Flesvoeding geven

Het geven van flesvoeding aan je baby is het alternatief van borstvoeding. In deze voeding zitten voldoende bouwstoffen voor je baby om te groeien.

Kiezen voor flesvoeding

Als je een baby krijgt, dan kies je zelf of je baby borstvoeding of flesvoeding krijgt. Je kunt kiezen voor een van de twee voedingen of je kiest voor een combinatie van flesvoeding en borstvoeding. Het is aan ouders welke voeding zij hun kind gaan geven. Kies je voor het geven van flesvoeding, dan kan dit verschillende redenen hebben. Hier zijn een paar voorbeelden.

• Moeder wil niet altijd in de buurt van haar kind te zijn en ook niet kolven.
• Moeder mag alles blijven eten en drinken.
• Flesvoeding is gemakkelijker; het hoeft niet op gang te komen en je krijgt er geen pijnlijke borsten van.
• Vader kan vaker zijn baby voeden.
• Slechte ervaringen met borstvoeding.
• Het niet kunnen geven van borstvoeding.

Wat de redenen ook zijn voor het geven van flesvoeding, het is belangrijk dat je redenen gebaseerd zijn op feiten over flesvoeding en niet op fabels over flesvoeding. Laat je niet beïnvloeden door de slechte verhalen van anderen. Je weet nooit zeker of ze kloppen en je weet ook niet of het bij jou op dezelfde manier werkt. Iedere moeder is anders, elk kind is anders en elke combinatie van ouder met kind is ook weer anders. Kijk dus vooral naar je eigen situatie en beslis op basis daarvan of je kiest voor borstvoeding of flesvoeding.

Welk merk kies je?

Als je eenmaal ervoor gekozen hebt om flesvoeding te geven, dan komt daarachteraan meteen de volgende vraag: Welke voeding kies je? Drogisten en supermarkten in Nederland staan vol met flesvoeding, verpakt in blikken en dozen. Je zou misschien verwachten dat de duurdere en bekende merken het beste zijn voor je baby, maar dat is niet waar. Iedere fabrikant van een merk flesvoeding is namelijk verplicht om een bepaalde hoeveelheid van elke voedingsstof die nodig is voor je baby, in de poedermelk te stoppen. Deze hoeveelheid heeft een minimumeis, maar ook een maximumeis. Het komt erop neer dat ieder merk babyvoeding ongeveer dezelfde samenstelling van voedingsstoffen hebben. Een goedkoper, onbekender merk hoeft dus niet slechter te zijn dan een duurder, bekender merk.

Welk soort kies je?

Als je een merk flesvoeding hebt gekozen, dan ben je er nog niet. Als je voor de schappen staat met flesvoeding dan zie je dat er niet een soort per merk flesvoeding is, maar vele soorten.

• Startvoeding standaard 1, voor baby’s van 0-6 maanden. Deze voeding lijkt qua samenstelling erg op borstvoeding. Alle noodzakelijke voedingsstoffen zitten erin. Je hoeft geen extra voedsel te geven.
• Opvolgmelk standaard 2, voor baby’s van 6-12 maanden. Deze voeding wordt naast vaste voeding gegeven. Je start deze voeding tegelijkertijd met het geven van de fruit- en/of groentehap, die je zelf klaarmaakt of ook in de winkel koopt. Opvolgmelk is verkrijgbaar in poedervorm, maar ook in vloeibare vorm. In opvolgmelk zit meer eiwit, calcium en ijzer dan in startvoeding.
• Opvolgmelk standaard 3, voor baby’s van 12+ maanden.
• Groeimelk, voor kinderen vanaf 1 jaar. Vanuit opvolgmelk stap je eventueel over op groeimelk. Hierin zitten extra mineralen en vitaminen. Als je kind voldoende en gevarieerd eet, dan is deze melk niet noodzakelijk. Voor een kwalitatieve en optimale voeding wordt het echter wel aangeraden.
• Peutermelk, voor kinderen vanaf 2 jaar. Ook hier geldt net als bij groeimelk: het wordt aangeraden, maar is niet noodzakelijk.
• Anti-refluxmelk, voor baby’s die de neiging hebben hun maaltijd terug te geven; de melk heeft een dikkere structuur.
• Hypoallergene melk, voor baby’s met koemelkallergie. Hiervan zijn twee varianten: De ene variant voorkomt koemelkallergie en geef je wanneer koemelkallergie in de familie zit. De andere variant behandelt koemelkallergie, wat te herkennen is aan diarree, opstopping, krampjes, eczeem en/of tranende ogen.
• Sojamelk, als alternatief als je baby gewone melk niet verdraagt. Deze wordt pas aangeraden na een jaar, aangezien er een kans bestaat op soja-allergie bij baby’s.
• Melk waarmee krampjes tegen worden gegaan. Deze ‘transit’ versie helpt als kinderen hevige huilbuien krijgen door krampjes.
• Melk voor premature baby’s. Voor kinderen die te vroeg geboren zijn, is speciale voeding nodig. Deze schrijft de arts in het ziekenhuis voor. De voeding bevat extra energie en eiwitten, die nodig zijn om de groeit te kunnen inhalen.

In principe kies je altijd voor de standaardvoeding. Als je merkt dat er iets aan de hand is met je baby, kun je het beste eerst overleggen met het consultatiebureau wat je kunt doen. Overstappen op een andere soort voeding kan de oplossing zijn, maar het kan ook zijn dat er voor je baby een andere oplossing is. Vanaf een jaar mag je kind ook gewone melk uit de supermarkt drinken, meestal eerst een tijdje opgewarmd om eraan te wennen en later koud. Als je kind gewone melk goed drinkt, is het dus eigenlijk overbodig om nog flesvoeding te kopen.

De fles en de speen

Bij het geven van flesvoeding heb je naast voeding ook een fles met een speen nodig. De keuze van de fles en het model van de speen, is afhankelijk van je kind. Meestal voldoet een standaard fles met een standaard speen, maar soms drinkt je kind hier slecht uit en ben je verplicht om een andere soort fles en/of speen te kiezen. Soms moet je meerdere soorten in huis halen om erachter te komen uit welk fles jouw kind het beste drinkt. Soms is de eerste fles met speen meteen goed.

Flesvoeding geven; hoe doe je dat?

Het is niet moeilijk om een fles met melk klaar te maken voor je baby. Op de gebruiksaanwijzing van de flesvoeding staat precies hoe je de fles klaar maakt. Je haalt lauwwarm water uit de kraan of verwarmt koud water tot een bepaalde temperatuur. Daarna voeg je een bepaalde hoeveelheid schepjes poedermelk aan het warme water toe en schud je de fles. Tot slot giet je een klein beetje flesvoeding op je pols om te checken of de temperatuur niet te heet is en kun je beginnen met het geven van flesvoeding. Dat doe je als volgt.

• Zet je kind zittend op schoot. Ondersteun het hoofd van je baby met de je elleboog.
• Kijk je kind aan, zodat je ziet waar hij om vraagt.
• Houd de fles een beetje scheef, zodat de speen volstaat met melk en wacht tot je baby de speen in de mond neemt of doe dit zelf als je baby niet hapt.
• Stop met voeden als je baby stopt met drinken.
• Houdt je baby eventueel tussendoor eventueel overeind, zodat hij kan boeren. Til hem even op en laat je baby met zijn hoofd tegen je schouder leunen en klop eventueel zachtjes op zijn schouderbladen. Een doekje op je schouders kan handig zijn, als je weet dat je kindje vaak melk teruggeeft.
• Probeer daarna de rest van de flesvoeding toe te dienen.
• Laat je kind bepalen wanneer het genoeg is.
• Gemiddeld duurt voeding geven 15 á 30 minuten. Stop na 30 minuten en dring niet aan tot drinken.

Wil je baby steeds niet drinken of drinkt je baby maar heel weinig, controleer dan de speen of neem contact met het consultatiebureau op voor advies. Twijfel je over de manier waarop je de flesvoeding geeft of wil je voordat je de eerste fles geeft, zien hoe het precies gaat, bekijk dan een instructiefilmpje. Na de voeding is het belangrijk dat je de fles goed schoonmaakt. Dat doe je door hem af te spoelen met koud water en vervolgens grondig te reinigen met heet water in combinatie met afwasmiddel. Tot slot spoel je hem af met water. Ook wassen in de vaatwasser kan. Steriliseren doe je een keer per dag.

Op welke momenten geef je een baby flesvoeding?

Wanneer je baby flesvoeding nodig heeft hangt sterk van de leeftijd van je kind af. Jonge baby’s vragen vaker kleinere porties. Oudere kinderen vragen minder vaak grotere porties. Het geven kan op twee manieren:

• Op verzoek: Je laat je baby bepalen wanneer hij de fles krijgt. Je kijkt wanneer hij aangeeft dat hij honger heeft en maakt dan een fles klaar. Honger zie je aan het vertonen van zoekgedrag, uitstrekken en/of een veranderende ademhaling. Bij het slapen zie je het ook, bijvoorbeeld aan het zuigen op de handjes, zoekgedrag vertonen, minder diep slapen of onrust.
• Op vaste tijden: Jij bepaalt wanneer je baby de fles krijgt. Dit doe je meestal pas als je baby iets ouder is. Je baby is dan vanzelf naar een schema gegroeid, waarin hij op vaste tijden eet en slaapt. Door als ouder deze min of meer vaste tijden aan te houden, zorg je voor rust en regelmaat bij je baby.

Hoeveel flesvoeding geef je een baby?

Hoewel elke baby op andere momenten en om verschillende hoeveelheden flesvoeding vraagt, is het toch handig om te weten wat een baby gemiddeld nodig heeft.

• Baby’s van 0 tot 2 maanden voedt je 6 tot 8 keer op een dag, 120 milliliter.
• Tussen de 2 en 3 maanden bouw je de voeding af tot 5 keer per dag, 150 tot 18 milliliter.
• Tussen de 4 en 5 maanden krijgt je baby 5 keer per dag, 150 tot 180 milliliter.
• Na 6 maanden drinkt je baby 3 tot 4 keer per dag, 200 milliliter.
• Tussen de 7 en 12 maanden drinkt je baby 1 tot 2 keer 200 milliliter.

Vanaf 6 maanden krijgt je baby ook vast voedsel. Na een jaar mag je baby gewone melk drinken bij zijn ontbijt en lunch.