In de badkamer van de verlossuite zijn de douchekop en ik inmiddels onafscheidelijk geworden. De ruimte is mijn domein, ik bepaal volledig wat er gebeurt en door wie. Een comfortabel gevoel voor deze controlefreak. Dit is mijn persoonlijke bevallingsverhaal. Toegegeven, het moment waarop mijn maag besluit Marco’s nasi er met kracht uit te gooien is wellicht niet het beste stukje uit mijn bevallingsverhaal. De verpleegkundige lijkt echter niet onder de indruk. “Je kan het maar kwijt zijn”.

Het is rond middernacht en de verloskundige en Marco begeven zich in de ruimte naast mij, waar alles gereed staat voor de ontknoping. Marco focust zich op een thriller van zijn favoriete schrijver en ik hoor wat geklets.

Wat een gezeik

Wanneer de opening groter en groter wordt, verplaats ik mij naar het bed waar ik op verlost hoop te worden. De weeën worden sterker en ik krijg de behoefte dit kenbaar te maken. Ik kies dan ook na afloop van iedere wee voor de leus: “Wat een gezeik!” Geen originele uitspraak, zeker niet wanneer je hem regelmatig herhaalt, echter vind ik de woordkeus acceptabel en helpend.

Als de golven elkaar sneller opvolgen en ik mijn slogan nogmaals uitroep, antwoordt de verloskundige enkel met het kalme en liefdevolle “Ja hè”. De beste reactie ooit, zeker gezien haar intonatie die ik onmogelijk juist kan verwoorden. Ze vindt het echt gezeik voor me, niets minder! Wat een kanjer.

Oerkrachten door mijn lijf

Ik merk dat de rollen verschuiven. Ik heb nu sturing nodig en mijn kanjer voelt dit haarfijn aan. Ze heeft de afgelopen uren mijn vertrouwen binnengesleept en nu is het aan mij om te luisteren. Kortere pufjes, geen geluid maken, op mijn linkerzij omdat Pim (mijn zoon in mijn buik) dat fijner vindt. Ik roep ‘nee’ en doe ‘ja’. Wat een gezeik.

Kort na mijn gemopper voel ik de oerkrachten door mijn lijf gieren. Het gaat gebeuren, ik kan geen kant meer op, onze zoon komt eraan!

“Ik noteer even dat we gaan persen”, zegt de verpleegkundige, het vierde teamlid dat weer is aangeschoven. Ik geef haar geen ongelijk. Heel normaal anno 2020, we leggen alles vast. En zeg nou zelf: dit is niet zomaar iets. Eerst maar even noteren.

Teamwork
pasgeboren-baby-bij-moeder

Daar gaan we dan. Met beide handen bewerk ik die van Marco, de verpleegkundige strekt mijn rechterbeen die in de kramp schiet en de verloskundige focust zich op de finish. Ik slaag er niet volkomen in de decibellen te beperken, daarvoor bied ik mijn excuus nog weleens aan. Na een kort en krachtig slot komt ons nieuwe mensje tevoorschijn. Warm, glibberig, schattig en krijsend. Een handje naast het hoofd en in zijn arm de streng.

“Mooie koek!” hoor ik de verpleegkundige even later zeggen. ‘Een goeie koek, wat een briljant idee!’ schiet er door mijn hoofd. Even later hoor ik dat er wordt gesproken over drie vaten en besef ik me: het ging over de moederkoek. Of beter gezegd; Pims koek. Geen Glacé voor mij, maar hij heeft daarbinnen een mooie koek gehad. De bofkont.

De volgende dag keren we huiswaarts, met een prachtig gezinslid, een mooie bevallingsverhaal en voor mij een levensles rijker. Ik hoef het niet alleen te doen. Zelfs baren niet.

beschuit-met-blauwe-muisjes

Wil je meer lezen? Check dan onze andere persoonlijk bevallingsverhalen waarin we alles vertellen over wat je moet weten over de bevalling.