Ruim op tijd (trots op mezelf) dus het is nog niet druk, handje vast, slalommen om dralende ouders en kinderen bij het fietsenrek, schoolplein op, pijlen volgen, op afstand even wachten tot het klasgenootje voor ons is 'afgegeven', kus en knuffel, zwaaien, omdraaien, via de pijlen het schoolplein weer af en weer om ouders en kinderen slalommen naar mijn fiets. Ik stap op de fiets en adem uit.

Ochtend drie naar school in coronatijd en ik vind het ruk. Ik wil dit niet. Ik wil weer normaal door de gangen van school lopen (snelwandelen in ons geval want altijd nét iets te laat), jasje snel uit en aan de kapstok frotten, tas eronder, krioelen tussen ouders en kinderen in de kleuterklas, Finn naar zijn stoeltje brengen, oh nog even een werkje laten zien, minigesprekje met juf of een andere ouder, high five met een vriendje, een kroel door het haar van een broertje, nog een laatste knuffel met Finn en kletsend met een ouder weer door de gangen naar buiten.

Ik wil het niet

Ik wil geen strategisch neergezette fiets of met grote bogen om mensen heen. Niet ergeren aan mensen die de pijlen niet zien of niet willen zien en tegen het verkeer in de looprichting negeren. Ik wil niet mijn kind moeten vertellen dat ie 'nee, ook niet heel even' mag spelen op het schoolplein omdat dat nu de regels zijn. Ik wil niet hoeven nadenken over hoe het normaal zo feestelijke afscheid – met alle ouders en alle kinderen bij elkaar – van de kleuterklas zal gaan voor hem straks. Ik wil ook niet half roepend op afstand aan bevriende moeders vragen hoe het gaat en niet meer ruimte of tijd hebben dan 'ja prima wel'.

Awkward gesprekjes

Nooit gedacht dat ik dit zou missen. 'Voor corona' leek het zo vanzelfsprekend en soms zelfs onbenullig: schoolpleingesprekken. Maar ik mis ze! Het bijkletsen, bespreken van speelafspraakjes, even onder de paraplu duiken van iemand als het regent, het 'blijven hangen' na schooltijd als de kinderen nog even spelen op het schoolplein, ja zelfs de awkward korte gesprekjes om de tijd op te vullen mis ik.

Zo flexibel

De blije snoet van Finn maakt een hoop goed. Die 8 weken thuis miste hij het niet, maar nu vindt hij het 'superleuk' om weer naar school te gaan. Ook al is het in een klein klasje, moeten ze afstand houden van de juf, veel hun handjes wassen ('ik heb wel vijf keer mijn handen gewassen!') en zitten er een paar vriendjes in de andere groep. Hij vindt het niet raar of vervelend hoe het nu gaat, hij is alleen maar happy en kijkt weer uit naar een volgende schooldag.

Omgaan met teleurstellingen en veranderingen, leven in het nu en blij zijn met wat er wél kan: mijn kind is mijn grootste spiegel. Was ik maar zo flexibel als hij.