig Bachelor traject, en een één- tot tweejarig Master traject.

Wanneer doe je er goed aan om met je kleuter naar een orthopedagoog te gaan?

Er zijn verschillende oorzaken waardoor je als ouder, of als leerkracht, met de handen in het haar komt te zitten als je even niet meer weet wat er precies aan de hand is, en je hulp nodig hebt van iemand die gespecialiseerd is op het gebied van pedagogiek. Door hulp te vragen van iemand die kennis heeft van zaken zal je weten welke plan van aanpak het beste werkt en jezelf daarop aan kunnen passen. Dus in alle situaties als je klem komt te zitten in de opvoeding is het mogelijk om een orthopedagoog in te schakelen. Verder zijn er specifieke gedrags- of ontwikkelingsproblemen waardoor je er goed aan doet om contact op te nemen, zoals:

  • Ontwikkelingsstoornissen
  • Gedragsproblemen
  • Leerproblemen
  • Angstproblemen
  • Motorische problemen
  • Zindelijkheidsproblemen
  • Eetproblemen

Ontwikkelingsstoornissen

Een ontwikkelingsstoornis komt oorspronkelijk door een probleem in de aanleg en rijping van het zenuwstelsel en de hersenen. Een stoornis is in principe vanaf de geboorte al aanwezig. Het verschil tussen een ontwikkelingsstoornis en een ontwikkelingsprobleem is dat een stoornis een interne factor heeft. Ontwikkelingsproblemen hebben over het algemeen externe factoren. Voorbeelden van ontwikkelingsstoornissen ADHD, ADD, Dyslexie, en Dyscalculie. Bij elk ontwikkelingsprobleem zullen we ook even kort de stoornissen bespreken die in de desbetreffende categorie voor kunnen komen.

Gedragsproblemen

Gedragsproblemen kunnen voorkomen bij kleuters door middel van gedrag wat naar buiten gericht is, maar het kan ook juist naar binnen gericht zijn waardoor het voor de omgeving niet duidelijk zichtbaar is. De omgeving van het kind heeft veel effect op zijn gedrag. Zo kan het gedrag van het kind thuis heel anders zijn dan het gedrag op school of bij vriendjes thuis. Het kan zijn dat gedragsproblemen voortkomen door fouten in de opvoeding of door trauma’s en/of negatieve ervaringen die het kind heeft meegemaakt. Ook kan een aanwezige stoornis de boosdoener zijn. We spreken in zo’n geval over een gedragsstoornis. Voorbeelden van gedragsstoornissen zijn ODD en CD, maar ook ADHD en ADD vallen onder gedragsstoornissen, alsook de angststoornis OCD. Gedragsproblemen die naar buiten gericht zijn, worden vaak gekenmerkt met agressie. Bij problemen die naar binnen gericht zijn staat angst centraal. Er zijn verschillende uitingsvormen van gedragsproblemen, waaronder:

  • Agressie en woedeaanvallen
  • Jaloezie en afgunst
  • Pesten
  • Druk en impulsief gedrag
  • Moeite om zich te concentreren
  • Misdadig gedrag als vandalisme, stelen, en liegen

Aangezien gedragsproblemen een grote invloed hebben op de ontwikkeling van het kind, is het goed om hulp in te schakelen als je duidelijke vormen van deze problematiek hebt ondervonden in je kind. Een orthopedagoog zal ondersteuning bieden in het behandelen van de gedragsproblemen. Dit zal gericht zijn op het kind, en vaak samen gaan in samenwerking met de ouders.

Leerproblemen

Leerproblemen kunnen al zichtbaar zijn terwijl je kind nog kleuter is, en je doet er goed aan om tijdig advies in te winnen zodat je kind de beste begeleiding krijgt. Leerproblemen kunnen in verschillende categorieën voorkomen, waaronder taalvaardigheden, rekenen, en concentratieproblemen. Vaak hebben ze een externe oorzaak. Slecht onderwijs of een aangrijpende gebeurtenis kunnen de boosdoener zijn, maar ook medische problemen zoals slecht horen of slecht zien. Leerproblemen kunnen vroeg gesignaleerd worden door het gedrag op school. Vooral in groep drie en vier zal dit sneller uitblinken omdat er dan meer van je kind verwacht wordt, en hij zich langer zal moeten concentreren. Verschillend gedrag wat kan duiden op leerproblemen is als je kind geen plezier heeft in school, de prestaties afnemen, en je kind thuis zijn frustraties af reageert.

Als leerproblemen veroorzaakt worden door een in aanleg aanwezige stoornis dan spreken we over een leerstoornis. Voorbeelden van leerstoornissen zijn Dyslexie en Dyscalculie. Kinderen met Dyslexie hebben grote moeite met lezen en spellen, en kinderen met dyscalculie hebben grote moeite met rekenen en wiskunde. Je doet er goed aan om contact op te nemen met een orthopedagoog als deze problemen langer aanhouden zodat je kind de beste begeleiding zal krijgen, en zijn leerproblemen geen negatief effect zullen hebben op zijn ontwikkeling en gedrag.

Angstproblemen

Angst is een belangrijk wapen wat we als mens gebruiken om onszelf te beschermen. Maar soms kan er teveel angst opkomen waardoor het een negatieve werking heeft. Angst wordt vaak veroorzaakt door externe factoren als traumatische of aangrijpende gebeurtenissen, maar ook een in aanleg aanwezige stoornis kan de oorzaak zijn. Voorbeelden van angstproblemen zijn:

  • Faalangst
  • Angst voor dieren
  • Angst voor bepaalde situaties of mensen (zoals het ziekenhuis, de tandarts, of andere kinderen)
  • Angst voor nieuwe situaties
  • Watervrees of hoogtevrees
  • Verlatingsangst

Angstproblemen zijn niet altijd even makkelijk te ontdekken, omdat kinderen deze goed weten te verbergen. Dit kan zijn door druk en komiek gedrag, of juist door stoer gedrag. Verschillende signalen kunnen duiden op irrationele angsten, zoals dwangmatige handelingen, vermijdend en teruggetrokken gedrag, plotselinge veranderingen in het gedrag, overmatig behoefte hebben aan snoep of andere soorten voedsel, en nachtmerries. Angstproblemen zorgen voor gevoelens als paniek en depressie, en je kind kan er voortdurend gespannen van zijn. Vaak brengt het ook andere klachten met zich mee als vermoeidheid en concentratieproblemen, dus je doet er goed aan om een specialist in te schakelen.

Motorische problemen

Motorische problemen kunnen veroorzaakt worden door een lichamelijke afwijking, medische problemen, of een aanwezige stoornis. Maar ook kunnen er problemen ontstaan door externe factoren zoals te weinig beweging en stimulans vanuit de omgeving. Voorbeelden van signalen die duiden op problemen in de motoriek zijn:

  • Onhandige motoriek
  • Vaak vallen en zichzelf vaak stoten
  • Moeite met fijne motorische taken zoals knippen en schrijven
  • Moeite met leren fietsen en zwemmen
  • Moeite met spelen en sport

Belangrijk om gezegd te worden is dat deze signalen niet per definitie duiden op een motorisch probleem omdat elk kind zich op zijn eigen tempo ontwikkeld. Wel is het iets om een oogje voor in het zeil te houden, en een goed idee om contact op te nemen met een orthopedagoog als het langer aanhoudt of ernstigere vormen aanneemt.

Zindelijkheidsproblemen

Zindelijkheidsproblemen kunnen een negatief effect hebben op de ontwikkeling van een kind, dus het is belangrijk om de juiste begeleiding te bieden. We spreken van zindelijkheidsproblemen als er minstens één keer per week ongecontroleerd urineverlies voorkomt bij een kind ouder dan vijf jaar. Voor je kleuter hoef je je dus nog geen zorgen te maken. Ongeveer 85% van de kinderen wordt zindelijk tussen de twee en vijf jaar. De overige 15% doet er wat langer over. Zindelijkheidsproblemen kunnen alleen ’s nachts of alleen overdag voorkomen, maar ook een combinatie van deze twee is mogelijk. Een orthopedagoog zal in samenwerking met andere specialisten op zoek gaan naar de oorzaak van het probleem en daar de behandeling op aanpassen. Vaak wordt er in de behandeling gebruik gemaakt van een plaswekker of de Droog-bed training.

Eetproblemen

Elke kind heeft wel iets wat het niet lust, maar als je kind zodanig kieskeurig is dat het bijna niks meer wil eten dan wordt het een groter probleem. Problemen die vaak voorkomen zijn:

  • Te weinig eten
  • Te veel eten
  • Eten weigeren
  • Zeer kieskeurig zijn

Eetproblemen kunnen een slechte invloed hebben op de lichamelijke ontwikkeling, alsook de leerprestaties en prestaties op andere gebieden omdat het kind niet de juiste voeding binnen krijgt die het nodig heeft of misschien juist teveel van iets binnenkrijgt. Daarom is het belangrijk om contact op te nemen met een orthopedagoog als het eetgedrag van je kind ernstigere negatieve vormen aanneemt, zodat het probleem op de juiste manier behandeld kan worden en niet uit zal monden in een nog groter probleem.