De ontwikkeling van je kind is een emotioneel gebeuren. We leven op emoties en het is dan ook belangrijk dat de ontplooiing zo optimaal mogelijk verloopt. Het is aangewezen om even stil te staan bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van je peuter.

Wat houdt de sociaal-emotionele ontwikkeling in

Elk kind is uniek en heeft een eigen karakter, hoe klein ze ook zijn. Al van voor de geboorte kopiëren ze emoties en aannames van de zwangere moeder. Wanneer bijvoorbeeld de toekomstige vader in de buurt is en mama reageert daar liefdevol op, krijgt een kind dit gevoel mee. De ontwikkeling op sociaal vlak evolueert parallel met het gevoel.

Er zijn een hoop sociale vaardigheden die een peuter moet aanleren en omdat het voor volwassenen vaak een vanzelfsprekendheid is, denken we er niet altijd bij na. Niemand wordt geboren met het geduld om zijn beurt af te wachten, vrijwillig het speelgoed te delen of te herkennen wanneer iemand blij of verdrietig is. Het is dan ook niet makkelijk voor een peuter om daar duidelijkheid in te krijgen omdat hij tot nu het middelpunt van zijn kleine wereld was.

De sociaal-emotionele ontwikkeling van je peuter houdt ook in dat hij niet alleen de gevoelens van anderen moet leren herkennen en er moet mee leren omgaan, maar ook die van zichzelf. Het is dan ook van essentieel belang dat hij in deze fase van zijn leven genoeg zelfvertrouwen krijgt zodat hij een goede fundering heeft om op verder te bouwen.

Ik en jij is wij

Kleine kinderen zijn zoals iedereen weet, heel ik-gericht. Ze hebben dan ook nog niet de vaardigheid om het verschil aan te voelen tussen ik, jij en wij. De fantasiewereld van waaruit een peuter de echte wereld begint te ontdekken helpt hem om dat te kunnen begrijpen. Hij kopieert voortdurend; van ouders, naaste familie en iedereen die dicht in zijn buurt is maar ook bijvoorbeeld van zijn favoriete figuurtjes op TV. Vandaar dat een peuter soms verrassend uit de hoek kan komen door dingen te doen die je van hem nog nooit gezien had.

Geduld en boterhammetjes

De emoties van een klein kind kunnen van het ene moment op het andere totaal verschillend zijn. Ze zitten op dat vlak echt in een rollercoaster en het vergt niet alleen een hoop geduld maar ook inzicht in de gevoelens van je hummeltje.

Wanneer is hij boos, gefrustreerd of verdrietig? Dit is niet altijd even duidelijk en het is de kunst om hem te helpen om daar klaarheid in te brengen. Die gevoelens gaan herkennen, benoemen én ze op een positieve manier benaderen is al een eerste stap in de goede richting. Als de legoblokken door de kamer vliegen en je peuter krijsend zijn ongenoegen uit is het heel makkelijk om te zeggen dat je dit gedrag niet tolereert. Maar meer dan dat het niet mag leert jouw kind hier niet uit. Vraag hem op een rustige manier wat er aan de hand is en of hij zich boos voelt. Op die manier gaat je kind zich bewust worden van wat hij voelt en hoe hij daar het beste mee omgaat.

Begrijpen en begrepen worden

Een peuter die op de tuimeltrein van zijn emoties zit en zich niet begrepen voelt ervaart een aanslag op zijn zelfvertrouwen. Daarom is het heel belangrijk dat je begrip toont en het ook uitspreekt. Het is echt niet dat je kleintje niet weet wanneer het een verkeerde reactie gaf in een bepaalde situatie, het weet alleen niet hoe op een gepaste manier te reageren. Je kunt in zijn eigen taal vertellen dat je begrijpt dat hij boos of gefrustreerd is maar dat hij het ook op een andere manier kan tonen. Veel hangt ook af hoe mondig jouw kind is maar op deze manier kun je hem aanleren om zijn driftbuien beter te beheersen.

Dit is ook het geschikte moment om bij jezelf na te gaan hoe jij reageert in bepaalde omstandigheden. Wanneer je zelf een furie bent als er iets niet goed wil lukken geef je niet echt het goede voorbeeld en kun je beter je eigen gedrag ook gaan bijschaven. Kinderen leren meer uit het gedrag dat je zelf vertoont dan uit wat je hen vertelt.

Veel pluimpjes geven sterke vleugels

Als het moment aangebroken is dat een peuter het besef krijgt dat hij ook zijn plekje in de wereld heeft gaat hij plots dingen zelf willen doen waarvoor hij vroeger hulp vroeg. Als ouder is dat een les in loslaten en vertrouwen hebben want je weet op voorhand dat ze voor sommige dingen eigenlijk nog te klein zijn. Je kunt er donder op zeggen dat er regelmatig iets fout zal gaan en dat je nu en dan op je tanden zal moeten bijten. Ga vooral zelf niet in de fout door, telkens er iets niet goed is, afkeurend te reageren.

Zitten de laarsjes aan het verkeerde voetje of staat zijn mutsje achterstevoren op zijn bolletje, geef dan vooral aan hoe flink je kind toch wel is omdat het zelf probeert om zich aan te kleden. Uiteraard kun je daarna helpen om de laarsjes met het juiste voetje te matchen terwijl je bijvoorbeeld uitlegt dat hij anders pijnlijke voetjes krijgt. Beloon je peuter ook voor zijn inspanning, niet met een cadeautje of snoepje maar met lovende woordjes want geen enkele peuter is daar ongevoelig voor. Benoem ook waarom je zo trots bent. 'Wat ben jij een flinke meid dat jij zelf je laarsjes al kunt aantrekken' zal een fijner gevoel geven dan wanneer je enkel 'Flinke meid' zegt.

Fantaseren is gezond

Boeiende gesprekken met poppen of Spiderman, kopje onzichtbare thee drinken met de lievelingsknuffel of een stoute pop een standje geven, al die grappige belevenissen in de fantasie van een kind geven een gezonde evolutie aan. En het wordt vooral grappig als je als ouder hoort welke zinnetjes ze van jou hebben overgenomen. Die fantasiewereld hebben kinderen nodig om emoties te verwerken en meer houvast te krijgen in hun gedrag.

Ook het ontwikkelen van angsten en schuldgevoel gebeurt rond deze leeftijd en gaat samen met de impressies die ze doormaken tijdens hun verbeeldingen. Mede doordat een kind koning of koningin is in zijn eigen wereldje is het voor hen soms moeilijk te verwerken dat dingen vaak niet lukken of verkeerd gaan. Omdat het schuldbesef groter wordt krijgt angst ook meer ruimte en zien ze dingen niet altijd in de juiste context. Konijntje Flappie ging dood, misschien was het niet echt oud maar is het gestorven van verdriet omdat ik hem niet genoeg knuffelde. In de hoofdjes van een kind legt schuldbesef een directe link met angst en dat durft zich 's nachts wel eens te uiten in nachtmerries.

Delend leren

Samen spelen met andere kinderen doen peuters pas rond de leeftijd van drie à vier jaar. Terwijl ze voordien eerder langs elkaar speelden ga je merken dat het spel een andere dynamiek krijgt. De ukkepukjes gaan op elkaar reageren, beginnen rekening te houden met elkaar ook al gaat dat vaak nog wat moeizaam maar dit stukje van hun evolutie wordt in ieder geval ingezet.

In deze fase gaan ze ook leren om speelgoed te delen met elkaar en gaan ze stilaan beseffen dat alles wat van hen is ook van hen blijft, ook al speelt een ander kind met hun speelgoed. Hoe vaker ze de kans krijgen om samen te spelen met andere kindjes, hoe makkelijker ze door deze leerperiode heen komen. Daarom is het ook goed om regelmatig speelvriendjes uit te nodigen als je kind niet naar een crèche of onthaalmoeder gaat. Klik hier voor 5 tips om je kindje samen te leren delen.

Wanneer ze een jaartje ouder zijn weet je peuter meestal wat aanvaardbaar sociaal gedrag is en hoe hij het best respondeert met andere mensen in de buurt. Hij zal ook beter de 'spelregels' beheersen die heel zijn sociale gebeuren in goede banen leiden.